Op album vier klinkt Angel Olsen opvallend onwennig. De Amerikaanse singer-songwriter put evengoed uit slepende folk als jachtige rock –denk aan Siouxsie And The Banshees– en elektronica, maar nergens lijkt ze zich echt op haar plaats te voelen. De liedjes variëren erg in kwaliteit. Haar stem is bovendien behoorlijk eigen, maar wat ontbreekt is echt een sterke persoonlijkheid die de nummers naar zich toetrekt, zoals bij pakweg PJ Harvey wel het geval is. Op de rockliedjes valt dat minder op, maar Olsen schiet wel echt duidelijk net tekort op de slepende ballads op de tweede helft. ‘All Mirrors’ voelt te veel als los zand, zonder een rode draad. Toch laat Olsen ook regelmatig horen dat ze echt talent heeft. Het komt er alleen nog niet helemaal uit. Hopelijk maakt ze voor de vijfde nog een flinke groeispurt door.