In minder dan een decennium heeft het Turkse kwartet Konstrukt zich ontpopt tot de toonaangevende impro-band van zijn land en misschien wel een van de meest opvallende tout court. Met een open vizier en frequente bezoekjes aan verwante, maar regelmatig ook totaal onverwachte muzikale werelden, hebben ze zich ontwikkeld tot een ensemble dat grossiert in excentrieke, vrije combinaties, zinnelijke excursies en experimentele vrijbuiterij. Opvallend is daarbij vooral dat ze er een gewoonte van gemaakt hebben om buitenstaanders uit te nodigen in hun midden, waarbij dat vaak gaat om kanonnen van de vrije jazz en improvisatie, zoals Peter Brötzmann, Joe McPhee, Evan Parker, Marshall Allen, Akira Sakata en William Parker. Aan dat rijtje wordt nu ook gitarist-sjamaan Keiji Haino toegevoegd, en een halve beluistering van het resultaat vraag je je af waarom dat in Godsnaam niet eerder gebeurd was. Konstrukt is met die bezetting en dat instrumentarium (gaande van de klassieke saxen en drums tot allerhande Moogs, percussie en een imposante reeks folkinstrumenten) immers het ideale klankbord voor de ritualistische waanzin van de Japanner. Die brult, bezweert en hanteert huilende feedback tegen een achtergrond van pruttelende synths, slangenbezweerdersgeneuzel, dodelijk efficiënte robotfunk, uitzinnig gierende synths en saxen, en muzikale bricolage op het raakvlak tussen tribale hardnekkigheid, uit z’n voegen barstend sonisch experiment, folkflarden en de hallucinogene gekte die je intussen met Haino associeert. Van het abstracte aftasten en voorzichtige textuur- en resonantie-onderzoek dat doorgaans geassocieerd wordt met de vrije improvisatie, is hier geen sprake. Dit gaat zonder omwegen naar het hart van de creativiteit met een recht-voor-de-raapse, onweerstaanbare energie. Het is soms een regelrechte kosmische chaos, een zootje dat alle kanten tegelijk uitschiet, maar dan wel van de goedaardige soort. De brede grijns op je gezicht is er het bewijs van.