Het komt steeds dichterbij.. Tien mei, het SOTU Festival! Om alvast even in de stemming te komen staat hieronder een interview met Dennis Tyfus (Ultra Eczema), één van de acts op het festival. Dit interview, gehouden door Joris Heemskerk, stond al in Gonzo (circus) #80 maar die is helaas niet meer beschikbaar.
België herbergt enkele doe-het-zelf labels die met minimale middelen en een nimmer aflatende passie een grote rol spelen in de wereldwijde underground- en noisecultuur. Ultra Eczema is er zo één; opgericht en groot gemaakt door Dennis Tyfus.
Als je een regelmatig bezoeker van noise/experimentele concerten in België bent, ken je hem vast en zeker. Dennis Tyfus, één meter zeventig pure eigenwijsheid, vooraan tijdens concerten, vuist in de lucht, regelmatig een luide kreet van genoegen uitend. Het is slechts één kant van Tyfus. Sinds het begin van deze eeuw runt hij een internationaal gerenommeerd underground label, Ultra Eczema. Handelsmerk: eigenwijze muziek op vinyl geperst en in zelfontworpen hoezen gestoken. Die unieke hoezen variëren in uiterlijk van kots-poep-pis tafereeltjes tot horror en speels-surrealistische schetsen. Alles kan en alles mag, zolang Tyfus het zelf maar goed vindt. Doe-het-zelven tot kunst verheven.
Gonzo (circus): kun je iets over je jeugd vertellen?
Tyfus: “Ik ben opgegroeid in een kleine slaapgemeente bij Antwerpen. Mijn vader is een pooier en mijn moeder had een uitzuipkroeg in Putte, in een groot bos aan de Nederlandse grens. Voor alle duidelijkheid: mijn moeder is geen prostituee! Mijn ouders waren tamelijk streng, hoewel ik al van heel jongsaf wist dat ze zelf nogal losbandig leefden en iets anders deden dan de meeste ouders. Sinds kort is mijn moeder een bakkerij begonnen, en die draait nu nog steeds heel goed! De specialiteit daar heet ‘boereuh roggeuh’.” “Als kind was ik was hyperkinetisch en vervelend, maar wel heel vriendelijk. Mijn ouders hebben me op zesjarige leeftijd in een instelling voor moeilijk opvoedbare kinderen geplaatst. Daar ben ik tot mijn twaalfde jaar gebleven. Daarna ben ik in Antwerpen naar de middelbare school gegaan om kunstonderwijs te volgen. Het mooiste, ja zelfs hilarische, moment uit die tijd is de confrontatie met de directrice, in haar kantoor. Toen ik vroeg wat er scheelde, maakte ze me er op attent dat er meer jongeren in de school waren met dezelfde problematiek. Ik begreep echter niet waarover ze het had. Ze vroeg me: ‘Dennis ben jij een homofiel?’ Ik ontkende en zij vroeg: ‘Waarom masturbeer je dan in een klas vol jongens?’ Daar had ik geen antwoord op. Toen ik ’s avonds thuis kwam, waren mijn ouders er al van op de hoogte gesteld dat ik had gemasturbeerd in een klas vol jongens en dat dat eigenlijk niet normaal is…”
Je bent als tekenaar begonnen. Wanneer ontdekte je dat je een dergelijk talent had?
“Toen ik in de kleuterklas zat, heeft juffrouw Lief tegen mij gezegd dat ik niet kon tekenen. Zoiets is traumatisch voor een kind van vier. Ik ben toen maar begonnen met het overtekenen van een Garfield-kalender. Later maakte ik ook strips met de teksten uit bestaande strips en vertelde in de instelling dat ik die zelf had verzonnen.”
Hoe zou je je eigen stijl samenvatten in een paar woorden?
“Ik heb weinig interesse om mijn stijl samen te vatten. Iedereen zal er wel een andere mening over hebben. Ik ben er van overtuigd dat alles gestolen is en dat ook ík dat elke dag onopzettelijk doe. Zo keren in mijn werk op alle gebieden telkens weer een heel pak invloeden terug van verschillende mensen om me heen. Zoals de Limburgse bourgondiër Jelle Crama, de aan harddrugs verslaafde Carlo The Audiorot, de eeuwig dromende Eva Van De Jeukdeurtjes, de knettergekke filmrecencent Stekel Tuffin, voetbalhooligan Dylan Nyoukis, staande wipper Lie Voenk Stamps, de rum-cola detective Vaast Colson, de psychopatische seriemoordenaars van Wolf Eyes en Hair Police, de zachtaardige bende van Ecstatic Peace, de luidste lacher van België Ludo Mich, de ruige rokkenjagers van The White Circle Crime Club en ten slotte de enige interessante radio in België: Radio Centraal!”
Was er een moment waarop je besefte dat je hiermee je geld wilde verdienen?
“Ik wilde altijd graag brandweerman worden; ik was als jonge knaap heel sportief en lenig, mede door mijn hyperkinesie. Helaas is mijn linkeronderbeen geamputeerd waardoor ik voor een aantal jobs werkonbekwaam ben verklaard. Het leek me logisch dat ik dan maar ben beginnen knoeien met pen en papier.”
Kreeg je steun daarbij?
“Ik ben altijd gesteund door de ziekenkas: zij schreven maandelijks een bedrag over op mijn rekening.”
Waarom ben je Ultra Eczema begonnen?
“Ultra Eczema is in 1996 of 1997 ontstaan uit pure verveling, in de vorm van een vreselijk lelijk crust punk fanzine met een tape erbij. Er stonden vooral veel schrijffouten, een puber-wereldbeeld en schrale pseudo-politiek correcte tekeningen in. Daarnaast deed ik ook een tapelabel, Tyfus Tapes. De reden om zulke dingen te doen was, en is, de drang om dingen te maken voor mensen of groepen van wie ik houd. Bovendien kun je eigen uitgaves weer ruilen voor andere nieuwe uitgaves, en dat is een hele aangename manier om een collectie vreemde muziekjes te vergaren. De meeste DIY-uitgaves zijn niet in de winkel te vinden; je moet er echt naar op zoek en dat vind ik interessant.”
Was er een verband tussen het beginnen met Ultra Eczema en een groeiende interesse in experimentele muziek?
“Toen ik dertien jaar was, ben ik bij Radio Centraal terecht gekomen bij het programma ‘De Elitaire 40’. Daar heb ik ongelofelijk veel verschillende soorten experimentele muziek leren kennen. Ik maak steeds periodes door waarin ik veel van hetzelfde muziekgenre koop, maar ik heb geen specifieke interesse in één bepaald genre. Mijn interesse is blijft groeien, onder meer door ontmoetingen met verschillende mensen. Of je het nu experimentele muziek wil noemen of acid house of akoestische grindcore: dat maakt me eigenlijk geen eendenreet uit! Ook is Ultra Eczema zeker niet alleen een platenlabel. De bedoeling was en is nog steeds om ook andere uitgaves te maken: een Ultra Eczema uitgave kan evengoed een t-shirt, een poster, een boek of een sticker zijn. Het is nu wel zo dat er de laatste twee jaar meer muziek op Ultra Eczema is verschenen, maar dit komt vooral omdat het maken van bijvoorbeeld een boek veel meer tijd kost.”
Vanwaar de naam Ultra Eczema?
“Ik heb last gehad van eczeem en zonne-allergie. Ik mag niet in het zonlicht lopen, anders sta ik vol schurftige plekken en krijg ik extreme jeukaanvallen. De eerste uitgaven van Ultra Eczema zijn volledig in de schaduw tot stand gekomen!”
Wat zijn de voor- en nadelen van het runnen van een label?
“Het enige vervelende is dat ik zonder auto, blootvoets zware pakken met platen naar de post moet slepen. En dan heb ik ook nog niet eens de zekerheid dat die pakken in dezelfde conditie op hun bestemming aankomen. Verder vind ik er alles beretof aan: de opnames voor de eerste keer beluisteren bij het haardvuur met een bakje troost, maar ook weken wachten op de geperste plaat, de hoes maken, de platen afhalen van de perserij en ze dan verspreiden en ruilen voor ander lekkers. Echt lollig.”
Hoe onderscheid je je met Ultra Eczema, temidden van andere doe-het-zelf labels?
“Het interesseert me niet om me te onderscheiden van andere labels, al zijn er wel eens wat mensen die mijn uitgaves verwarren met die van Jelle Crama’s Puik label. Maar zij die dat zeggen, hebben prutpus in hun ogen en oren. Ik vind het eigelijk zelfs aangenaam dat ze ons werk verwarren, omdat ik zijn hoezen bijna altijd fantastisch vind! Verder geeft het veel energie om te zien dat er zo veel mensen een doe-het-zelf labeltje beginnen. Het is heerlijk om constant te worden overladen met nieuwe uitgaven van bevriende enthousiastelingen of een email te krijgen met de vraag of ik zou willen ruilen voor een of andere tape van een speelse punkpuber uit Paraguay.”
Je hebt goede banden met een van de voortrekkers van de ‘scene’, Wolf Eyes. Wat trekt je aan in hun muziek, energie en idealen?
“Bijna elke opname van Wolf Eyes wordt uitgebracht; de drang en de eerlijkheid waarmee ze dit al jaren doen, is zeer opmerkelijk! De drie leden van Wolf Eyes zijn elke dag opnieuw daarmee bezig. Als ik een kunstenaar goed vind, is dat meestal omdat hij of zij ‘volledig’ is. Ik houd van mensen die hun 9 tot 5-baan opgeven om de hele dag cassettes te dubben en daar dan zelf hoesjes voor te maken. Mensen die hun laatste geld aan een spuitbus uitgeven om hun nieuwe cd-r vol te kliederen en dan de rest van de maand in het stadspark hun poepertje moeten laten volspuiten met lekkere warme mannenpap. Wolf Eyes zijn precies zo!”
Hanteer je principes als het gaat om wat je wel en niet uitbrengt?
“Ik ben geïnteresseerd in allerlei soorten muziek. Alles wat ik goed vind, kan op Ultra Eczema uitkomen. Het is vreemd en jammer dat veel mensen de drang voelen om iets te categoriseren. Ik organiseer bijna elke maand Ultra Eczema-avonden bij Scheld’apen in Antwerpen. Daar spelen dan heel veel verschillende soorten acts en deejays, maar er worden ook films en videoprojecties getoond. Toch blijven een aantal mensen denken dat het altijd noise-evenementen zijn. Ik vind het juist tof om allerlei dingen te combineren. Eerst een noise ding, dan een schrale rapper, dan een freejazz trio, dan een rotte punkgroep en tussendoor een deejay die de benen in beweging houdt met blubberige acid house of stijve elektronica.”
Wat vind je van de noisescene in België?
“De meeste mensen met wie ik contact heb en die zelf met muziek bezig zijn of een label hebben, zijn allemaal met veel verschillende soorten muziek bezig. En dus niet specifiek met noise en dat is meer dan prima. Ik wil me ook niet beperken tot één of andere scene.”
België lijkt op cultureel gebied steeds een stapje voor op Nederland. Is België een gunstigere omgeving voor een kunstenaar? Zijn er subsidies?
“Ik zou niet durven beweren dat België voor staat op eender welk buurland. Er zijn in Nederland heel veel interessante dingen gaande. Denk maar aan het Helbaard-collectief, Zeloot, Extrapool, Antistrot, de Hondenkoekjesfabriek, Jan van den Dobbelsteen en zijn wederhelft Daniëlle Lemaire en natuurlijk ook de natuurtalenten Peter Fengler en Annemiek van de Player in Rotterdam! Nederland wordt wel echt extreem koest gehouden door de bakken subsidie die ze daar uitdelen. Het lijkt soms wat op zwijggeld. Als er een windje wordt gelaten, krijg je er al centen voor. Dat hebben we in België – in mindere mate – ook wel en dat is uiteraard meer dan aangenaam en welkom, maar ik vind ook wel dat het geen vanzelfsprekendheid mag zijn.”
Als je één artiest mocht uitkiezen, levend of niet, van wie je iets zou mogen uitbrengen, wie zou dat dan zijn?
“Henry Chopin.”
Wat kunnen we verwachten van Ultra Eczema in dit jaar?
“Een heel pak evenementen, waaronder een iets groter festival bij Scheld’apen, waarschijnlijk ook deel twee van het Hard Gaan festival (dit wordt georganiseerd samen met Audiobot), een boek, een reeks radiosessie-cd’s van opnames die tijdens mijn programma op Radio Centraal zijn gemaakt, een 10inch van Jacques Berrocal, singles van Frieder Butzmann en van Anti Freedom en lp’s van Hair Police, Uske Orchestre, Angst Hase Pfefer Nase, XO4, Chris Corsano, Edmond de Deyster, Cassis Cornuta, Hacky Pack Sac Sac, Dylan Nyoukis en nog veel meer……”