Collectieve dialoog – To Come Between

Niels Tubbing praatte met een naamloos dans- en kunstenaarscollectief over de controverse in de Deense-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson in Rotterdam en de performance als reactie daarop.

Een naamloos dans- en kunstenaarscollectief reflecteert op de tegengestelde perceptie van de Deense-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson in het Rotterdamse (kunst)landschap: gerespecteerd en verworpen. Niels Tubbing praatte met de initiatiefnemers.

De positie van de Deense-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson in het Rotterdamse (kunst)landschap is een interessante. Aan de ene kant een zeer gerespecteerd artiest met de grote en succesvolle installatie ‘Notion Motion’ in het Museum Boijmans van Beuningen (om de zoveel jaar tentoongesteld, dit jaar was dat van 18 juni t/m 18 september). Maar ook weggehoond door de Rotterdamse burger inzake zijn geplande kunstwerk in de publieke ruimte: ‘Kissing Earth’ zou een groot werk op het stationsplein worden, maar is uiteindelijk onder druk van ‘de Rotterdammer’ er niet gekomen.

Autonome kunstenaar?

Een dans- en kunstenaarscollectief bestaande uit Maaike Schuurmans, Luis Rios Zertuche en Connor Schumacher vond deze schijnbare tegenstelling een interessant uitgangspunt om vanuit te werken. Hun werk ‘To Come Between’ was een performatieve interventie binnen in de installatie ‘Notion Motion’ van Eliasson. Voordat we wat meer de diepte ingaan wat betreft het werk zelf, spreken we met Maaike Schuurmans over de onderlinge samenwerking binnen het nog naamloze collectief, dat nu een ruime vier jaar in deze samenstelling bezig is. “Connor, Luis en ik werken eigenlijk altijd met zijn drieën. Connor is meer de danser/performer/choreograaf, Luis is meer de conceptontwikkelaar en videokunstenaar, en ik doe de dramaturgie.”

foto Luis Rios Zertuche
foto Luis Rios Zertuche

“We praten met zijn drieën continu over het geheel van de voorstelling: waar moet het over gaan, waar liggen de accenten, hoe pakken we het aan? Het is lastig om aan te wijzen wie wat precies heeft bedacht, omdat we constant in dialoog zijn met elkaar. Luis werkt als zelfstandig fotograaf en kunstenaar, hij maakt bijvoorbeeld de posters van De Parade. Zelf doe ik als dramaturg ook nog andere zaken hiernaast, maar de laatste tijd zijn we wel veel met dit collectief bezig. We hebben wel nagedacht of we een naam moeten bedenken voor ons gezelschap, zodat we ons wat duidelijker kunnen profileren. Maar we hebben allemaal een bepaalde rol die weer verschilt per project, dus we zijn nog een beetje aan het zoeken naar hoe we ons moeten overbrengen. We zijn een beetje tegen het idee van de kunstenaar als autonoom genie of grote held. We beseffen dat er vrijwel altijd verschillende mensen betrokken zijn bij de totstandkoming van een stuk. We werken veel samen met Majon van der Schot. Zij is een van onze vaste dansers en we hebben haar er altijd graag bij. Majon weet altijd goed te vertalen wat wij willen.”

Dansateliers

Het stuk ‘To Come Between’, dat een aantal maal plaatsvond in september, is mede tot stand gekomen door Dansateliers, een organisatie die dansmakers de mogelijkheid biedt ideeën en concepten te onderzoeken en ontwikkelen. “Dansateliers heeft ons collectief gesteund. Connor zat reeds in een ander project gekoppeld aan Dansateliers, dat was Dancing Museums, met verschillende musea uit verschillende landen, met in ieder land een danser of instituut aan zich verbonden. In Nederland is er de koppeling Dansateliers, Dancing Museums en Boijmans van Beuningen. Vanuit die bestaande relatie is ons gevraagd om dit project ‘To Come Between’ te maken.”

foto: Luis Rios Zertuche
foto: Luis Rios Zertuche

Aanvankelijk bestond er bij het collectief een lichte aarzeling om midden in het werk van Eliasson aan de gang te gaan. “Eliasson is groot kunstenaar. Zijn werk ‘Notion Motion’ is speciaal ontwikkeld voor de ruimte hier in Boijmans. Zij zijn ook de eigenaar van de installatie en stellen deze om de zoveel tijd tentoon. In principe bestaat het werk uit vrij weinig -het is voornamelijk ruimte en licht waarmee wordt gespeeld. Het schijnt dat Eliasson op een A4-tje geschreven heeft hoe de installatie opgebouwd moet worden. Die paar regels leiden dan tot een drieluik dat bestaat uit licht, water, bakken en een vloer gemaakt van steigerhout. De reflecties op de muur vormen dan het belangrijkste onderdeel van het werk. Daarbinnen doen wij dan ons project. Ik ben erg benieuwd wat hij zelf hiervan zou vinden, wat wij doen binnen zijn werk. Ik vind het echt te gek dat we de ruimte krijgen om dit te doen, dat hij toestemming hiervoor heeft gegeven.”

Lokale kritiek

De interventie ‘To Come Between’ is een erg specifiek project dat direct gekoppeld is aan de werken, al dan niet gerealiseerd, van Eliasson in Rotterdam. Schuurmans vertelt wat meer over de relatie tussen de verschillende elementen. “We beseften dat deze huidige tentoonstelling van Eliasson samen zou vallen met een ander kunstwerk dat in de publieke ruimte bij het centraal station zou worden geplaatst, getiteld ‘Kissing Earth’. We vonden het een frappant gegeven dat er hier in het museum zo’n succesvol project bestaat, en dat er tegelijk op steenworp afstand een ontwerp niet tot stand zal komen door kritiek van de lokale bevolking. We vonden dit een mooi uitgangspunt om iets mee te doen, met onze performance. We hebben het er met zijn drieën van alle kanten over gehad. Wat was nou precies het probleem met ‘Kissing Earth’? Het was wellicht niet zo mooi, maar kunst in de openbare ruimte wordt regelmatig bekritiseerd. Is er iets fout gegaan in de manier waarop men het werk heeft gepresenteerd aan het publiek, in het voortraject? Voor zover wij weten heeft Eliasson er zelf ook niet meer op gereageerd. We zijn erg benieuwd hoe het voor hem is om aan de ene kant dit grote succesvolle project te hebben en dat tegelijkertijd een ander project van je de grond in wordt ingeboord, in dezelfde stad. Het gedrag van mensen in een museum is natuurlijk anders dan dat van mensen in een Facebookruimte of op een plein. Zonder daar een oordeel over te vellen bestaat er een intrigerend onderscheid.”

Tussenin staan

foto: Luis Rios Zertuche
foto: Luis Rios Zertuche

Met de voorstelling wilde het collectief vrij letterlijk tussen de werken van Eliassion in gaan staan. “Fysiek zijn we in de installatie ‘Notion Motion’ gaan staan en zodanig tussen het werk en het publiek in. Daarnaast ook tussen dit werk en het andere werk ‘Kissing Earth’ in, door de kritiek op dat werk via ons project onderdeel van ‘Notion Motion’ te maken. En tussen het kunstpubliek en het ‘gewone’ publiek in, tussen de verschillende vertogen. Op de muren van ‘Notion Motion; worden teksten geprojecteerd, reacties van mensen op ‘Kissing Earth’, maar ook tekst van onszelf waarmee we mensen tot nadenken willen aanzetten over hun eigen positie ten opzichte van elkaar en van kunst.”
Het werken in een museum eiste een andere aanpak dan normaal gesproken in een theater. Schuurmans is er echter wel enthousiast over. “De eerste show was lastig, omdat het tegelijk een soort generale repetitie was. Je kunt niet even het museum stil leggen om een paar oefenrondes te doen, dus dat was een kwestie van al doende leren en verbeteren. Ook de afloop in het theater is anders, omdat het einde van de show ook het einde van het hele gebeuren is. In het museum ging de installatie gewoon door als onze voorstelling ophield. Het was interessant om te kijken naar de reacties van de mensen. Hoe ze reageerden op de voorstelling, maar ook hoe ze omgingen met de situatie voorstelling/installatie/museum. Een applaus op het einde is bijvoorbeeld iets dat soms wel en soms niet gebeurde, omdat de mensen niet zo goed wisten of de voorstelling daadwerkelijk voorbij was.”

Krisztina de Châtel

De combinatie tussen theater en museum is iets dat Schuurmans graag verder wil uitdiepen. “We vinden het heel erg leuk om op deze manier na te denken over de relatie tussen dans en kunst. ‘Notion Motion’ is een kunstwerk dat heel erg af en mooi is. Het gaat over het bereiken van een soort ultiem effect. De elementen worden zodanig gemanipuleerd dat ze in een kunstmatige omgeving bijna verheven worden, op een bijna utopische wijze. Wij vinden het dan interessant om dat dan open te breken middels onze performance en zodoende een dialoog aan te gaan met het werk en de toeschouwers. Op 20 oktober gaan we naar New York, ook met zijn vieren, om daar research te doen voor toekomstig werk. Dat moet uiteindelijk resulteren in een stuk dat we gaan doen bij Krisztina de Châtel, een dansgezelschap in Amsterdam. Dat wordt ergens in 2017.”
Voorlopig zijn er nog genoeg plannen voor de toekomst, net als voldoende wensen. “We hebben nu subsidie gekregen voor twee jaar. Uiteindelijk hopen we ook wat langer de tijd hebben om aan uitgebreidere processen te werken. Zodat we zaken verder kunnen uitdiepen en verder kunnen brengen. De kunst is om daarbij inhoud te combineren met entertainment.” De voorstellingen in het Boijmans Museum hebben in ieder geval aangetoond dat Schuurmans en co. dat goed in de vingers hebben.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!