Met “Exploding Head” is het drietal uit Brooklyn inmiddels gearriveerd bij het lastige tweede album. De eerste langspeler heeft de mannen dan ook geen windeieren gelegd. De compromisloze shoegazenoisepop zorgde voor één van de hypes van 2008, en bijgestaan door een snoeiharde live-reputatie werd de furoretocht langs de internationale podia een feit. Steevast wordt The Jesus and Mary Chain en My Bloody Valentine in één adem gekoppeld aan het werk van de Strangers. Daar valt nu eenmaal niet te toornen. Vervormde gitaren, een muur van geluid, breekbare zang, en dat allemaal zonder de melodie uit het oog te verliezen. “Exploding Head” stelt zich toegankelijker en minder compromisloos op. De muur van feedback en distortion is nog steeds de pijler van het geluid en de klaagzang van Oliver Ackermann echoot meer geconstrueerd over de tracks. Minder erupties aan noise, een meer coherent geheel dan de titelloze voorganger. Energiek en gelaagd, het klinkt als een logisch vervolg. De songs zijn meer uitgebalanceerd en “Exploding Heads” begint waar het vorige hoofdstuk is geëindigd. En toch wringt ergens de schoen. Waar A Place To Bury Strangers twee jaar geleden een nieuwe draai gaf aan de shoegaze van toen, hebben nu vele metgezellen hetzelfde pad gevonden en is het een stuk lastiger om te komen tot onderscheid. De vuurkracht is de joker die nog kan worden ingezet, al doen Health en No Age dat bij vlagen verbleken. Neemt niet weg dat dit een uitstekende plaat is, alleen blijft het gevoel van déjà vu hardnekkig kleven aan de beleving. Deze indruk heeft betrekking op zowel het debuut, als naar de talloze acts uit het verleden waar de mosterd vandaan wordt gehaald. A Place To Bury Strangers zal zich de komende tijd opnieuw moeten bewijzen, om te zorgen dat de mannen uit Brooklyn niet de boeken in gaan als kortstondige modegril.