Terwijl de Gonzo (circus) crew naarstig aan het eerste verslag over Pukkelpop 2012 typte, loopt er een sms binnen: “Horrors: gene vette. Ghost Poet: magistraal! Kippevel! Concert van het jaar!” Nou moe.
De crew was wél op tijd klaar met het verslag om nog nét ‘Default’, het zomerhitje van Django Django, mee te pikken. Vaststelling: na tien jaar is de koebel terug. Of dat een goede of een slechte zaak is, dat mag u zelf uitmaken.
Op naar Hot Chip, dan maar, want die hadden in het verleden al memorabele feestjes georganiseerd op Pukkelpop. 2012 komt wat ons betreft niet in het rijtje, wegens nét iets te veel op de eindeloze beat en té weinig op de song gericht. Niks tegen eindeloze beats natuurlijk, maar nu en dan klonk Hot Chip wel erg stuurloos.
Graag hadden we u ook laten weten hoe Nicolas Jaar de Castello aan zijn voeten kreeg, maar die tent zat afgeladen vol en er werd niemand meer toegelaten. De nochtans niet erg ingewikkelde zinsnede ‘Wij zijn van de Gonzo’ heeft op sommige mensen blijkbaar nog steeds niet het effect dat ze zou moeten hebben. Met andere woorden: wij mochten er òòk niet meer in.
Leslie Feist, we kennen haar nog van bij de indieband Broken Social Scene. Ooit legendarisch staan wezen in de AB-club. Maar ondertussen doet ze het al even solo, met als jongste wapenfeit het album ‘Metals’. U kunt haar ook kennen van ‘Limit To Your Love’. Ja, zij schreef dat. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we een eerste, behoorlijk volle, dag plaats hadden genomen op het grasveld achter de Marquee. De muziek waaide ons tegemoet, we zagen Feist op het scherm. Langzaam zoog ze ons toch de tent in. En daar werden we verrast door de potige sound die ze samen met haar band en drie achtergrondzangeressen neerzette. Overtuigend concert.
Netsky’s ultramelodieuze drum’n’bass is niet meteen spek naar onze bek, maar we geven de Edegemnaar graag het krediet dat hij verdient. Tot diep op de tweede helft van de wei stond het publiek uit de bol te gaan. Faut le faire: na zulk een kunstje vinden wij het zelfs schattig als je bij wijze van shout out je ouders op het podium trekt. Respec, zoals ze hier zeggen.
Een paar jaar geleden zagen we Merill Garbus nog op haar eentje tUnE-yArDs zijn als voorprogramma in de Brusselse Botanique. Toen bracht ze een gesjeesde variant op folk. Ondertussen beviel ze van ‘w h o k i l l’ en scoorde ze een bescheiden hitje met ‘Bizness’. Ze had hier vorig jaar moeten staan, en gelukkig is ze dit jaar terug. In haar kielzog bracht ze een bassist en twee blazers mee. Op het podium neemt Garbus – ukulele omgegord – plaats achter haar loopstations en een bescheiden drumstel. Met die middelen neemt ze korte stukjes op die uitgroeien tot volwaardige songs vol indie, afrikaanse ritmes en heel veel andere dingen. Het trucje wordt keer op keer herhaald totdat een feestelijk draaikolk ontstaat.
Mark Lanegan, vriend van het huis. Staat hier al jaren op rij. Telkens in een andere incarnatie. Nu dus weer als zichzelf, maar wel met een volstrekt Belgische band – Aldo Struyf (Millionaire, Creature With The Atom Brain), Steven Janssens (Daan, The Whodads) Fred Lyenn (Lyenn en Dans Dans) en Jean-Philippe De Gheest. Over het concert eerder dit jaar in Trix hoorden we dat de band er een beetje braafjes zou hebben bijgestaan, maar ondertussen leek de groep gerodeerd genoeg om te durven spelen. Mooi moment op het einde: The Gutter Twins waren herenigd, want Lanegan nodigde Greg Dulli uit op het podium voor het laatste nummer. Goed nieuws is dat, want The Afghan Whigs zullen er vanavond dus zeker zijn.
Trouwens, mag die idioot die kwam ruzie maken met zijn vriendin, terwijl zij volop aan het genieten was van dit concert, de builenpest krijgen?
Prijs voor de tofste gozer van de dag daarentegen gaat naar de man die in tien centimeter hoge letters ‘Wijnegem’ over zijn borst had later tattoeëren. Respec!
(sb, ldw en mt)