Archetype

Met Fear Factory en Slipknot zijn de twee paradepaardjes–en wat die laatste betreft zonder meer de kip met de gouden eieren- van Roadrunner na een periode van onduidelijkheid en onheilspellende geruchten terug van weg geweest. Uitputtende tournees in combinatie met botsende ego’s deden beide bands op een haar na de das om. Tijdens de laatste Europese concerten was al duidelijk geworden dat het tussen gitarist Dino Cazares en de rest van Fear Factory grondig fout zat. Het dispuut viel uit in het voordeel van de meerderheid en Cazares werd uit de groep geflikkerd. Er volgde nog een compilatie met kwalitatief ondermaats restmateriaal en die leek meteen het einde van één van de meest avontuurlijke metalbands van de afgelopen tien jaar in te luiden. Min of meer hetzelfde scenario bij Slipknot. De druk van het megasucces bleek te groot en diverse leden plooiden terug op nevenprojecten zoals Stone Sour of Murderdolls. De invloed van die zijprojecten, meer bepaald de melodieuze aspecten en het gebruik van minder voor de hand liggende instrumenten zoals akoestische gitaren, bleek, zoals zo vaak, een zeer goede zaak te zijn geweest. ‘Vol.3: (The Subliminal Verses)’ is bijgevolg een zeer afwisselend, fris, avontuurlijk en bij momenten zéér verrassend toegankelijk album geworden. De uitstekende single ‘Duality’ lichtte een eerste tip van de sluier: Slipknot is nog steeds een ultraheavy band, maar dan één met meer talent dan algemeen werd aangenomen. Niet dat ze hiermee aan hun proefstuk waren want ook ‘Wait And Bleed’ afkomstig van hun titelloze doorbraakcd was een meer dan verdienstelijke single. Nog frappanter zijn de drie balladeachtige (!) rustpunten. ‘Vol.3: (The Subliminal Verses)’ is niets minder dan een bravourestuk dat sceptici en twijfelaars moeiteloos over de streep moet kunnen trekken. Ook Fear Factory revancheert zich met hun vijfde album en hoe! Na de bovenvermelde interne strubbelingen en het teleurstellende ‘Digitmortal’ uit 2001 had het er alle schijn van dat ze het niveau van het baanbrekende ‘Demanufacture’ nooit meer zouden bereiken. De kaarten werden echter grondig herschud. Zo wisselde landgenoot Christian Olde Wolbers de bas voor gitaar en werd zijn plaats ingenomen door Byron Stroud van Strapping Young Lad. Vanaf opener ‘Slave Labour’ wordt duidelijk dat de band terug op het goede spoor zit. De songs zijn catchy, hebben diepgang en etaleren tegelijkertijd alle typische Fear Factory-elementen, namelijk de combinatie van harde, industrieel getinte metal en wijdse, epische passages. Die laatste mogen op het conto worden geschreven van Burton C. Bell die vocaal alle registers open trekt; en Rhys Fulber (Front Line Assembly) die de al compacte sound dichtmetselt met elektronica. ‘Archetype’ sluit af met een cover van Nirvana (‘School’) die al even overbodig is als hun versie van Gary Numans ‘Cars’ op ‘Obsolete’. Niettemin hun beste cd sinds datzelfde album. Hun beste blijft alsnog ‘Demanufacture’, al komen ze deze keer wel héél dicht in de buurt.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!