RECENSIE: Powerbop en onderzoekende improvisaties. Bimhuis 40 jaar kick-off

Wie er precies bij de oprichting waren, weet niemand meer precies. Zeker is dat Hans Dulfer erbij was, Willem van Manen, Misha Mengelberg en Han Bennink. In 1974 besloot een aantal muzikanten om een eigen podium voor geïmproviseerde muziek te starten, aan de Oude Schans in Amsterdam.

Sinds 2005 zit het Bimhuis in het Muziekgebouw aan het IJ en daar is deze maand met een kick off-vijfdaagse het veertigjarig jubileum van het Bimhuis gestart. Op de openingsavond, afgelopen woensdag, was het een volle bak en een opgewonden sfeer. Hoe kan het ook anders, met wat er op de muzikale menukaart staat.

Onderzoek
De feestelijke vijfdaagse is muzikaal geopend door componiste en pianiste Kaja Draksler. Een sterke keuze van de Bim-organisatie. Ze geeft hiermee aan dat het veertigjarig jubileum geen reden is voor een grote nostalgische terugblik, maar (ook) een blik op de toekomst. Waar gaat het heen met jazz en geïmproviseerde muziek? Draksler is een jong opvallend talent. Ze studeerde jazzpiano in Ljubljana en Groningen, deed onderzoek naar de improvisaties van Cecil Taylor, won in 2009 de Deloitte Jazz Award en volgde privéles bij onder andere Vijay Iyer en Jason Moran.

Kaja Draksler
Kaja Draksler

Draksler heeft een heel persoonlijke stijl in vrije improvisatie, wat ze bij haar optreden in het Bimhuis met een breed palet liet horen. Een lyrisch gespeelde Sloveense traditional wordt bij tijd en wijle door krachtige, venijnige accenten en improvisaties doorsneden; een stuk stride-piano en ‘Bolivar Blues’ van Thelonious Monk worden aan een grondig onderzoek onderworpen, wat resulteert in weefsels van swingende schering en recalcitrante inslag. Prachtig is haar eigen compositie ‘Soothe My Soul, Feed My Thought’, waarin Draksler met een hand de toetsen bespeelt, met de andere in het binnenwerk van de vleugel de snaren hoog laat zingen of met drummallets beklopt.


Broertjes
Het enige minpunt dat eventueel genoemd zou kunnen worden aan Drakslers optreden is… de korte duur. Maar ja, er moeten nog meer artiesten aantreden en tussendoor willen de spreekstalmeesters Koen Schouten en Vera Vingerhoeds ook gesprekjes hebben met artiesten en Bimmedewerkers. Dat doen ze overigens op prettige wijze: licht informatief en luchtig. Benjamin Herman & Anton Goudsmit vervolgen het programma met swingende jazz, strak en krachtig – als er een jazzgenre als ‘powerbop’ bestaat, dan spelen zij dat.

Benjamin Herman
Benjamin Herman

De altsaxofonist en gitarist zijn twee virtuozen op hun instrument en duidelijk goed op elkaar ingespeeld (na jarenlang samenspel in de formatie New Cool Collective en op een aantal cd’s van Herman). Ze geven elkaar de ruimte voor een solo en weten elkaar telkens met blijkbaar gemak te vinden. Vrije improvisaties gaan vlekkeloos over in swingende bop met een latin tintje, terwijl Goudsmit ook een stevige rhythm ’n’ blues uit zijn gitaar slaat. Het spelplezier en de vertrouwdheid spat er vanaf, wat Vingerhoeds de opmerking ontlokt “Jullie lijken wel broertjes”.

Oost en west
Hij heeft er niet veel behoefte aan, maar Huub van Riel moet geloven aan een gesprekje van Schouten en Vingerhoeds. Als artistiek directeur al sinds de vroegste jaren aan het Bimhuis verbonden is hij een drijvende kracht en een spil van het podium. Hij blijft echter heerlijk ongecompliceerd. “Waar denk je als eerste aan als ik zeg: Bimhuis?”, vraagt Vingerhoeds hem, waarop hij antwoordt: “Wat een lelijke naam. ’t Is toch geen gesloten inrichting?” Het is een verademing dat Van Riel ‘gewoon’ zoekt naar spannende, goede muziek, en verder ook nu niet meedoet aan ophemeling van het Bimhuis als beste jazz- en impropodium van het heelal. Het gaat hem om het presenteren van goede muziek, punt. “De jongens van het Taksim Trio staan te wachten”, zegt hij.

Het Taksim Trio, sinds enige tijd weer bij elkaar, wordt met bijzonder groot enthousiasme door het publiek ontvangen. Begrijpelijk: het trio werd gezien als de top van de hedendaagse Turkse muziek, maar spatte een aantal jaren geleden door interne spanningen uiteen. Hier zitten ze dan weer: Aytaç Dogan op een citer, Ismail Tunçbilek op een baglama (een soort luit) en Hüsnü Senlendirici op klarinet. Het trio speelt prachtige, weemoedige muziek, die soms overgaat in venijnige improvisaties, en enerzijds onmiskenbaar oriëntaals klinkt, maar daar soms ook ver vandaan reist.

Taksim Trio
Taksim Trio

Het drietal verbindt traditionele Turkse muziek, Oost-Europese volksmuziek en invloeden uit jazz. Improvisatie, overigens, behoort ook in die traditionele muziek. De taksim waaraan het trio zijn naam deels ontleent (tevens verwijst het naar het bekende plein in Istanbul), is in de traditionele Turkse, Arabische en Oriëntaalse muziek een melodieuze improvisatie die een solist laat vooraf gaan aan de gezamenlijk gespeelde compositie. Misschien is hij in het Bimhuis niet de enige die ze voor zijn rekening neemt, maar het zijn de improvisaties van Tunçbilek, met razendsnel vingerspel op de luit, die grote indruk maken. Vlak de andere twee niet uit: Dogan zorgt voor een backbeat-achtig ritme en Senlendirici blaast prachtige arabesken. Hier zitten drie zwaargewichten.

En meer
Al met al biedt de aftrapavond van het veertigjarig jubileum een gevarieerd programma, volgens een slimme opbouw. Daarna volgen nog drie avonden en ene middag, met onder meer de New Yorkse trompettist Peter Evans aan, het trio Han Bennink/Laura Remmel/Jaak Sooäär. Hans Dulfer, David Kweksilber met een Big Band, Håkon Kornstad , Wayne Horvitz en Hammond-organist Joey DeFrancesco. Inderdaad: zeer uiteenlopende soorten jazz en impro, van enthousiasmerend niveau. En dit is alleen nog maar de vijfdaagse kick-off van het jubileumjaar.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!