Het overgrote deel van het filmpubliek in Nederland en België komt nauwelijks in aanraking met de rijke geschiedenis en diversiteit van de cinema. Binnen het totale aanbod van de filmprogrammering is het leeuwendeel in handen van commerciële bioscopen, die eenzijdig gefocust zijn op het vertonen van nieuwe releases. Op scholen wordt er nauwelijks tijd ingeruimd voor filmeducatie, op televisie worden veel meer nieuwe films dan oude films vertoond en ook in de media ligt de aandacht vooral bij de cinema van het moment. Alleen filmmusea en arthouse-bioscopen weten met hun filmvertoningen te ontsnappen aan de films van het moment, maar onder andere door hun geringe aantal is hun bereik binnen het bioscooppubliek laag. De commerciële exploitatie van een filmaanbod dat verder kijkt dan wat er uit Hollywood komt is lastig, zoals in 2010 nog pijnlijk werd aangetoond met de sluiting van Studio Filmtheaters in Leuven. Toch zijn er organisaties die dat wel lukt, al opereren zij onder de vleugels van andere instituten in Antwerpen is Cinema Zuid onderdeel van het MuHKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen), en in Brussel en Kortrijk is er ruimte voor filmprogrammering in respectievelijk Flagey en Kunstencentrum BUDA. Volgens een zelfde formule opereert Cinema ZED in Leuven, dat tien jaar geleden ontstond in de schoot van Kunstencentrum STUK. Door te experimenteren met de programmering en de promotie slaagden zij er de afgelopen jaren wel in om hoge aantallen bezoekers te trekken, met een aanbod dat fris afwijkt van de programmering in de commerciële bioscopen. In het eerste jaar werden de bezoekcijfers van een magere 6000 personen naar 20.000 bezoekers getild, en het afgelopen jaar trok de cinema maar liefst 50.000 bezoekers. Het succesvolle tienjarige bestaan wordt onder andere gevierd met dit aardig vormgegeven boek, dat een overzicht bevat van 100 favoriete films uit de programmering van al die jaren. De films zijn ingedeeld in tien categorieën, variërend van Belgische cinema tot muziekfilms en van documentaire tot alternatieve Amerikaanse cinema. De keuze voor elke film is kort toegelicht, waarbij vooral wordt ingegaan op de manier waarop deze specifieke film een aanvulling is op de eenzijdige programmering in commerciële bioscopen. De selectie bevat grotendeels titels uit het arthouse-circuit die de afgelopen jaren een relatief groot publiek wisten te bereiken, en zal voor doorgewinterde filmliefhebbers weinig verrassingen bevatten. Toch zitten er ook pareltjes tussen die opvallend weinig op een groot scherm te zien waren de afgelopen jaren, zoals Buster Keatons The General, Lars von Triers The Kingdom en Princess een Vlaamse kruising tussen Barbarella en James Bond, die ontdekt werd in het inmiddels verdwenen Vlaams Filmmuseum, en zelfs een dvd-release heeft gekregen.