Leuke naam hoor, God Loves Fags, maar op internet verzuip je dan welhaast in het christelijke geweld. De Zwitserse band voert de opmerkelijke bandnaam niet verder door in muziek of teksten, daar overheerst de psychedelische krautrock. Zorgvuldig geconstrueerde up-tempo rock waarbij de herhaling en de zich daar bovenop ontwikkelende gitaar- en keyboardstormen zich stukje bij beetje verduidelijken. De meeste songs zitten tegen de poprock aan, met meezingbare refreintjes en vrolijk, gepast uitgelaten gevoel, maar de muzikanten vliegen te graag uit de bocht om zich daar al te zeer op vast te pinnen. Venijnige uithalen en scherpe gitaarpartijen richting postpunk nemen toe naarmate het album vordert, totdat de angel eruit is en er wordt overgeschakeld naar een lager toerental. Die ontwikkeling binnen een paar liedjes laat goed zien waartoe het viertal in staat is, en maakt duidelijk dat ze niet aan een en dezelfde stijl vastzitten. Herkenbaarder wordt het er zo niet op, maar binnen hun composities schakelen ze dus moeiteloos over van het ene naar het andere grillige hoogstandje.