De Haagse kunstenaar Gabey Tjon a Tham vereenvoudigde haar installatie ‘The Monads’ tot het broodnodige. Het geheel is op het eerste oog weinig spectaculair, maar blijkt intelligent en ambigu in elkaar te steken. Maarten Buser bezocht de expositie in Tetem, en vroeg zich af wat nu eigenlijk het verschil is tussen natuur en technologie.
‘The Monads’ is een installatie die, even plat samengevat, bestaat uit een in de lucht hangende rij stokjes waarop luidsprekers zijn bevestigd. De speakers maken uiteraard geluid, draaien rond aan hun stokjes – wat natuurlijk effect heeft op het geluid – en wiebelen voorzichtig. Ik geef het toe: na een minuut ‘The Monads’ dacht ik: is dit alles? De enige juiste optie is natuurlijk te blijven kijken, en dan blijkt het dat Tjon a Tham met minimale middelen een biologerend geheel van associaties oproept.
De installatie en gelijknamige expositie ontlenen hun naam aan de filosofie van de Duitse filosoof/wetenschapper Gottfried Wilhelm Leibniz (1646–1716), waarin een ‘monad’ een elementair deeltje is; een atoom of persoon bijvoorbeeld. Het woord ‘monade’ betekent echter ook ‘eenheid’ en wordt in die zin – met allerlei verschillende (bij)betekenissen – onder andere toegepast in de filosofie, theologie, muziek en informatica. Het is niet gemakkelijk om al die disciplines aan ‘The Monads’ te koppelen, maar die laatste twee vallen vrij gemakkelijk op hun plaats: dit kunstwerk gaat over systematiek.
Na een tijdje luisteren naar het geluid van de Monads, dat nog het best omschreven kan worden als gekwetter – eerste associatie: de vogelrijke gebieden in Artis – valt het kwartje. Ze bestaan uit een horizontale lijn met een bol in het midden: een heel gestileerde vogel. Tegelijkertijd zien ze eruit alsof ze gemaakt zijn van de onderdelen van een gesloopte radio. Hun uiterlijk is prachtig ambigu. Het zijn duidelijk machines, en toch tegelijkertijd ook vogels.
Systematiek
Hetzelfde geldt voor het kwetterende geluid. Als je wat dichterbij komt en er maar één of twee speakers ronddraaien, hoor je zoefachtige geluiden – alsof er een auto voorbij rijdt. Organisch klinkt het geluid in elk geval niet, zeker niet op de momenten dat het wordt uitgerekt tot iets dat het meest klinkt als een straaljager (overigens niet qua volume). Die associatie is veelzeggend: vliegtuigen zijn natuurlijk voor een belangrijk deel ‘afgekeken’ van vogels. Veel technologie is gebaseerd op fenomenen uit de natuur.
Het idee van systematiek lijkt technologisch en mechanisch (en daarom misschien ook menselijk), maar is natuurlijk ook gewoon een fenomeen uit de natuur. Tjon a Thams Monads lijken mede daardoor zowel apparaten als dieren; zowel eenheden als een groter systeem. Misschien neigen ze nog het meest naar de natuur: ze maken immers niet steeds dezelfde, voorgeprogrammeerde bewegingen, maar bewegen vrijelijk binnen hun systeem. Met vogels is het nauwelijks anders, suggereert de korte video van een in formatie vliegende zwerm.
Die video maakt deel uit van het onderzoek dat de kunstenaar uitvoerde voorafgaande aan ‘The Monads’. Daardoor zal het niemand verbazen dat de expositie enigszins cerebraal is. Niet alleen de uiteindelijke installatie wordt getoond, maar ook een eerdere versie en een deel van het onderzoek. De voorloper bijvoorbeeld wordt niet-werkend getoond, en onderzoek wordt gepresenteerd door middel van een aantal afgedrukte citaten en kopieën van boeken die Tjon a Tham heeft gelezen. Die geven een prima indruk van de achtergrond van de installatie – er zit er bijvoorbeeld een bij over cybernetica – maar een expositie is natuurlijk niet de gelegenheid bij uitstek om dat alles uitgebreid te gaan lezen.
Associaties
Niet alles is herleidbaar tot de uiteindelijke installatie. Vogelgedrag wordt bijvoorbeeld aangehaald in een schema dat grotendeels mysterieus zal blijven voor niet-ornithologen. Of je zo’n schema – of de rest van het onderzoek – in het kunstwerk terug moet zien is een tweede. Misschien wel het interessantst van dat ‘voorwerk’ is juist de opmerking dat Tjon a Tham eerdere versies van de installatie vereenvoudigde. Wie beelden van ‘The Monads’ opzoekt, ziet ze bijvoorbeeld ook door hele ruimtes hangen. Bij deze expositie hangen ze op één rij; draaiend, trillend, geluid makend, en bovenal intrigerende associaties oproepend. Meer is er eigenlijk niet nodig.