In het oktobernummer van het Britse muziektijdschrift The Wire wordt de nieuwe single van The Ex gerecenseerd: ‘Another brilliant blast from a band that never fail to deliver the goods’. Die zit. Het blad is net zo loyaal aan de dwarse Noord-Hollandse rockers als Oor en Kink zijn aan Nick Cave, of het Algemeen Dagblad aan Anouk. Niet zonder reden.
Afgelopen voorjaar ging The Ex voor het eerst sinds 2019 weer op tournee. Niet om een nieuwe plaat te verkopen, maar om het publiek kennis te laten maken met nieuwe muziek en die stukken bij te schaven en te verdiepen totdat ze rijp zijn om opgenomen te worden. Niet voor niets opent zanger-gitarist Arnold de Boer het concert in Paradiso deze woensdag met de woorden: ,,We hebben tien nieuwe nummers en die komen één voor één voorbij…’’
The Ex is geen band die van een concert een nostalgische favorietenpotpourri maakt. Greatest hits? Hoezo hits?
Dit najaar viert de groep het 45-jarig bestaan, maar van terugblikken of herhalingsoefeningen is geen sprake. Hooguit zou je kunnen zeggen dat liefhebbers die The Ex al decennia volgen bij voorbaat weten dat de lat hoog gelegd wordt. Anders zou het voor wie de band woensdag bezig zag onvoorstelbaar zijn dat deze explosie van energie en – excusez le mot – ‘urgentie’ al vrijwel een halve eeuw voortduurt. De diepgang van de veteraan ontmoet het vuur van de debutant.
In Amsterdam speelt The Ex deze woensdag het vierentwintigste concert van de huidige tournee. Dus het nieuwe repertoire. Twee van de nieuwe nummers verschenen onlangs op de vinylsingle die nu in The Wire gerecenseerd is. En de groep ontwikkelt zich nog altijd. Met de komst van Arnold de Boer, die in 2009 zanger van het eerste uur G.W. Sok verving, kwam er meer melodie in de muziek van The Ex. Maar een band is een dynamisch organisme. Terwijl Kat Bornefeld altijd al ongelofelijk strak drumde, hebben ook gitaristen Terrie Hessels en Andy Moor zich de afgelopen tien jaar extreem ontwikkeld, vooral ritmisch. En dat onderscheidt het nieuwe repertoire weer van dat op het meest recente album, ’27 Passports’ uit 2018. Iets wat in de voornoemde Wire-recensie ook al over de nieuwe single wordt opgemerkt.
Tien nieuwe songs dus en de nieuwe nog ritmischer koers openbaart zich al direct in het openingsnummer dat veelzeggend ‘Beat Beat Drums’ heet. Terrie slaat met een drumvel op zijn gitaarsnaren. Andy gaat zijn instrument ritmisch boenend met een huishoudborstel te lijf. En Arnold tokkelt daar een melodie tussendoor. Steeds heftiger, uitlopend op een climax. De toon is gezet.
In het tweede nummer, ‘Monday Song’, verrast Terrie door zowaar een melodieus gitaarloopje te spelen – dat hebben we hem niet vaak zien doen. Waarna in het volgende nummer, ‘The Evidence’ – tevens B-kant van de nieuwe single en geïnspireerd door de docufilm ‘Meeting the Man: James Baldwin in Paris’ – Andy de melodieuze gitaarpartij speelt. Arnold zingt vanuit zijn tenen, het hoofd rood aanlopen. Deze man heeft iets te melden; geen twijfel mogelijk.
Terrie danst als hij gitaar speelt. Dat doet hij altijd, maar zonder dat het routine wordt. Telkens als Terrie danst is hij het dansen opnieuw aan het ontdekken. En als toeschouwer ontdek je dan Terrie weer opnieuw.
‘Spider & Fly’ is een verhaal verteld door Arnold, terwijl Andy slide speelt. Opeens komt ook het drummen van Kat meer naar voren en dat is nooit een basale of lompe beat, maar altijd een herhaling van patronen. Subtiel en in veel gevallen ook melodieus. Iets wat wordt voortgezet in ‘Circuit Breaker’ waarin ook de drie gitaristen zich van hun meest melodieuze kant laten horen. Na een lang intro wordt de stem van Arnold als extra instrument ingezet.
Op iedere plaat en tijdens ieder concert krijgt ook Kat haar ‘schijnwerpermoment’ als ze vóór op het podium komt om ‘Wheels’ te zingen, ingetogen begeleid door de drie gitaristen. Zoals bijvoorbeeld ook Kim Gordon dat moment altijd bij Sonic Youth kreeg. ‘It’s spinning on and on and on’, zingt ze en de rest van de tekst is straks ongetwijfeld op de binnenhoes van de nieuwe plaat te lezen.
‘Wheels’ is de opmaat tot de langzaam maar zeker steeds heftiger wordende finale. Die begint met het ijzersterke gitaarintro van ‘The Loss’, waarbij Arnold zichzelf als zanger bijna binnenstebuiten keert, terwijl Terrie een bierfles als slide gebruikt en Kat en Andy een loeistrak ritme aanhouden.
‘In The Rain’ onderstreept dat de afwisseling groot is, zonder dat daar allerhande technische hulpmiddelen worden ingeschakeld. De gitaristen hebben geen van drieën een cockpit aan effectapparatuur voor zich op de vloer liggen. Geen enkel pedaaltje zelfs. Andere, afwijkende klanken worden rechtstreeks uit de gitaar gehaald. Door een voorwerp tussen de snaren te steken of met het hout over de vloer te slepen. Zo doen ze dat al decennia en het ontwikkelt zich nog steeds.
In ’The Apartment Block’ is er wederom sprake van een opvallend melodieuze basis, ditmaal gespeeld door Kat op ‘woodblocks’ en Terrie op gitaar, waaroverheen Arnold de tekst als een mantra scandeert: ‘When I grow big I want to be an apartment block’. Hoe ‘catchy’ wil je het hebben? En ook dit nummer groeit weer naar een climax.
Om tenslotte af te sluiten met A-kant van de single, ‘Great!’, dat van Andy een bijna Johnny Cash-achtig intro op de baritongitaar krijgt, waarna Arnold de vinger op één van de pijnplekken van deze tijd legt: ‘All together ain’t everybody!’ Hoewel de politici en religieus leiders die zo graag roepen dat ze ‘er voor iedereen zijn’ deze avond in Paradiso schitteren door afwezigheid.
Ondertussen staat het hele publiek – nou ja, in ieder geval de voorste helft van de zaal – te dansen. De nieuwe nummers zijn op, maar als toegiften worden nog twee stukken van ’27 Passports’ gespeeld. In november is er het 45-jarig jubileumfeestje en daarna zo snel mogelijk de studio in. De wereld heeft een nieuw Ex-album nodig. En niet zo’n beetje ook.
Gezien: The Ex, woensdag 25 sept 2024, Paradiso, Amsterdam