The Generationals, sinds 2008 bestaande uit Ted Joyner en Grant Widmer die elkaar al kennen sinds hun schooltijd, hebben een fascinatie voor Janet Jackson en Prince, benevens een voorliefde voor ritmes, computergeluidjes en aan pop gelieerde zangharmonieën. Het duo veranderde voor de gelegenheid van producer, Richard Swift, omdat ze dachten dat de tien liedjes niet goed genoeg waren en weer een beetje klonken zoals de voorgaande platen. Swift dacht daar helemaal anders over. De subtiele beats, de gelaagde popmelodieën en de samenzang bevielen hem wonderwel en hij weigerde om er veel aan te veranderen. Het is wel een beetje maf zo, dit duo bezig te horen, waarbij we voortdurend denken een dame te horen. Het stemmetje zit dermate hoog dat we niet anders kunnen dan terugdenken aan de jaren 1980, toen dergelijke stemmetjes in de betere pop geregeld opdoken. Generationals is minder funky en zwoel dan hun grote voorbeelden, al doen ze hun uiterste best om ook op deze plaat oerdegelijke popliedjes te laten horen. En daar slagen ze zeker in. The Rentals debuteerden in 1995 met de plaat ‘Return Of The Rentals’ en brachten in 1999 de opvolger ‘Seven More Minutes’ uit. De twee platen hadden behoorlijk wat weerklank, mede omdat frontman Matt Sharp, de vroegere bassist van Weezer was. In 2006 kwamen ze opnieuw samen en nu is er ook nog eens een plaat. Mensen die zich nog de band, of Weezer, herinneren, kunnen gerust zijn. De tien nummers die de plaat telt, zijn stuk voor stuk naar perfectie strevende popliedjes. Naast Sharp bestaat The Rentals tegenwoordig uit Patrick Carney (The Black Keys), Jessica Wolfe & Holly Laessig (Lucius), Ryen Slegr (Ozma) en Lauren Chipman (The Section Quartet). Perfectionist Davy Sardy stond achter de mengtafel. De vrouwenstemmen geven extra zweefcachet aan de liedjes, de orkestratie van de instrumenten zit minutieus in elkaar en elke song streeft ernaar tot het beste van de popmuziek te horen, van de jaren 1980. Of zo denken wij het toch, maar dat kan ook zijn door de associatie die Alphaville bij ons oproept, al kunnen we ons geen noot van hun muziek herinneren.