Steve Lacys fascinatie voor de sopraansaxofoon heeft, naast talloze groepsopnamen, ook tal van solo-albums opgeleverd. Avignon And After volume 2 bevat opnamen van soloconcerten in de periode 1972 tot en met 1977. Zoals de titel aangeeft heeft Eminem al eerder een cd uitgebracht met opnamen van een soloconcert in Avignon, aangevuld met een optreden in Berlijn. Deel twee opent met nog drie onuitgebrachte nummers van het Avignon-concert en zijn alle interpretaties van Billy Strayhorn-composities. Lacy voert ze warm en lyrisch uit en dwaalt daarbij zelden ver van de oorspronkelijke melodieën af. Hierna volgen louter eigen composities van Lacy, uitgevoerd tijdens latere concerten in Avignon, Parijs, Edmonton en Keulen. Probleemloos wisselt Lacy tussen vrije improvisaties, repetitieve fragmenten en vaak springerige uitvoeringen van de melodielijn. Fraai is het vraag-antwoordspel dat de saxofonist in enkele stukken met zichzelf speelt, zoals in het prachtige Slabs. Lacy klinkt steeds trefzeker, warm, swingend en overtuigend.
Een andere Emanem-uitgave met solo-concerten is Tandem (remastered) van John Carter & Bobby Bradford. Dit dubbelalbum is een heruitgave van twee albums die in 1982 verschenen van het fameuze duo, zonder begeleidingsgroep. De matige opnamekwaliteit die bij de eerdere uitgaven werd bekritiseerd, is hier volledig weggenomen. Dat Tandem daardoor meer als een studio-album klinkt, nemen we voor lief. We horen hier twee indrukwekkende Amerikaanse concertregistraties uit respectievelijk 1982 en 1979. Aardig is dat een aantal stukken bij beide optredens is gespeeld, zodat we de verschillende benaderingen kunnen horen. Carter op klarinet en Bradford op cornet vullen elkaar uitstekend aan in geluid, maar zeker ook in spel. Sterke voorbeelden daarvan zijn beide uitvoeringen van de titelcompositie: het unisono spel van melodielijnen waaiert langzaam uit naar afzonderlijke richtingen. Ze improviseren om beurten terwijl de ander dichter de melodielijn volgt, of ze kiezen allebei de vrijheid om geleidelijk weer bijeen te komen. Ze volgen elkaar, spelen elkaar na of draaien elkaars spel om. In solonummers van de muzikanten horen we hoe Carter wat abstracter en ingetogener blijft (al kan hij venijnig de hogere regionen in schieten) en Bradford swingt,vrij improviseert en soms andere composities even aanraakt. Tandem laat vooral horen hoe goed het tweetal na al die jaren op elkaar was ingespeeld.