Het overkomt ons wel eens meer. Nieuw rockplaatje in de cd-lade en meteen vliegen de associaties door de kamer. De zang, een instant herkenbare melodie of zelfs een opvallend ritme nopen meteen tot een zoektocht door de platenkast. Dat is hier niet anders. Een euvel dat wellicht te verklaren door een net niet fatale overdosis indierock in onze jonge jaren. Old Time Relijun is al een klein decennium het vehikel van de profetisch genaamde Arrington de Dionyso, een begenadigd performer die zich opwerpt als onbetwistbaar middelpunt van de actie. De man is van velerlei markten (gitaar, sax, zang) thuis. De trio-opstelling met staande bas, drums en hier en daar een hitsige sax herinnert aan het onvolprezen Morphine, maar dan met een slagaderlijke injectie van het soort drug waar nerveuze naturen als uw dienaar a priori voor bedanken. De plaat, deel twee van een zelfverklaarde trilogie, voegt niet zoveel toe aan voorgaand werk. Na aftrek van de afsluitende orgeldrone met nerveuze saxstoten en een interlude van Tuvaanse keelzang, een hobby van vreemde snuiter Dionyso, resteert een klein half uur hectische, dansbare punkfunkrock. Pere Ubu en The Minutemen springen opvallend in beeld en daar is vanzelfsprekend weinig mis mee. Vanwege zijn manische voordracht viel in het verleden wel eens de vergelijking met Jon Spencer, minus het gruizige blueshemd weliswaar. De Dionyso krijt en springt als een bezeten faun door het decor en doet daarbij zijn familienaam meer dan eer aan. Zijn gedachtewereld wordt bevolkt door vreemde schepsels en bizarre koortsdromen en de man is evenmin vies van wat esoterisch gekoketteer. Al bij al een niet onverdienstelijk album.