Het is onopvallend binnengewandeld, het groene ideeëngoed. Moeilijk was dat niet, kieren genoeg indertijd. Die zijn nu dicht. Iedereen zijn passiefhuis, waaruit geen ideeëngoed meer kan ontsnappen. Iedereen zijn waterput. Iedereen monopolist. En helemaal bovenaan, onder het geïsoleerde dak: de slaapkamermuzikant. Een drumcomputertje. Een gitaar en een micro. En een echt computertje. Contact met de buitenwereld is belangrijk voor de slaapkamermuzikant.
Zijn informatie haalt hij, net zoals zijn regenwater, uit vertrouwde bron. Een strenge selectie van vrienden garandeert dat enkel gefilterde informatie zijn passiefhuis bereikt. Veilig binnen het netwerk komt enkel de essentie van het wereldnieuws tot hem, en dat op elk uur van de dag. Wat op zich wel leuk is.
Maar het droge nieuws volstaat niet meer. Er is een vloedgolf aan creativiteit nodig om de nooit aflatende honger naar onbespoten informatie te stillen. Nieuws zonder ziel, zonder gevoel, zonder creativiteit maakt geen kans, en wacht een stille dood. Gelukkig gonst het netwerkje van de creativiteit, in uiteenlopende leuke disciplines. Prentjes. Fotografie. Modieuze kledij. Knutselwerk. En, de leukste van allemaal: muziekjes.
Nu is creativiteit niet te verwarren met ideeën. Ideeën, het is noodgedwongen een uitstervend concept. Creativiteit is een stap verder in de evolutie. Immers: we hebben alles wat we nodig hebben, alles is bereikt, alles is al eens eerder gedaan.
We gaan dan ook een tijdperk in van recyclage. Met hernieuwde energie knutselen de slaapkamermuzikanten aan creatieve interpretaties en herwerkingen, als odes aan wat al bestaat. Recyclage is een eer; eigendomsrecht is slechts een symbolische troost voor wie niet gerecycleerd wordt. In het geniep stelen behoort tot het verleden: dat doe je tegenwoordig openlijk. Als een rapper – laten we hem Kenny noemen – een stukje King Crimson gebruikt, dan koopt hij een portie geloofwaardigheid – het zou dom zijn om dat dan te verzwijgen.
Recyclage van ideeën bestaat trouwens al langer dan vandaag. Nemen wij een willekeurige film uit de jaren 1990 met een geniaal idee: ‘Speed’ van Jan de Bont. In één zin samen te vatten, zoals het hoort: de bus ontploft als hij trager rijdt dan 50 mijl per uur. Nemen we nu een willekeurige strip uit de jaren 1960 met een geniaal idee: ‘Duel Der Idolen’ van Jan Kordaat. In één zin samen te vatten, zoals het hoort: de racewagen ontploft als hij trager rijdt dan 50 mijl per uur. ‘Speed’ is dus een stripverfilming, en wat zien we in de jaren 2000? De ene na de andere stripverfilming. Jan de Bont, alias Jan Kordaat, is geen dief, hij is een visionair. Zou hij al een passiefhuis met zelfbedruipend zwembad hebben?