Chuck Betz, Ryan Naideau en Jim Shelton vormen sinds 2008 het trio Nude Beach. ’77’ is hun derde plaat. Hierop borduurt de band gewoon verder op zijn bekende stramien. Behoorlijk rustige, onderhoudende poprockliedjes die geschoeid zijn op de leest van een Tom Petty, Bruce Springsteen of The Only Ones. Hier en daar, zoals bij opener ‘Used To It’, kunnen de drie hun adoratie voor The Beatles evenmin verstoppen. Ze grijpen graag terug naar de periode 1977-1981 van hun grote idolen. Ongevaarlijke poprock is het resultaat. Achttien liedjes staan er op de plaat, een beetje veel om de aandacht vast te houden, zeker gezien het allemaal braafjes klinkt met hier en daar wat harmonieuze zang. De liedjes lijken stilaan allemaal op elkaar en een uitschieter horen we evenmin. Een kabbelplaatje dat zijn rondjes draait terwijl we met iets anders bezig zijn. De naam Paul Collins doet misschien geen belletje rinkelen. De bands waar deze in 1956 in New York City geboren rasmuzikant deel van uitmaakte, waarschijnlijk wel: The Nerves, The Breakaways en The Beat. Toch lonkte voor Collins een solo-carrière waarin hij fervent zijn rock’n’rollhart blijft volgen. De bekende producer Jim Diamond uit Detroit draait aan de knoppen en levert ook bas en elektrische gitaar op de nieuwe plaat van Collins. Onvervalste rock’n’roll is wat we te horen krijgen, twaalf zeer degelijke liedjes lang. Meestal uptempo, al durft hij ook wel een soort van ballade te brengen (‘I Need My Rock’n’Roll’, het puur jaren 1960 liedje ‘With A Girl Like You’). We horen eigenlijk heel wat liedjes die ons katapulteren naar de jaren 1970, toen heel wat rock’n’rollbands ongecompliceerde, franjeloze deuntjes penden die ondanks alles de hitparade haalden. Dat zal met Collins, die een zeer leuke cover brengt van ‘Reach Out I’ll Be There’, oorspronkelijk van The Four Tops, niet zo snel gebeuren. Hij maakt dan wel tijdloze muziek maar de jongeren onder ons zullen het allicht liever wat hipper hebben.