Het Cherry Red-label zorgt ervoor dat we niet vergeten dat er ook in de jaren 1980 een hele hoop goede gitaarmuziek werd gemaakt in Groot-Brittannië. Het Cherry Red-label zorgt ervoor dat we niet vergeten dat er ook in de jaren 1980 een hele hoop goede gitaarmuziek werd gemaakt in Groot-Brittannië. Vorig jaar bracht het label al de klassieke NME-verzamelaar ‘C86’ opnieuw uit, aangevuld met maar liefst vijftig tracks uit grofweg dezelfde periode. ‘Another Splash of Colour’ volgt dezelfde formule. De basis wordt gevormd door de verzamelaar ‘A Splash of Colour’ uit 1982, met bands als The Barracudas, The High Tide en Miles Over Matter, die dan, tegen de tijdsgeest van punk en new wave in, de psychedelische jaren 1960 laten herleven, inclusief dansfeesten met retro-kleding en vloeistofdia’s. Op het moment dat de commercie wil inspringen op deze hype, beginnen ook punk- en wavebands als The Jam, The Soft Boys en Siouxsie & the Banshees met een psychedelischer geluid te experimenteren, waardoor de scene haar relevantie verliest en een stille dood sterft, en dit terwijl haar geluid breed navolging vindt. Dat blijkt wel uit de 51 titels uit de periode 1980-1985 die aan de originele lp zijn toegevoegd. Deze bestrijken het schemergebied tussen powerpop, psychedelische pop, mod en pubrock, met diverse namen die ook op de ‘Children of Nuggets’-boxset (2005) vertegenwoordigd zijn, zoals Julian Cope en The Prisoners. Daarnaast zijn er diverse uitstapjes richting wave en indiepop, met The Monochrome Set, Blue Orchids en The Cleaners From Venus. Die veelzijdigheid maakt deze verzameling de moeite waard, want de psychedelische pop van het origineel klinkt nogal sleets, met als uitzondering het briljante ‘Just Like A Dream’ van Mood Six. Mooi zijn ook enkele vergeten singles, die voor het eerst op cd verschijnen, zoals het heerlijke ‘Further Thoughts’ van The Chicaynes en het Wipers-achtige ‘No Reflexes’ van The Von Trap Family, alias Nick Saloman van Bevis Frond.‘C87’ is een direct vervolg op ‘C86’. Beide box-sets gaan verder waar ‘Another Splash Of Colour’ eindigt. De top-40 wordt in de jaren 1980 steeds meer en eenzijdiger gedomineerd door gladde, steriele, vaak r&b-georiënteerde muziek en het wordt steeds moeilijker voor bands om het ‘glazen plafond’ naar mainstreamsucces te doorbreken zonder hun eigenheid te verliezen. Niet alleen in de popmuziek, maar in de hele Britse maatschappij groeit deze tegenstelling en daardoor ontstaat er een sterke alternatieve beweging, waarin diverse subculturen samenvloeien. Het noodlijdende NME zoekt aansluiting bij de vele fanzines met hun esthetiek van handgekopieerde blaadjes en cassettes en brengt de cassette ‘C86’ uit, met onverwacht succes. Tot een opvolger komt het echter niet, mede door een stammenstrijd binnen de redactie over de vraag of er niet meer aandacht aan opkomende genres als hiphop en acid house moet worden besteed, een dilemma dat uiteindelijk wordt opgelost wanneer baggy- en grebo-bands zelf de cross-over naar deze genres maken. ‘C87’ documenteert nu alsnog het indie-geluid van 1987 en toont vooral het achterhoedegevecht van grotendeels vergeten bandjes als The Sea Urchins, The Flatmates en The Raw Herbs, maar ook de eerste schreden van bands die later in de baggy-scene opduiken, zoals The House Of Love en The Soup Dragons.Vorig jaar bracht het label al de klassieke NME-verzamelaar âC86â opnieuw uit, aangevuld met maar liefst vijftig tracks uit grofweg dezelfde periode. âAnother Splash of Colourâ volgt dezelfde formule. De basis wordt gevormd door de verzamelaar âA Splash of Colourâ uit 1982, met bands als The Barracudas, The High Tide en Miles Over Matter, die dan, tegen de tijdsgeest van punk en new wave in, de psychedelische jaren 1960 laten herleven, inclusief dansfeesten met retro-kleding en vloeistofdiaâs. Op het moment dat de commercie wil inspringen op deze hype, beginnen ook punk- en wavebands als The Jam, The Soft Boys en Siouxsie & the Banshees met een psychedelischer geluid te experimenteren, waardoor de scene haar relevantie verliest en een stille dood sterft, en dit terwijl haar geluid breed navolging vindt. Dat blijkt wel uit de 51 titels uit de periode 1980-1985 die aan de originele lp zijn toegevoegd. Deze bestrijken het schemergebied tussen powerpop, psychedelische pop, mod en pubrock, met diverse namen die ook op de âChildren of Nuggetsâ-boxset (2005) vertegenwoordigd zijn, zoals Julian Cope en The Prisoners. Daarnaast zijn er diverse uitstapjes richting wave en indiepop, met The Monochrome Set, Blue Orchids en The Cleaners From Venus. Die veelzijdigheid maakt deze verzameling de moeite waard, want de psychedelische pop van het origineel klinkt nogal sleets, met als uitzondering het briljante âJust Like A Dreamâ van Mood Six. Mooi zijn ook enkele vergeten singles, die voor het eerst op cd verschijnen, zoals het heerlijke âFurther Thoughtsâ van The Chicaynes en het Wipers-achtige âNo Reflexesâ van The Von Trap Family, alias Nick Saloman van Bevis Frond.âC87â is een direct vervolg op âC86â. Beide box-sets gaan verder waar âAnother Splash Of Colourâ eindigt. De top-40 wordt in de jaren 1980 steeds meer en eenzijdiger gedomineerd door gladde, steriele, vaak r&b-georiënteerde muziek en het wordt steeds moeilijker voor bands om het âglazen plafondâ naar mainstreamsucces te doorbreken zonder hun eigenheid te verliezen. Niet alleen in de popmuziek, maar in de hele Britse maatschappij groeit deze tegenstelling en daardoor ontstaat er een sterke alternatieve beweging, waarin diverse subculturen samenvloeien. Het noodlijdende NME zoekt aansluiting bij de vele fanzines met hun esthetiek van handgekopieerde blaadjes en cassettes en brengt de cassette âC86â uit, met onverwacht succes. Tot een opvolger komt het echter niet, mede door een stammenstrijd binnen de redactie over de vraag of er niet meer aandacht aan opkomende genres als hiphop en acid house moet worden besteed, een dilemma dat uiteindelijk wordt opgelost wanneer baggy- en grebo-bands zelf de cross-over naar deze genres maken. âC87â documenteert nu alsnog het indie-geluid van 1987 en toont vooral het achterhoedegevecht van grotendeels vergeten bandjes als The Sea Urchins, The Flatmates en The Raw Herbs, maar ook de eerste schreden van bands die later in de baggy-scene opduiken, zoals The House Of Love en The Soup Dragons.