Tom Waits is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Maar dat dachten we tot vorig jaar ook van Captain Beefheart, natuurlijk. Maar goed, na vijf jaar is onze favoriete Tom nog eens terug met vers werk. Ons leven veranderen zal hij wel niet meer doen, maar dat heeft hij in onze puberteit grondig genoeg gedaan om vandaag een vrijstelling te genieten. Vijf jaar heeft Tom Waits de wereld laten wachten op nieuw werk. Gelukkig bevatte de laatste worp van de schuurpapieren bard liefst vierenvijftig songs, ruim tien voor elk jaar dat ondertussen passeerde. Daarvoor had Waits een plaat of drie afgeleverd waarop telkens wel drie of vier songs stonden waarvoor de concurrentie twee armen en een been zou hebben afgestaan, maar die binnen Waits oeuvre niet bij de meest essentiële helft geklasseerd kunnen worden. Of Bad As Me wél in die linkerkolom kan geklasseerd worden, daar zijn we nog niet helemaal uit, maar we gaan m alleszins nog vaak herbeluisteren.
Vanwege de nerveus-repetitieve opener Chicago, bijvoorbeeld Keith Richards én Marc Ribot op gitaar. Of voor Raised Right Men, met Flea op bas – maar geen angst: hij heeft zijn slapbasje thuisgelaten. Ook hartverscheurend: Last Leaf, met breekbare backingvocals van Keith Richards. Men zou er nog van gaan vermoeden dat The Rolling Stones personen van vlees en bloed zijn. In de categorie een beetje minder: de Waits nachtclub-rythmnblues-by-numbers van Get Lost. De beste tekstflard passeert in Satisfied: Now Mr. Jagger and Mr. Richards / I will scratch where Ive been itching / … / I said I will get satisfaction. Tom Waits is terug van nooit weggeweest en Bad As Me zou wel eens een blijvertje kunnen zijn. Spreek ons tegen de zomer nog eens aan.