Ooit waren ze in zwang, de prentjes in suikergoedtinten waarop onze Heiland vol zoete zegeningen het middelpunt vormde. Het was religieuze propaganda die beoogde de beschouwer te verleiden tot ongebreidelde godsvrucht. Maar het was vooral ook preken voor de eigen parochie. Je zult er niet achter komen hoeveel zieltjes de kerken ermee gewonnen hebben. Mij stuitte het al op jonge leeftijd tegen de borst: de overdaad aan chemische zoetsappigheid gaf een onprettige smaak in de mond. Datzelfde effect weet de Zweedse singer-songwriter David à hlén te bereiken met twee min of meer recente titels die al enkele jaren terug verschenen waren, maar dit jaar opnieuw zijn uitgebracht op een Nederlands label. Dat heeft ook een paar albums van 16 Horsepower op vinyl op zijn naam staan. Waar David Eugene Edwards getuigt van een gewelddadige worsteling met het geloof waarin hij is opgegroeid, is bij à hlén alles lief, zacht en vredig. Hij zingt bij voorkeur met kopstem, tokkelt kabbelende begeleiding op zijn gitaar. De cd âSelahâ is door de inbreng van gastmuzikanten wat gevarieerder van kleur dan de ep âAll the way my Saviour leads meâ, maar qua wollige lieftalligheid doet de een niet onder voor de ander. Mogelijk zijn er zielen die zich gestreeld en getroost voelen door deze klanken. De mijne zet zijn stekels op.