Veld_ver_Slagen is een nieuwe reeks over de ontwikkelingen in het veld. Gesprekken met de mensen achter de concertzalen, kunstencentra, festivals en evenementen. Hoe doen zij hun werk en wat drijft hen?
Carnavalsstad Aalst houdt zich wel degelijk ook bezig met de serieuze kant van moderne muziek. Het Centrum voor Hedendaagse Kunst, Netwerk, speelt daarin een pioniersrol. Door een brede programmering die vooral gericht is op experiment komt er in Netwerk regelmatig een keur van interessante kunstvormen voorbij. Programmeur Hans Bocxstael: Netwerk is een centrum met een duidelijke identiteit binnen de hedendaagse kunst, die we steeds trachten uit te puren.
Is het zo dat een promotor/programmeur zich tegenwoordig actief moet richten op minstens twee of meer kunstvormen om succesvol te kunnen zijn, wellicht in een interactie of langs elkaar?
Bocxstael: Netwerk is een centrum voor hedendaagse kunst met de focus op beeldende kunst, maar er is ook een ruime interesse voor muziek, performance en film. Die interactie is niet meer dan logisch: als je niet alles in vakjes opdeelt, blijft je reactievermogen scherper en kom je makkelijker in contact met nieuw materiaal. Als programmatoren trekken we ook artiesten aan met een brede interesse. Zo komt F.S. Blumm zijn nieuwe plaat Summer Kling voorstellen en tegelijk zijn boek Drawings met daarin eigen tekenwerk. Wanneer zo’n gebeuren dan ‘succesvol’ is? Wanneer de verschillende kunstuitingen een rijker beeld geven van de artiest in kwestie.
Veel zalen worstelen met het ontwikkelen van een eigen unieke identiteit, iets wat vandaag de dag extreem belangrijk is als je een product wil neerzetten. Hoe zijn jullie bezig die identiteit te ontwikkelen en hoe promoot je zoiets?
Bocxstael: “De muziekprogrammering gebeurt vanuit drie invalshoeken die elkaar constant overlappen: elektronische popmuziek (zoals Tape, Triosk, Colleen), vrije muziek (Supersilent, Flaherty/Corsano/Yeh) en experimentele muziek (Phill Niblock/Thomas Ankersmit, Yannis Kyriakides), telkens met als gemeenschappelijk kenmerk de drang om te experimenteren. Ze accentueren elk op hun beurt de disciplines waar Netwerk oog voor heeft. Directe communicatie, zoals mond-aan-mond en muziekfora, spreekt me veel meer aan dan een alomvattend communicatieplan. Het blijft altijd een uitdaging om een publiek te mobiliseren voor minder evidente muziekgenres en dat lijkt vooral een kwestie van alert en aanwezig te blijven.
Nu door het internet de gang naar de platenzaak minder snel wordt gemaakt, lijkt het bezoeken van een concert nog de enige ervaring die je niet van het net kan halen. Hoe zien jullie dat en hoe speel je daarop in?
Bocxstael: De AB in Brussel doorbreekt intussen die illusie al. Feit is wel dat een concertervaring voor ons een absolute totaalervaring is, die ingaat wanneer je Netwerk binnenkomt en pas eindigt wanneer je de deur achter je dichttrekt. Gevolg daarvan is dat we eerder zullen kiezen voor een concertavond met verschillende groepen en muzikanten na elkaar en met een dj als afsluiter, in plaats van enkel een hoofdact met eventueel een support.
De afgelopen twee jaar zie je veel populaire jaren 1980-1990-bands optreden, vaak na een soort renie. Hoe ga je als programmator om met dat aanbod? Zit dat de doorstroming van nieuwe bands niet in de weg?
Bocxstael: Daar wij in een minder commercieel circuit zitten, kwam die kwestie nog niet echt ter sprake. We zien wel duidelijk dat het muzikaal geheugen van de toeschouwer groeit, dankzij het internetaanbod, en dat is een zeer positieve evolutie. Als programmator is die enorme backcatalog een handig instrument om de veelvoud aan hedendaagse genres te plaatsen. ‘Populair zijn’ is in Netwerk wel nooit of te nimmer een maatstaf.
Hoe zie je de status van freelance programmatoren? Is die vergelijkbaar met de sterrenstatus die kunstcuratoren tegenwoordig hebben?
Bocxstael: Tot op heden hebben we enkel gewerkt met gastcuratoren binnen de beeldende kunst, maar in Netwerk heeft dat telkens weinig te maken gehad met een of andere sterrenstatus. Een gastcurator is daarbij ook gewoon een kunstenaar die je een positieve setting biedt om binnen te werken: met veel vertrouwen, middelen en in optimale dialoog. Alles draait nu eenmaal rond de kunstenaars of muzikanten die je uitnodigt.
Maken jullie gebruik van Gonzo als tipgever/informatief medium?
Bocxstael: Binnen de steeds groter wordende muziekstroom is Gonzo n van de dankbare filters. Enerzijds bieden jullie ontdekkingsmateriaal, anderzijds laat Netwerk jullie graag weten wat er staat te gebeuren.
Hans Bocxstael studeerde filmregie aan het Rits voordat hij zich in het culturele landschap begaf. Hij interesseerde zich vanaf het begin van zijn carrire voor meerdere kunstvormen, zoals onder andere film, theater en multimedia. In zijn tijd bij de Filmfabriek ontdekte hij het experiment en werd hij n van de huisdjs van Ancinne Belgique in Brussel. In 2003 kwam hij bij Netwerk terecht waar hij zich sindsdien concentreert op muziek, film en de nodige technische omkadering.