All Is Falling

De Britse gitaarvirtuoos James Blackshaw is voor mij als een ongrijpbare geest, altijd net buiten mijn bereik. Talloze optredens van de man heb ik al op een haar moeten missen, evenals een zondagsconcert dat een aantal vrienden en ik voor hem hadden georganiseerd, waarbij hij door ziekte op het laatste nippertje moest afzeggen. Het lijkt zo voorbestemd en ik zal me troosten met dat lot. Zijn snaarstrelende muziek is mij echter nooit ontkomen. Hoe zweverig en uitgesponnen ze klinkt, in mijn gedachten heeft het een vaste plaats. Na omzwervingen via experimentele folklabels als Digitalis Industries, Bo’ Weavil en Tompkins Square is Blackshaw sinds vorig jaar bij Michael Giras Young God terechtgekomen. Vanaf de eerste tonen wordt duidelijk dat ‘All Is Falling’ geen zoveelste fingerpickplaat is. Het begint met integer pianospel, want Blackshaw kan meer dan snaren alleen. Wat daarna volgt, zijn composities met meerdere instrumenten die de luisteraar meenemen naar een ontluikend schemergebied tussen de late middeleeuwen en de Britse folkrevival van de jaren 1960, met zelfs wat post-rockelementen uit het Schotland van de jaren 2000. Dat laatste is vooral dankzij de basgitaar op de achtergrond en een sporadische gitaar op overdrive. De composities zijn orkestraal, waarbij violen de rol van eb en vloed spelen, terwijl drums als donderslagen voor extra klankkleur zorgen. Op het einde dweept een trage orgeldrone met zwevende klanken in onderliggende en overlappende sferen, een prachtig sluitstuk. Het album is misschien minder virtuoos dan we van Blackshaw kennen, maar hier staan de arrangementen voorop. Blackshaws geluid is niet meer slechts voor ingewijden. Hij heeft zijn horizon een verbreed uitzicht gegeven.

tekst:
Seb Bassleer
beeld:
JamesBlackshaw_AllIsFalling
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!