Deze editie van Mind The Gap zijn we goed verloren gelopen. Wat rustig en minimalistisch begon, werd vervaarlijk, uitputtend, unheimisch. We bevonden ons in een film noir, in onderbuiken van oude gebouwen, op de achterbank van een bus, in stille steden. Broeierige jazz, piepende drones, weemoedige mathcore, tape-loops. Gelukkig is de soundtrack goed!
1. Loraine James
Enfield Always
Building Something Beautiful For Me
Phantom Limb
Loraine James duikt in het oeuvre van Julius Eastman en vindt verbinding tussen haar gebroken ritmes en Eastmans hedendaagse minimalisme. Het drijft James weg van het meer hectische dansvloermateriaal. Op ‘Building Something Beautiful For Me’ slaat zij de brug tussen haar Hyperdub-uitspattingen, de ambientplaat die ze eerder dit jaar uitbracht als Whatever The Weather en dit meer intieme palet. Met ‘Enfield Always’ als ritmische afleiding.
2. Saint Abdullah & Eomac
Chafing Dish
Patience of a Traitor
Other People
Een onverwachte samenwerking tussen de Iraanse broers van Saint Abdullah en de Ier Eomac. Uiteengetrokken samples en veldopnamen, in dit geval van enkele Teheraanse badhuizen, worden geserveerd op het ietwat experimentele en elektronische geluid van Eomac. Onverwacht, maar eenmaal enkele luisterbeurten diep, is ‘Patience of a Traitor’ de perfecte symbiose tussen drie visionairs. De chaos van Saint Abdullah wordt hermetisch ingepalmd door de strakke lijnen van Eomac. Een sonische aanpak die toetst naar beider muzikale bronnen, en lijkt te worden ondergedompeld in een slowjazz-bad. Zo wordt bijvoorbeeld de hectische ondertoon op ‘Chafing Dish’ verzacht door een uiterst bezwerende melodie.
3. Ibrahim Alfa Jnr
VEUM
Messier87
Mille Plateaux
‘Hypercussie’, noemt hij het zelf. Zijn atypische benadering van ritmes en beats die elkaar overlappen, muteren in hoge bromtonen of hyperkinetische baslijnen, versnellen en vertragen tot de muziek vervaagt in ritmische opdonders die doen denken aan breakbeat, drum-’n-bass en jungle. Maar Ibrahim Alfa Jnr laat zich niet in genres omschrijven. ‘Messier87’ is een stevig ritmisch werk. Zelf omschrijft hij wat hij doet als zwarte politieke muziek, die ook zonder woorden sterk staat. Het verklaart de letterwoorden als titels, die haast aan anagrammen doen denken. Titeltrack ‘VEUM’ is de perfecte introductie tot deze politieke a-ritmiek.
4. Ani Klang
1thousand sadbois (in my mouth)
Ani Klang LP
New Scenery
Ani Klang haalt clubmuziek uit zijn dromerige eentonigheid en smijt met percussiesalvo’s de dansvloer aan diggelen. Brutaal en direct. Samples breken af, een geluid doorspekt met glitches en plots opduikende nieuwe en halfuitgespeelde melodieën, waarbij de kickdrum centraal staat. Ani Klang heeft een favoriet instrument en dat wordt 45 minuten lang het centrale punt van deze plaat. Eindeloos beukend en uitputtend. Je wordt verpulverd. Heel even lost Klang de snelheid op het gabberende ‘1thousand sadbois (in my mouth)’, om dan moorddadige drumsalvo’s op je af te schieten. Hier wordt vaak naar adem gehapt.
5. Vincent Dallas
S’ochtends In De Nachtwinkel
De Stad Is Niets Voor Mij
Total Black
‘Wat zeggie? Dicht? Hoezo dicht? Ik sta toch droog, man! Wat wil je nou met je ‘je gooit toch geen steen door de ruit?’ Gezever. Zo doet men dat in Kortrijk. Daar luisteren we naar harsh noise. HARSH NOISE, JA. Wat? Nee, ik ben niet doof, en ja, misschien staat de koptelefoon inderdaad ietwat luid. Ik draai Vincent Dallas, dat hoort op maximaal volume. Maar hé, ik ben hier dus voor een biertje, meneer agent, liefst een Rochefort, ach, weet je wat, ik pak ‘m zelf wel.’
6. The Callous Daoboys
Star Baby
Celebrity Therapist
MNRK
IJzersterke mathcore, loeiend en vol zelfvertrouwen (jakkerende gitaren, stormende drumpartijen, een brullende zanger). Maar de muziek van The Callous Daoboys kent twee gezichten: wanneer het liedje omslaat (sentimentele piano, melodramatische zang, blèrende blazers), bevinden we ons plots op de achterbank van een bus, op de weg terug van een schoolreisje, we zijn weer zestien en iemand heeft net ons hart gebroken. Wat is de wereld verwarrend.
7. Dienne
Mio Signore
Addio
Other People
De muziek op het mooie debuut ‘Addio’ van de Belgische elektronicacomponiste Dienne klinkt weemoedig. Het is een ode aan haar oma, die tijdens de COVID-pandemie overleed en waarvan vanwege de restricties geen afscheid genomen kon worden. Op ‘Mio Signore’ haperen, sputteren en flakkeren de melodieën. Een droevige hobo klinkt door de elektronica heen, gaat in de muziek op en komt toch weer boven. Ver weg maar toch dichtbij.
8. Songs For A Tired City
Dupahr
In Plain Sight
Subcontinental Records
Met Delhi als hun uitvalbasis en inspiratie, maakt het duo Songs For A Tired City klanken die de stad reflecteren, stoeiend met ambient, veldopnamen, tape-loops, modulaire synths en een drumcomputer. Het futuristisch aanvoelende ‘In Plain Sight’ laat zich luisteren als een weemoedige terugblik op wat was en wat zal komen. Met wat beide heren beschouwen als ‘het onbekende Delhi’ als bron. ‘Dupahr’ voelt als een heimwee naar lang vergeten, met hitte overgoten hete dagen in een stille stad. Ingetogen en bezwijmend.
9. Yhdessa
Hier Und Da
Along The Simple Line
Concentric Records
Na zeven jaar van sonische avonturen als duo, werpen de Nederlands-Italiaanse Grand River en de in Sardinië geboren Enrica Falqui een debuut-ep de buitenwereld in. Het tweetal, dat ook in hun solo-projecten garant staat voor dromerige en experimentele elektro-ambient, puurt dit verder uit op het introspectieve ‘Along The Simple Line’. De release, die zich slechts heel langzaam aan de luisteraar blootgeeft, trekt je met het ritmisch bezwerende ‘Hier Und Da’ de betovering in. En laat je achter met honger naar meer.
10. God Alone
ETC
ETC
Prosthetic Records
Op mathrock kun je rekenen. Alhoewel, dat wordt nog knap lastig gemaakt door die schavuiten van God Alone die, door hun aanstekelijke mix van opruiende gitaren, jagende drums en zwoele basloopjes heen, lukraak getallen beginnen te roepen. En vervolgens ook nog eens in het Frans. Laat maar zitten, dat meetellen. Met deze Crack Cloud-achtige up-tempo oorwurmen dansen we wel gewoon wild en zonder gêne mee.
11. Dan Gibson & Anne Wellmer
Underbelly
Acoustic Interiors
Eigen Beheer
Het geluid van een locatie wordt opgenomen. Een ander persoon mag tijdens het opnemen van deze veldopname andere geluiden maken met objecten die in diezelfde ruimte te vinden zijn. Het is een afscheidscadeau en een welkomstgeschenk bij het verhuizen van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, want men vertrekt naar een fonkelnieuw gebouw. De track ‘Underbelly’ sleept je mee langsheen een scherp piepend, drones pompend klanktapijt dat echt wel klinkt als de onderbuik van een gebouw, waar je liefst niet te ver in verdwaalt. Dat durven en doen Anne Wellmer en Dan Gibson echter wél.
[VERWIJZING ERBIJ: ZIE P. 30]
12. RA Washington & Jah Nada
Call To Prayer
In Search of Our Father’s Gardens
Astral Spirits
Het broeit op ‘Call To Prayer’. Het angstzweet staat ons, bij het horen van het voorzichtige gebrom van de bas, het suizen van bekkens en het schallen van hoorns, in de nek. Als bij een spannende film noir. Wat we zien? Een mistige steeg, een geheimzinnig figuur. Zijn stem klinkt kermend, jammerend. Mijn hemel, RA Washington (Mourning [A] BLKstar) en Jah Nada (Bloody Show) weten sfeer te scheppen!
13. Haarvöl + Xoán-Xil López
The Previous Extant of the Hereafter
The Uncanny Organisation Of Timeless Time
Crónica
‘Waar zijn we? Ik zie niets, ruik niets, voel niets. Er is alleen geluid: een overdonderend, aanzwellend geluid. Een orgel, maar met orgelpijpen die almaar doorblazen, tonen die zich uitrekken, die, eenmaal de lucht ingeschoten, geen maat meer hebben. Als de wereld geen begin kent, hoe kan die dan eindigen? Ben ik hier niet al eens geweest? En dan plots – stort alles in. Het slot. Dit was het dan. Als de wereld dan toch eindig blijkt, laten we dan nog even blijven liggen, veilig onder het geluidsdeken van elektronicamuzikanten Fernando José Pereira en João Faria (Haarvöl) en organist Xoán-Xil López. Eventjes nog.’