Tomahawk werd opgericht door Mike Patton en Duane Denison (ex-Jesus Lizard) begin 2000. John Stanier (Battles, ex-Helmet) werd aangetrokken om de ezelsvellen te ranselen en Kevin Rutmanis (bas, ex-Cows, ex-Melvins) vervolledigde de band die twee behoorlijke platen uitbracht (Tomahawk en Mit Gas). Deze derde boreling is vooral het kindje van Denison, die na uitgebreide tournees met Hank Williams III geïnteresseerd raakte in de geschiedenis van de zogenaamde native americans en er deze plaat over maakte. Teksten uit de geschiedenis van de indianen en bijpassende muziekjes, Rutmanis zag deze invalshoek blijkbaar niet zitten, want voordat de plaat klaar was, bolde hij het af (en gelijk heeft hij). Stanier en Denison namen samen de muziek op, Patton voegde zijn vocalen achteraf toe op een andere plek. Van een echte groepsplaat is dan ook nauwelijks sprake. Van een boeiend geheel al evenmin. Het lijkt bij momenten wel de reservaatversie van Michael Flatleys Lord Of The Dance. Soms, zoals in Red Vox of Cradle Song lijkt Patton gewonnen voor het Boombal-fenomeen. Om maar te zeggen dat Denisons obsessie ons wel een heel overbodige plaat heeft bezorgd. Pas met de negende track krijgen we een snuifje rock te horen, en dan zijn we bijna aan het einde van deze martelgang gekomen. Dit is en blijft één van de mindere projecten waar Patton zich mee bemoeit.