Bubblegum bass

Pop over haar toeren

Bubblegum bass maakt de nerveuze tijdgeest dansbaar. Het schetst een wereld die verdacht veel lijkt op de werkelijkheid.
Bubblegum Bass - (c) Eugene and Louise

Bubblegum bass maakt de nerveuze tijdgeest dansbaar. Het schetst een wereld die verdacht veel lijkt op de werkelijkheid. Denk daarbij aan een onvoorspelbare economie in overdrive, politici die steeds gekkere dingen zeggen en de digitale stortvloed aan informatie. Het is deze hyperstimulatie van een doorgedraaide samenleving die het genre weerspiegelt.

‘Bubblegum bass gaat aan de haal met het overbelaste brein.’

Bubblegum bass is elektronische dansmuziek waarbij een stevig stompende beat aan de basis staat. Het genre houdt zich niet aan een strak artistiek dogma en kenmerkt zich door een overvloed aan stijlen uit de discotheken van eind jaren 1990 tot en met begin 21ste eeuw. Daaroverheen komt een pakkende melodie met eurodance-in-het-kwadraatachtige synthesizerarrangementen. Extreem hoge zangstemmetjes joelen de boel aan elkaar, veelal schmierend over geld of liefde. Die combinatie levert popdeuntjes op die mierzoet smaken, maar tegelijkertijd een verontrustende scherts bevatten.

Wortels

De wortels van het genre voeren terug naar het Londense platenlabel PC Music, opgericht door producent A.G. Cook. Dit staat dermate aan de basis van bubblegum bass dat de labelnaam soms informeel als synoniem voor de stijl wordt gebruikt. Ondanks dat er ook artiesten buiten het label om het genre ontwikkelden, valt niet te ontkennen dat het netwerk van PC Music van groot belang is. Cook maakte samen met Danny L. Harle onder de naam Dux Content in 2013 ‘Lifestyle’. Een album met rudimentaire krakers, zoals het titellied, dat net als de single ‘Like You’ de contouren van het genre schetst. Het melancholische ‘Higher Love’ ademt echter eenzelfde nostalgie als vaporwave. Een van de eerste successen van het genre kwam in 2015 met ‘When I Rule The World’ van Liz, met productie van Sophie.

De compilatie ‘PC Music Vol. 1’ uit 2015 verzamelt een aantal artiesten van het label, die een blauwdruk vormden op basis waarvan het genre zich verder heeft ontwikkeld. Hannah Diamond, bekend van haar album ‘Reflections’ uit 2019, levert hier een paar van haar eerste bijdragen. Opener ‘Every Night’ zet gelijk de toon: het is opgevoerd stampvoeten geblazen terwijl Diamonds stemgeluid onnatuurlijk hoog weerklinkt. GFOTY is een andere hofleverancier van het genre. Groter is beter, aldus haar nummer ‘USA’, waarin ze op het unheimische af dit kapitalistische mantra herhaalt. Easyfun sluit de compilatie af met de op hol geslagen zomerse nostalgie van ‘Laplander’, een deuntje à la de Vengaboys, maar dan tien keer zo plastisch.

Nostalgie

In esthetisch opzicht gaat het op eenzelfde manier met oude popmuziek om als het bekendere internetfenomeen vaporwave. Dat genre neemt de muzak van winkelcentra en liftmuziek van wachtdeuntjes en mixt die op dromerige wijze tot een stijl die druipt van de jaren 1980-nostalgie. Bubblegum bass doet iets vergelijkbaars met de muziek die daarna kwam: van de plasticiteit van een Aqua tot happy hardcore en stoere trap- of trancehymnes. Het bouwt nieuwe muziek met achtergelaten brokstukken cultuur.

Het zo opzichtig teruggrijpen op oude stijlen geeft aan beide genres een nostalgisch gevoel. Bij vaporwave gebeurt dat op een deprimerende manier. De muzak van winkelcentra veinst zorgeloosheid, alsof de voortdurende consumptie op die plekken een oase van rust vormt. De lofiremixes van vaporwave-artiesten transformeren het tot een vorm van berusting. Hun fictieve winkelcentrum komt uit een mythisch verleden, geënsceneerd op het internet waar het genre zijn oorsprong vindt.

Cultuurfilosoof Mark Fisher sprak over hauntology als algemeen cultureel fenomeen, het idee dat het verleden blijft rondspoken in het heden. Men droomt van een terugkerend verleden in plaats van een utopische toekomst, omdat het onmogelijk is dat laatste voor te stellen in een steeds sneller veranderende samenleving. De vaporwave-achtige berusting ziet men terug in de memes over de doomer: de twintiger die beseft dat de wereld ten dode is opgeschreven (en daarbij graag naar vaporwave luistert). Doomers gaan met die kennis depressief door het leven, smachtend naar een verleden dat nooit komen zal.

‘Ondanks de ironische vrolijkheid heeft het iets unheimisch en ongrijpbaars.’

Meme

Bubblegum bass is net als vaporwave zo’n internetniche gestart door remixende jongeren. Het lijkt wel een uit de hand gelopen meme die een eigen leven is gaan leiden. Mark Fishers spoken van het verleden geven nu echter een schop onder de kont, in plaats van dat ze doomer-escapisme bieden. Bubblegum bass geeft de indruk de gedoemde wereld juist als een grote grap te beschouwen. Een clowneske wereld waar geen zekerheden bestaan, behalve dat het onvermijdelijke einde ervan steeds dichterbij komt.

Die zienswijze vindt zijn weergave in de meme van de brrr-geldprinter. Een bloeddoorlopen figuur draait als een malle aan de geldpers om de crashende aandelenbeurs op te pompen. Precies zo draait een bubblegum bass-artiest aan de schuifjes op de computer, de muziek tot wanstaltige hoogtes pompend. De draaitafel doet brrr.

Nick Land, een voormalige collega van Fisher, schreef in zijn vroege periode het filosofische equivalent van de geldprinter-meme. In het essay ‘Meltdown’ schetst hij als een bezetene een wereld die steeds meer accelereert richting technologische singulariteit. De fictieve logica van de technologische vooruitgang vervangt steeds sneller de realiteit. Zoals de aandelenbeurs met speculatieve bubbels de reële economie versluiert of de overdaad aan informatie op het internet een reële dreiging als de klimaatcatastrofe verdoezelt. Die accelererende vervanging van de realiteit is het speelveld van bubblegum bass.

Overdrijving

Bubblegum bass drenkt muziek in hyperstimulatie en sublimeert zo die drukte. Het gaat aan de haal met het overbelaste brein. De piepende stemmetjes en vliegensvlugge ritmes hebben daarbij iets van een knipoog in zich. Het titelloze album van 100 Gecs heeft bijvoorbeeld een destructieve neiging in zich die doet denken aan de dadabeweging. De mierzoete melodietjes in vignetten als ‘xXXi_wud_nvrstøp_ÜXXx’ maken abrupt plaats voor schurende beats.

Eerdere humoristen als Frank Zappa of de Bonzo Dog Doo-Dah Band waren vooral speels met hun satire van popmuziek. Bij bubblegum bass-artiesten is het lastiger de ironie te ontdekken. Uit vroege singles als ‘Hey QT’ (QT) of ‘Forever’ (Danny L. Harle) spreekt een onstuimigheid die vooral tot uiting komt in een doordrammen van de aanstekelijke melodielijn. Megalomane overdrijving is het uitgangspunt van deze nummers. Die wordt vooral ingezet om de stijlen waarop bubblegum bass voortborduurt te ridiculiseren. Het handen-in-de-luchtmoment dat normale clubkrakers zo veel mogelijk uitmelken, is bij deze artiesten niet zo demonstratief.

Sensibiliteit

Die overdrijving geeft de indruk van de opgekropte frustratie van een individu onder hoogspanning. In de verte lijkt het op de sensibiliteit van industrial, een genre waarin artiesten als Suicide of Foetus populaire cultuur omvormen tot schurende stukken kabaal. Producent Sophie maakte bijvoorbeeld met ‘Product’ clubmuziek die onnozele melodieën met gerobotiseerde intensiteit verdraait. Bij bubblegum bass lijkt de kunstmatige intelligentie die aan de composities ten grondslag ligt soms op hol te slaan. Het verandert de plastische Aqua-idylle in een nachtmerrie. Zo is de ep ‘Frenemies’ van Felicita een vervreemdende mash-up waarvan de vervormingen de griezelvallei betreden.

Zulke gespannen overdrijving maakt bubblegum bass ondanks de ironische vrolijkheid tot iets unheimisch en ongrijpbaars. Land schreef in zijn essay dat de informatietechnologie alles tot stukken data reduceert; dit principe lijkt ook de basis van bubblegum bass. Welke muziek dan ook komt naar hartenlust in de virtuele blender terecht, waardoor het concept genre onbruikbaar is geworden. Tradities vervagen in de mash-ups. In plaats van een gemeenschap die ontstaat rondom een bepaalde muzikale praktijk, zijn er slechts individuen met verschillende smaken. Op deze wijze is het lastiger betekenis te zoeken in een gezamenlijke muzikale beleving. Albums als ‘Neō Wax Bloom’ (2017) van Iglooghost of ‘nightbath’ (2018) van Galen Tipton reflecteren dit met een speelse vermenging van genres uiteenlopend van hip hop tot house en drum-’n-bass.

Seksualiteit

Het is zoeken naar houvast, wat onder andere te zien is in de hedendaagse aandacht voor seksuele identiteit. Bubblegum bass draagt hier op opstuwende wijze aan bij. Charli XCX, die met de mixtape ‘Pop 2’ en het album ‘Charli’ sleutelt aan een succesformule voor het genre, is bijvoorbeeld razend populair binnen de queerscene.

Daar blijft het niet bij. Sophie maakte de geprezen industrial light van ‘Oil Of Every Pearl’s Un-sides’ over haar transitie, een album dat het speelse element van bubblegum bass grotendeels laat vallen. Aan de andere kant geeft Dorian Electra een extra humoristische impuls aan het genre met het album ‘Flamboyant’. Boven verleidelijke ritmes viert een androgyne zangstem de diversiteit van seksuele aantrekkingskracht met een overdosis ironie.

Bubblegum bass lijkt geen bevlieging te zijn. Het genre weet een gevoelige snaar te raken. Dat laat de omarming door de queerscene en het rekruteren van toonaangevende producenten door bekende popartiesten zien. De muziek verbeeldt de agitatie van het individu in een wereld over haar toeren. Het dansen op de bubblegum bass beats is aanstekelijk, want de muziek is net zo overstuur als de wereld zelf. Daarmee lijkt de toekomst van het genre veelbelovend.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!