Interview met Dessa

Interview met rapper/zangeres/schrijver Dessa, over haar nieuwste album en aankomende boek.

Eind februari verscheen Dessa’s derde reguliere album ‘Chime’, dat zowel put uit harde hiphop als ingetogen (elektronische) pop. Later dit jaar verschijnt bovendien ‘My Own Devices’, een essaybundel over thema’s als liefde en het leven op tournee. Wie haar live wil zien: de Amerikaanse rapper/zangeres/schrijver treedt op 9 april op in Paradiso.

images uploads gallery Dessa Cred Bill Phelps
Dessa. Copyright foto Bill Phelps. Gebruikt met toestemming van het platenlabel.

Dessa is niet voor één gat te vangen. Op de albums die ze met het hiphopcollectief Doomtree maakte, valt ze steevast op door haar raps die tegelijkertijd fel en beheerst zijn, en haar intelligente, gelaagde teksten. Wie haar soloalbums beluistert om meer verses van haar te horen komt deels bedrogen uit: ze zingt minstens zo vaak als dat ze rapt. Op het recent verschenen ‘Chime’ is ze nog verder dan op eerdere solo-albums richting triphop opgeschoven. Zelf omschrijft ze het als een plaat met “een aantal rapnummers en een aantal ballads, een liedje waarin getwijfeld wordt aan de vrije wil, en een maf nummer genaamd ‘Shrimp’. Een constante is dat ik een zwak heb voor gelaagde harmonieën.”

Het is vaak lastig te zeggen of Dessa nu rapt of zingt. Haar werk lijkt zich sowieso weinig aan te trekken van hokjes of harde begrenzingen. “Nu ik inmiddels een ervaring artiest ben, ben ik me ervan bewust dat ik uit allerlei stijlen put. Maar ik zou dat niet zo goed doorhebben als mensen uit de industrie me dat niet duidelijk hadden gemaakt; ik schreef gewoon teksten en melodieën die ik goed vond klinken. Ik had de kennis niet om grenzen te trekken tussen hiphop, triphop en alternatieve pop – maar dat maakte me eigenlijk ook niet uit. Ik ben nog steeds niet goed met zulke aanduidingen. Toen ik Lazerbeak – die samen met Andy Thompson ‘Chime’ produceerde – vroeg hoeveel rapnummers er op dit album stonden, telde hij er twee of drie minder dan ik. De grens tussen rappen en zingen is voor mij nog steeds vaag.”

Gender

‘Chime’ werd voorafgegaan door een aantal singles, waarvan vooral het felle ‘Fire Drills’ de tongen losmaakte. Voor mijn gevoel verscheen het nummer in de nasleep van de #MeToo-discussie. Dessa rapt erin over haar reiservaringen in het buitenland, en het seksisme waarmee ze geconfronteerd wordt in regels als: ‘Cut my hair, tape my tits down / A woman on her own must be from out of town’. “Ik schreef ‘Fire Drills’ voordat de #MeToo-beweging aanving, maar tegen de tijd dat het nummer verscheen was de discussie inmiddels wijdverspreid. Dat was als tekstschrijver een vreemde ervaring: dat er zoveel aandacht was voor een onderwerp dat daarvoor weinig frequent werd besproken. Het voelde een beetje als in het bos wandelen en een achtbaanssnelweg aantreffen op de plaats waar je je tent op had willen zetten. Ik ben blij dat discussies over gender deel zijn gaan uitmaken van onze mainstreamdialoog; ik moet nu alleen nog uitzoeken hoe ik in ze pas.”

Omdat Dessa zowel een muzikant als schrijver is en er uiteenlopende ideeën bestaan over genderrollen en seksisme in beide werelden, vraag ik naar het verschil tussen die twee scenes. “Ik loop al lange tijd mee in de muziekwereld, en werk met een groep progressief denkende mannen. Als lid van Doomtree maak ik deel uit van een cultuur die zowel agressief en competitief is, als inclusief en vriendelijk. Maar inderdaad, er is seksisme in de muziekwereld. Ik denk dat er minder misogynie is, maar die bestaat ook. Bijna iedereen met wie ik werk in de literaire wereld is een vrouw: mijn redacteur, de publiciteitsmedewerker, de senior vicepresident. Tijdens onze eerste echte bijeenkomst dacht ik: wauw, ik ben nog nooit met zoveel vrouwen bij elkaar geweest – misschien op Kerst met mijn moeders familie na. Ik ben de literaire gemeenschap pas kortgeleden binnengestapt – voordat ik bij Dutton tekende, rekende ik voor feedback op mijn teksten alleen op een paar goede vrienden –, dus waarschijnlijk is het nog wel te vroeg om generaliserende uitspraken over deze cultuur te doen.”

Essays

Over hoe Dessa tussen die twee werelden beweegt, merkt ze op: “Ik denk dat ik in de muziekwereld als een soort academicus word gezien: goedgemanierd en een tikkeltje neurotisch. In de literaire wereld wordt het tegenovergestelde gedacht: ik vloek waarschijnlijk iets te veel tijdens bijeenkomsten, blijf te lang op, en indien mogelijk probeer ik de telefoon niet voor elf uur ‘s avonds op te nemen. Maar ik heb het geluk dat ik met mensen kan werken die rekening houden met wat voor hun de andere kant van m’n carrière is, zolang ik hard blijf werken en doe wat ik beloofd heb. Ik doe hetzelfde voor de mensen met wie ik goed op kan schieten en die ik vertrouw. Er is geen formule voor het maken van kunst.”

Midden september verschijnt bij ‘My Own Devices’ bij Dutton, dat gelieerd is aan de grote uitgeverij Penguin. Over de inhoud laat Dessa nog niet veel los, maar ze vertelt al wel over haar liefde voor het persoonlijke essay. “Waarschijnlijk kende ik de term ‘persoonlijk essay’ nog niet toen ik voor het eerst een dergelijke tekst las. Ik wist gewoon dat ik iets grappigs, intelligents en roerends had gelezen, en het feit dat het allemaal waar was maakte het nog veel overtuigender. Ik hield direct van die vorm. In zowel liedjes als proza voel ik me aangetrokken tot non-fictie, stilistische kracht, en beknoptheid.”

Harmonieën

Het werken aan ‘Chime’ en ‘My Own Devices’ overlapte. “Ik focuste me een paar weken op proza, en als ik geraakt werd door een goed idee ging ik verder met muziek. Ik denk dat deze twee projecten met elkaar verbonden zijn omdat ze door dezelfde periode in mijn leven gevormd zijn: naar New York verhuizen, een gebroken hart, mijn verse fascinatie met neurowetenschap, een hernieuwde connectie met de Latijns-Amerikaanse kant van mijn afkomst. Maar ik denk dat mijn liedjes en essays erg van elkaar verschillen. De liedjes zijn agressief en melancholisch, met een paar optimistische en catchy momenten. De essays bieden meer ruimte voor uitweiding, humor, en filosofische speculaties. Dezelfde onderwerpen zorgen voor heel verschillend materiaal in elke manier van expressie.”

Op 9 april staat Dessa in Paradiso. Het zal haar eerste concert als headliner aldaar zijn. Haar zwak voor harmonieën heeft in elk geval invloed gehad op de bezetting van haar band: “Ik word dan vergezeld door twee muzikanten met geweldige stemmen. Matthew Santos gaat mee op het podium, samen met Aby Wolf, met wie ik al lange tijd werk. Met een driestemmige harmonie kun je een heel krachtig optreden neerzetten, en ik ben blij dat ik mijn tour in Paradiso kan beginnen. Aby en ik hebben online al alle foto’s van de zaal bekeken.”

 

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!