Voor de pandemie was het Berlijnse Atonal-festival een grootse, vijfdaagse onderdompeling in experimentele, industrial en beatgestuurde elektronica en alles binnen dat spectrum. De pandemie riep Atonal een halt toe en dwong het festival om de tijd te nemen en te kijken wat anders kon of anders moest. Katrien Schuermans en Bouke Mekel namen uitgebreid poolshoogte bij Atonal’s driedaagse editie ‘OPENLESS’ op 23-25 augustus.
In de coronaperiode konden alleen klein opgezette evenementen worden georganiseerd, met bijvoorbeeld in het kader van ‘Metabolic Rift’ een meer intieme wandeltocht in groepjes langs audiovisuele installaties tot in de nok van het pand. In 2023 pakte het festival uit met een editie van tien dagen, met maar liefst driehonderd artiesten en een tentoonstelling.
Voor deze editie werd geopteerd voor een compactere editie van drie dagen. Zoals gewoonlijk is de locatie Kraftwerk, de oude elektriciteitscentrale op Köpenicker Straße. Sinds eind oktober 2023 vind je hier naast Globus, Tresor en Ohm ook de legendarische platenzaak Hard Wax terug. De geluidsinstallatie in Kraftwerk is fenomenaal. Waar je ook bent in de ruimte, de muziek die je hoort, klinkt steevast goed. Vooraan word je weliswaar weggeblazen door de immense hoeveelheid subwoofers, maar nergens, nooit klinkt het ondermaats.
De drie avonden van de OPENLESS editie van Atonal zijn specifiek rond drie thematische blokken gebouwd: The Less Deceived, Transcriptions en The Clearing. Programmaleider Laurens von Oswald vertelt in een interview dat dat is iets waar ze tot nu toe allergisch voor waren: ‘We dachten dat als we artiesten in een overkoepelend concept zouden proberen te masseren, we de dingen te veel zouden sturen.’ OPENLESS is een niet bestaande mystieke, hermetische term die verder associaties oproept met afwezigheid van toegangen, gebrek aan inclusiviteit. Bij een dergelijk thema is de vraag hoe hermetisch gesloten de optredens zullen zijn, of worden de geheimen ook geopenbaard?
Terwijl de programmatie van zondagavond meer aansluit bij de gewoonlijke Atonal-beleving, wordt op zaterdag geopteerd voor een avond volledig opgebouwd rond percussie en de Senegalese sabarritmes. Voor de vrijdag trekt de organisatie een duidelijke politieke kaart met als onderwerpen migratie en kolonisatie.
The Less Deceived
Ook al valt dat niet meteen op als je gewoon achteloos het Kraftwerk-gebouw binnenwandelt. De kolossale beneden- en bovenruimtes zijn sfeervol met projecties verlicht maar voor de rest is het redelijk donker. Deze duisternis maakt deel uit van de performance van Chris Watson in samenwerking met de blinde Poolse natuurgeluidstechnicus Izabela Dłużyk, gespecialiseerd in het opnemen van zingende vogels. Hun project ‘Białowieża’ bestaat uit veldopnamen gemaakt in het woud van Białowieża, dat zich uitstrekt over Polen en Wit-Rusland. Lekker chillen, of toch even stilstaan bij het verhaal achter deze klanken? In dit woud worden namelijk al jarenlang migranten die de grens met Polen proberen over te steken op een mensonterende manier behandeld door, onder meer, Poolse grenswachters. Met dit in gedachten, wordt het ogenschijnlijk liefelijke klankentapijt van bosgeluiden en vogelgezang macaber en beangstigend. Brulkikkergeluiden breken schel door het vogelgezang heen. En af en toe knippert een stroboscopische flits. Maar net doordat dit de opener is, en de toeschouwers ofwel nog komen binnengelopen, ofwel hun oplichtende smartphone checken, mist het ook de kracht die het stuk in een uiterst stille kamer wel zou kunnen hebben. Het bos lijkt niet geheel door te dringen in deze industriële kolos. Het opent wel de oren en ogen voor wat komen gaat.
Ook het Iraans-Canadese duo Saint Abdullah heeft een verhaal van migratie te vertellen. Samen met de Ierse sounddesigner Eomac, brachten zij eerder al twee albums uit waarop de met field recordings en samples gevoede cut and paste techniek van de twee broers, Mohammad en Mehdi Mehrabani-Yeganeh, hermetisch wordt ingepalmd door het strakke elektronische geluid van Eomac. Op Atonal brengen zij, in samenwerking met de Italiaans-Australische videokunstenaar en filmmaker Rebecca Salvadori, ‘A Forbidden Distance’. Atonal onderscheidt zich van andere festivals door deze extra toevoeging van videokunst. Als het grote, schuin opgestelde scherm oplicht, krijg je het gevoel in een bioscoop te staan.
In dit project wordt door het viertal dieper ingegaan op het effect van displacement ten opzichte van jezelf. We worden in de fragmentarische film, onderbroken door blue screens of death, overspoeld met quotes en footage van familiebeelden, mensen die wij niet kennen maar een belangrijke bron van inspiratie zijn voor de in Teheran geboren en in het westen opgegroeide broers van Saint Abdullah. Als kind wilde Mohammad Mehrabani-Yeganeh obsessief en continu alle mensen om hem heen op video vastleggen. Alsof je alle tijd in de wereld hebt. Dit geeft ons een beetje een idee van hun dagelijkse leven als kind in Canada.
Intussen duwt Eomac zijn polyritmische beats en pittige kicks de ruimte in. Af en toe strooit hij er bewerkte samples uit Iran overheen en hij goochelt net zo makkelijk een stevige hiphop-track uit zijn machines als hyperkinetische elektronica. Dubby noise-muziek als het ware. Een hoogtepunt is een scène waarin de op Atonal afwezige Mehdi Mehrabani-Yeganeh een idee heeft voor een drillraptekst. Even later gaat hij los, zien we zijn mond bewegen maar de tekst is niet te horen. In plaats daarvan horen we een vervormde reeks basnoten die de flow van de raptekst accentueert. Het gezicht verdwijnt in de rook en stroboscopische flitsen.
Er zijn geen woorden om het werk van Forensis (Forensic Architecture) in samenwerking met PAN/Bill Kouligas te omschrijven. ‘The Drum And The Bird’ vertelt over de gruweldaden van de Duitse kolonisator op Shark Island, een eiland gelegen voor de kust van Lüderitz, in het uiterste zuidwesten van het huidige Namibië. Hier vond tussen 1904 en 1908 de eerste genocide van de twintigste eeuw plaats en Duitsland was hier als koloniale macht bij betrokken. Op het eiland heersten vreselijke winden en er was weinig beschutting. Tijdens de performance worden we – in combinatie met een indrukwekkende 3d-visualisatie van de zee om het eiland – met deze indringende wind geconfronteerd die bij de slachtoffers van de genocide door merg en been moet zijn gegaan.
Op het eiland stond naast de vuurtoren een ruimte waar mensen werden omgebracht. In een andere ruimte werden gevangenen gedwongen om de schedels van dode gevangenen te koken en schoon te schrapen, die vervolgens naar Duitsland werden verscheept voor pseudowetenschappelijk onderzoek. Volgens de overlevering was er ook een vrouw die de schedel van haar eigen man moest schrapen, iets wat ze deed om zichzelf vervolgens in zee te storten en aan de haaien te voeren.
Van deze genocide is weinig gedocumenteerd. Het project is een poging om een stem te geven aan deze voorouders, via hun kinderen en de weinige foto’s die zijn overgeleverd. Opnames van nu en (3d)-visualisaties van data-journalistieke analyses op basis van een foto uit 1876 tonen aan dat de biodiversiteit qua vegetatie is afgenomen op het eiland. Duitsland is nog steeds actief op het eiland en noemt de energie die de windmolens er opwekken groene energie. Maar daarbij is niet gekeken naar de impact die de molens hebben op het landschap, en in het bijzonder het geluidslandschap. Het geluid van de rondrazende molenwieken wordt centraal gesteld in het optreden maar de impact ervan valt wat tegen omdat er gedurende het gehele optreden al dreunende winddrones te horen waren. We waren dus al enigszins murw geslagen, maar gezien het heftige onderwerp valt de inzet van harde heftige audio te begrijpen. Hier wordt het verhaal dus ook auditief voelbaar door de vele abstracte geluidsmanipulaties van Bill Kouligas. Niet zozeer een klankexperiment, maar echt een auditieve gewaarwording van de gruwel die je verteld wordt.
Nog te weinig mensen weten over de wreedheden die zich hier hebben afgespeeld. Het videomateriaal voor dit onderzoek van Forensic Architecture is alvast hier te bekijken. Al bij al een sterk en krachtig verhaal dat velen aan het scherm gekluisterd hield.
Afsluiter Lord Spikeheart, afkomstig uit de Keniaanse deathmetal-scene en opgegroeid in een familie waarin zijn overgrootmoeder zich tijdens de Mau Mau-opstand (1952-1960) tegen de Britse overheersers verzette, doseert het gebruik van drones met kicks die niet meteen het hele gebouw aan het trillen brengen. Hij is gekleed in een zwarte outfit, met uitsteeksels en ontlaadt bij het begin van zijn set zijn keelklanken over het publiek. Deathmetal is de bron maar er worden uitstapjes gemaakt naar allerlei genres, waardoor het een gevarieerd optreden wordt met verschillende flows. Soms horen we een soort digital deathmetalcore, dan weer zijn er invloeden uit trap te horen. Wanneer hij in het steigerwerk van een podium klautert, horen we helaas de backingtrack met de vocalen. Jammer gezien de live-energie die hij brengt. Hij is een inspirerende personificatie van verzet en iemand die de aanwezigen vurig aanzet tot persoonlijke expressie van de meest diepe duistere emoties.
Transcriptions
De avond is gebaseerd op de Senegalese Tannebier, een geïmproviseerd straatevenement met in het middelpunt meerdere sabar-trommels – diverse hoge, houten kasten met een geitenhuid erop gespannen. De Senegalese sabar-drumvirtuoos Doudou N’Diaye Rose, afkomstig uit een griotfamilie en getraind door drumleraar Mada Seck, overleed in 2015 na een leven vol muziek.
Tijdens zijn leven heeft hij allerlei (internationale) samenwerkingen gedaan met onder meer Miles Davis en The Rolling Stones, en ook met de illustere industrialband Nine Inch Nails – de Real World Mix van het nummer ‘The Warning’ (YouTube) bevat zijn drumpartijen. Voor zijn dood was hij al een aantal jaren bevriend met Colin Hacklander van het sonische duo LABOUR dat sinds hun debuut in 2018 intensief met Atonal samenwerkt. Postuum wordt er deze avond, met een aantal van Doudou N’Diaye Roses veertig nazaten, door LABOUR voortgeborduurd op zijn sabar-drumtraditie. Begin 2020 reisde het project ‘Transcriptions’ naar Dakar om deze sabarritmes op te nemen, uitgevoerd door zijn nazaten onder leiding van zijn drie oudste zonen: Thione, Tapha en Birame N’diaye Rose. Het zestienkoppige ensemble legde honderden originele trommelpatronen vast, gecreëerd door Doudou.
Deze opnames resulteerden in vier releases bij Honest Jon’s Records. ‘Twenty-One Sabar Rhythms’ (Bandcamp), Shackleton’s ‘The Majestic Yes’ (Bandcamp), een split EP met Holy Tongue, Beatrice Dillon, Lamin Fofana en LABOUR (Bandcamp) en Lamin Fofana’s samenwerking met de N’Diaye Rose familie (Bandcamp). Behalve Beatrice Dillon tekenen al deze namen, samen met de Familie Ndiaye Rose, present op deze toch wel indrukwekkende avond.
Op het grote doek is een kortfilm te zien die tekst en uitleg geeft over hoe Doudou N’diaye Roses drumpatronen binnen de orale traditie vallen, dus niet worden opgeschreven maar uit het hoofd worden geleerd. Uitleg bij wat we zien en horen valt daarna steeds meer weg: de muziek en beelden spreken voor zich. We krijgen eerst de sabar-trommels in de zaal te horen, bespeeld door een aantal van N’Diaye Roses nazaten, waarbij de leider net zo is gekleed als zijn vader, in een pak met de kleuren van de Senegalese vlag. Hij interacteert na een gezamenlijke drumsessie ook zingend met het publiek en vraagt of we deze zin uit een Afrikaans kinderliedje willen herhalen: Olelê, olelê moliba makasi! (Olele! Olele! De stroming is erg sterk).
De drumpatronen en geluiden uit de mini-docu komen terug in de set van de Sierra Leonese Lamin Fofana die op het podium halverwege met synths de frasering van de drums enigszins volgt. Badend in een blauw licht, op het zijpodium in het midden van zaal, brengt hij zijn hoofdzakelijk meditatieve en rustgevende ‘ALL TENETS INTERACTED & KINETICS REMAINED OCEANIC’. De drumpatronen worden gecontrasteerd met een vibrerende, zoemende simpele vierkwartsmaat die naarmate de show vordert iets complexer wordt en toewerkt naar een climax met een kleine variatie. Die beats doorheen zijn set, die de belevingsstilte doorbreken slingeren heen en weer tussen stil en luid: een krachtige vertoning van beheersing en vertwijfeling. Betoverend. Hoewel de polyritische salvo’s en elektronische kicks ons lichaam enigszins weten te activeren, wordt er in het publiek maar weinig gedanst. Allicht spaart men energie op voor de dansnacht, of is men bij afwezigheid van een reguliere vierkwartsmaat minder geneigd tot bewegen?
Vervolgens treden de co-curatoren van deze avond naar voren, Colin Hacklander en Farahnaz Hatam, samen het sonische duo LABOUR.
De stochastische muziek die Hatam met SuperCollider (software voor audiosynthese en algoritmische compositie) voor de Kraftwerk-ruimte ontwierp, vormt een atonaal dreunend tapijt waar Hacklanders drumstel en de sabars van de familie N’diaye Rose doorheen breken. Plots wurmt een groep in het wit geklede mensen zich als een slang door de menigte terwijl ze een tekst zingen die door de noise helaas niet te horen is. Pas als de instrumenten plots zwijgen – een mooi dramatisch effect – is achterin de zaal hun gezang te horen. Even later duikt de groep op in een kooropstelling op het podium. De samenwerking met deze groep werkt ontregelend, maar de betekenis ervan is niet geheel duidelijk. Uiteindelijk wordt naar een samenspel toegewerkt waarbij Colin Hacklander achter de drums kruipt om samen met de familie N’Diaye Rose een stevige ritmische apotheose aan de chaos toe te voegen. Een zeldzaam moment waarin al het voorbijgaande plots samenvalt in iets concreets en vatbaars: een geweldig sluitstuk van een soms ongrijpbare performance.
De Belgisch-Congolese Nkisi houdt van spelen met ritmes. Ooit benam ze (ks) de adem tijdens een live performance in Les Ateliers Claus in Brussel en sindsdien staat (ks) steevast vooraan. Nkisi’s instrumentarium is intussen uitgebreid met drie percussiepads en een resem effectpedalen. Het heel percussieve ‘Mythe ou réalité (Cheikh Anta Diop)’ dat wat tijd nodig had om te groeien tot een intense polyritmische set, is volgens de programma-omschrijving een verbinding met het gedachtengoed van de pan-Afrikaanse wetenschapper Cheikh Anta Diop en het naar hem vernoemde nummer van Doudou N’diaye Rose (YouTube). Met haar elektro-akoestische dub-bewerkingen voert Nkisi, zoals steeds, het publiek mee in een trance.
In het weekend waarin hun album ‘The Tumbling Psychic Joy Of Now’ bij AD 93 wordt uitgebracht, spelen Holy Tongue (Valentina Magaletti, Susumu Mukai, Al Wootton) en Shackleton hun eerste gezamenlijke optreden. Denk dubrijke avant-jazz waar Shackleton zijn typische ritmes over uitstrooit. Een diep hypnotiserende set, die je, ook door zijn belichting, naar andere werelden voert.
Na wat aanschuiven bij de toiletten en de bar, wordt het voor (ks) aanschuiven bij Ohm. Vanavond wil ze toch proberen een stukje nacht te omarmen.
Openingsact in Ohm die avond, is de Palestijnse deejay Falyakon فَلْيَكُن. Haar set is een heel mooie opgebouwde geluidstrip langs drones, uk bass en andere trage maar dansbare ritmes, waar nu en dan een Arabische song doorsijpelt. Misschien is Ohm niet de juiste plek om haar muziek te beluisteren. Net wat die drie heel luidruchtige Nederlanders ook lijken te denken, die luid ‘Come On’ scanderen, hun armen wild om zich heen slaand. Ze doen mij afdruipen – net iets te veel handen op mijn lijf van dat stel dolgedraaiden bederven de pret helemaal.
Intussen is de rij bij Tresor/Globus serieus aangegroeid. De nacht laten we aan de diehard nachtraven. Het heeft geen zin aan te schuiven voor een artiest of deejay die je zou willen zien, Want weeral lijkt de rij onbeweeglijk. Logisch ook: eens je Tresor binnenraakt, wil je daar niet zo snel weer buiten.
The Clearing
Terwijl de voorbije twee avonden rond een duidelijk thema werden opgebouwd, is de zondagavond een goede ouderwetse Atonal-avond. Intense ambient- en elektronica-shows worden afgewisseld met artistieke uitspattingen en de avond eindigt met een grote naam. Om je dagenlang te doen herinneren hoe fijn het festival was. Ook al kreeg je nauwelijks iets mee van het club-programma. Zondag lijkt dus een gek amalgaam van namen die samen niets gemeen hebben, buiten dat allen zich bewegen in die industrial, experimentele, elektronische sound die het DNA van Atonal uitmaakt.
Eind september verschijnt bij Trilogy Tapes ‘The Butterfly Drinks The Tears Of The Tortoise’. Die release brengt het Australische duo CS & Kreme (Conrad Standish en Sam Karmel) alvast enkele dagen naar Europa, met Atonal als eerste concertdatum. Ook op zondagavond mag het duo de nacht, die ditmaal om 18 uur begint, inluiden. Terwijl zij hun dubrijke ambientbass over de ruimte uitstrooien, blijft iedereen bewegingsloos zitten. De Australiërs brachten niet eens een ingetogen set, maar een fijne collectie knisperende en botsende elektronica die begeesterde en betoverde. Standish zijn basgitaar komt er vervolgens bij in verschillende gedaantes, waarbij er meer intense arrangementen en effecten afgewisseld worden met meer getokkel. Terwijl de breaks door de ruimte rollen, en stilstaan zelfs geen optie meer is als je van dansen houdt, beweegt haast niemand in Kraftwerk.
Met het album ‘In Uno Spazio Immenso’ nog maar net in de winkelrekken, brengen de Nederlands-Italiaanse componist en geluidsontwerper Grand River (Aimée Portioli)en de Italiaanse ambient-artiest Abul Mogard hun samenwerking een allereerste keer naar het podium. Terwijl Mogard aan de knoppen draait en muzikaal de toon zet met zware ambient, ontpopt Grand River, iets meer op de achtergrond, zich tot een beklijvende performer, weggeblazen door de ijverige rookmachine. Die rook wordt uitgelicht door schijnwerpers waardoor er kegelvormige wervelende rookkolommen ontstaan. Visueel best wel indrukwekkend. Wat een geluid en een set brengt dit duo. Aimée Portioli staat met een elektrische gitaar in de aanslag, die vervolgens resoneert in de ruimte en doet denken aan doommetal. Rockposes innemend bedelven zij en de immer stoïcijnse Mogard het publiek onder immense, overweldigende soundscapes waarbij hun benadering van ambient zich als een meditatieve krachtpatser ontpopt. Repetitief en beklijvend. Adembenemend en bedwelmend intens.
Het album moet nog uitgebracht worden, maar Sara Persico komt ‘Sphaîra’ al wel voorstellen, in samenwerking met de Japans-Franse lichtmeester en -kunstenaar Mika Oki.
Terwijl het muzikaal redelijk bedeesd is, blijft de samenwerking tussen deze twee artiesten voornamelijk op het netvlies gebrand. Mika Oki gebruikt twee schermen om haar visueel verhaal te vertellen. Een cirkelvormig scherm, achter het duo, dat soms lijkt op een fel veranderend maanlandschap en het grote scherm waar zij vooral heel abstract werk toont. Prachtige kleuren leggen verbanden tussen hemellichamen als manen en sterren terwijl rook de ruimte vult en de futuristische projecties op het grote scherm steeds meer een bijrol vervullen. De kleurrijke, hoopvolle lichtstralen staan ietwat haaks op het sombere ambientwerk van Persico. Wanneer het muzikaal tot een uitbarsting komt, verschijnen heel fel versneden archiefbeelden, die minder herkenning toelaten, maar wel duidelijk refereren aan de Libanese burgeroorlog. Inspiratie voor ‘Sphaîra’, haalde Perisco uit haar veldopnames die zij maakte bij het betonnen theater van de Braziliaanse architect Oscar Niemeyer in Tripoli, Libanon dat door de burgeroorlog nooit werd afgewerkt, en als legerbasis gebruikt werd. Deze collage van archiefbeelden lijkt vervolgens uit te monden in een soort toekomstbeeld waarin de kleuren in de projecties abrupt in plaats van geleidelijk in elkaar ovevloeien, wat een onzekere doch mogelijk ook spannende toekomst voor Libanon en onze planeet lijkt te symboliseren. Een deels geslaagde audiovisuele ervaring.
We weten dat Michail Stangl (online gekend als Opium Hum en tevens programmator bij CTM, ks) Kelman Duran and FRANKIE een van highlights van het festival vond. Terwijl we stevige followers zijn van zijn muzikale tips, volgen we hier even niet. De knisperende IDM-elektronica van de Dominicaanse producer Kelman Duran, waar de eerder opgenomen en door Auto-Tune vervormde stem van de Oostenrijkse FRANKIE doorheen werd gehaald, bleef een soort muzikaal pretpakket, waarbij naar elkaar geknipoogd werd en vuistjes de lucht ingingen alsof iemand plots een coole drumtrack had geprogrammeerd. Hoewel het duo al twee jaar samenwerkt, lijken ze nog wat op zoek naar waar de symbiose ligt tussen hun muzikale werelden. Die enkele keren dat FRANKIE live zingt, klinkt het nummer niet vetter dan een doordeweekse R’n’B-ballad. Alsof dat samenwerken met Beyonce (Kelman Duran produceerde enkele tracks voor Beyonce’s ‘Renaissance’, ks) je verplicht je minder goede materiaal voor privéwerk te gebruiken. We hadden liever een beter samenspel gezien tussen het duo, want de ideeën zijn er wel. Er vallen hiphop-beats, de Auto-Tune stem speelt in op de flow en af en toe doorbreken de drumritmes de mindere momenten. Maar Atonal is hard. Hier staat zo veel goeds, of toch zo veel indrukwekkends, dat je echt op je allerbest moet zijn.
Canzonieri is een Italiaans multimediaal artistiek en muzikaal project van kunstenaar Emiliano Maggi en muzikaal kunstenaar Cosimo Damiano die zich voor hun optreden in zelfgemaakte blauw-zwarte narrenkostuums hebben gestoken. Het concert opent met zanger Emiliano Maggi die zijn sjamaankettingen en -belletjes aan de onderbenen laat rammelen en op een verhoging op het podium stapt. Zijn stampende voeten worden via elektronica versterkt en galmen door de ruimte. Een aantal theatrale klaagzangen volgen, begeleid door toetsen –en ook even een klein gitaartje – die op een gegeven moment wat langdradig worden. Maar dan horen we ineens jammerende geluiden achterin de zaal, moet een oplettende fotograaf ingrijpen om te voorkomen dat de draad van Maggi’s zangmicrofoon door verstrengeling rond een statief te kort wordt (en hij op het kleine podium niet meer rechtop kan zingen) en danst Lara Damaso met wervelende bewegingen door de menigte.
Uiteindelijk voegt Lord Spikeheart – die op dag twee optrad en dus eerder achterin de zaal en daarna in een nis opdook – zich bij het duo waarbij ze uiteindelijk gebroederlijk samen op het podium staan. De verbroedering tussen akoestische en elektronische muziek uit zich vervolgens door een afsluitende folkmelodie die door de toetsenist wordt gespeeld op een mini-harmonium.
Het Britse Demdike Stare, die ook in de clubnacht acte de présence hadden gegeven, zijn de spetterende afsluiting van deze derde festivaldag. Hun vaak gespiegelde vj-beelden en duistere elektronica-landschappen sluiten perfect op elkaar aan, zoals we dat ook gewend zijn van hun muziekvideo’s. De snel geprojecteerde beelden zijn zorgvuldig afgestemd op de muziek en nemen je mee op reis naar een soort hybride toekomst, een leven in een cybertribale samenleving. Slechts enkelingen bewegen zich op de ritmisch heviger wordende breaks en dub. Alsof er moet gekozen worden: de beelden bekijken of slaafs in het ritme meedeinen in de wereld die het duo met ‘Basslines’ naar Atonal brengt. Bewegen staat vrij. Maar wat als quasi iedereen stilstaat? Op dub danst men blijkbaar niet. Los daarvan, dit was een fenomenale afsluiter.
Reflecties nadien
Terwijl het muzikale aanbod op Atonal toch weeral een intense beleving opleverde, zijn er toch wel wat werkpunten. Waar bij de vorige, grotere versies van Atonal ook de benedenverdieping van Kraftwerk werd gebruikt, was ditmaal al het aanbod gecentreerd op de bovenverdieping. Dit leidde op het einde van de avond, vooral vrijdagavond, tot chaos. Want in welke rij moest je buiten aanschuiven om toegang te krijgen tot Ohm, Globus en Tresor? Waarom was er niet een duidelijke aanwijzing wie waar moest staan? Terwijl dit euvel op zaterdagavond deels was opgelost, kan het niets anders dan dat velen zich toch wel wat bekocht voelden. Terwijl een uitverkocht Kraftwerk een tweeduizendtal mensen kan herbergen, loopt het al gauw vast wanneer diezelfde tweeduizend personen verdeeld moeten worden over deze drie nachtclubs. Terwijl Tresor en Globus niet exclusief voor de Atonal-bezoekers worden opengehouden. In Ohm krijgen houders van een weekendpas voorrang op eigenaars van en combo-ticket. Dit resulteer in absurde, in tweeën gesplitste wachtrijen en mensen met een comboticket die de toestroom van anderen moeten afwachten. Niet dat die combo of weekendpass zoals beloofd je Tresor binnenkrijgt. Die rij blijft onbeweeglijk. Op vrijdagnacht lost ze zelfs ineens plots op want, ‘de deur is gesloten’ en er moet ineens aan de andere ingang aangeschoven worden. Geen idee dus, wat er in de nacht gebeurde. Want ondanks de fijne line-up aan (exclusieve) namen, was het vooral heel ‘openless’. Terwijl vrijdagavond dus met een diepe ontgoocheling werd afgesloten, konden wij alvast zaterdagnacht wel Ohm binnenglippen. De rij voor Tresor liep intussen over een groot deel van de Köpenicker Straße uit.
Het is interessant hoe Atonal zich in zijn nog relatief jonge geschiedenis steeds opnieuw probeert uit te vinden en speelt met formats om te kijken hoe het publiek reageert, hoe verwarrend dat soms ook is.
Het experiment wordt in ieder geval aangegaan, het tweeduizendtal bezoekers wordt voor even in een grootstedelijk gebied als Berlijn samengebracht als subcultuur en ingewijd in een groots animistisch ritueel. Met het grote scherm, het ruimtelijk geluid en het theatrale opduiken van artiesten op verhoogde plekken in het gebouw is er veel mogelijk. Er blijft als bezoeker echter enige afstand tot de artiest, enige passiviteit. Performers die in het publiek opduiken zorgen voor enige reuring in de ‘kudde’, in het ‘van nature’ op één hoofdpodium zittende of staande, gerichte publiek, maar zijn alleen voor degenen die er bij in de buurt staan te volgen.
Met kleinere groepen, zoals Atonal tijdens corona deed met de rondleidingen, blijft men eerder stil en gefocused kijken naar het rituele gebeuren en maakt men er ook meer deel van uit en voelt men een gedeelde verantwoordelijkheid.
De thematische aanpak van deze Atonal-editie pakte over het algemeen goed uit en zorgde voor verdieping en verbreding van de programmering: onder de goedgekozen noemer Openless bleek een grote diversiteit aan uitingen geschaard te kunnen worden die raken aan industrial en werd harde confrontatie met poëtische puzzels niet uit de weg gegaan. Het publiek werd aan het werk gezet om het aanbod op een eigen manier, al dan niet dansend, te verwerken. Het had soms wat bondiger gekund, maar meestal was het wel goed gedoseerd en gingen we mee in de stroom.
De eerste dag, The Less Deceived, bracht met name de geëngageerde videokunst een spervuur aan informatie die stof bood tot nadenken en nieuwe associaties legde.
Dag twee, Transscriptions, had qua programmering een intrigerende structuur: na een summiere context over de Tannebier werd toen, via kruisbestuiving tussen akoestische en elektronische instrumenten en versmelting van traditie en moderniteit, een soms vreemd kronkelende verhaallijn neergezet die vervolgens ook weer rechtgetrokken werd.
Op dag drie, The Clearing, voelde het aanbod als troostend en helend, en werd in de climax het leven gevierd als een weg naar een onbekende, fascinerende toekomst.
Gezien: Berlin Atonal: OPENLESS, op 23-25 augustus 2024, in Kraftwerk Berlin, Berlijn