Hoe klinken gabber en hardcore in 2020? Collectieven en artiesten zoals Alberto Guerrini, Ewa Justka en Cassual Gabberz, blazen de genres nieuw leven in.
Het harde en vuile karakter van een gabberkick is gewoon intens.
Het begon allemaal met Rotterdam. In het begin van de jaren 1990 gingen jongeren uit hun dak op steeds sneller wordende techno als een weerwoord op de ‘softere’ housescene van Amsterdam. Producer en dj Paul Elstak richtte in 1992 Rotterdam Records op. De eerste release op het label was het nummer ‘Amsterdam Waar Lech Dat Dan?’, een regelrechte sneer naar de hoofdstad gericht op de rivaliteit tussen de twee steden. Hardcore was geboren en daaruit groeide gabber: de gigantisch succesvolle jeugdcultuur gekenmerkt door kaalgeschoren koppen, snelle muziek, drugs, felle trainingspakken, maar bovenal kameraadschap.
Stigmatisering
De termen hardcore en gabber worden vaak afwisselend gebruikt. Hardcore slaat vooral op de muziek, en is eigenlijk de parapluterm die alle snellere en hardere technogenres verbindt. Gabber wordt vaak gezien als de term voor vroege Rotterdamse hardcore. Naast een hardcore-subgenre is het de benaming voor de jongerencultuur die in de eerste helft van jaren 1990 vanuit Rotterdam heel Nederland veroverde. Daarna moesten heel wat delen van Europa er ook aan geloven en werd het een internationale beweging.
Sindsdien hebben hardcore en gabber heel wat ups en downs gekend en verschillende vormen aangenomen. Gabber was overal, van de allereerste grote feesten in de mythische Rotterdamse Energiehal tot jaar na jaar uitverkochte edities van het al even legendarische Thunderdome. Gabber baande zich een weg naar de mainstream en werd een parodie van zichzelf met nummers als ‘I Wanna Be A Hippy’ van Technohead en ‘Gabbertje’ van Hakkûhbar. Uiteindelijk ging de originele underground ten onder aan commercialisatie en stigmatisering door de media. Het werd verkeerdelijk gelinkt aan extreemrechts gedachtegoed en hooliganisme, zaken die niet afwezig waren maar wel buitenproportioneel werden opgeblazen. Zoals veel jongerenbewegingen was gabber vooral een slachtoffer van zijn eigen succes.
Archivaris
Maar zoals bij elke underground blijven achter de schermen heel wat echte liefhebbers actief. Een van die devote aanhangers is Alberto Guerrini, een 34-jarige Italiaan die onder de artiestennaam Gabber Eleganza door het leven gaat. Sinds 2017 tourt hij regelmatig door Europa met zijn Hakke Show, waarmee hij zijn passie voor gabber probeert door te geven aan volgende generaties, inclusief dansers en vlaggen.
Guerrini kwam in 1999 op zijn 14de voor het eerst in aanraking met gabber. Toen het in Nederland al over zijn hoogtepunt was, dook het eind jaren 1990 pas op in Italië. De Noord-Italiaanse Pandana-vlakte tussen Milaan en Venetië bleek door de verwaarlozing, gepaard met veel industrie en een grote arbeidersklasse vruchtbare grond voor vlammende hardcorebeats. Toonaangevend label van het eerste uur Traxtorm Records releasede tracks van de bekendste dj en producer: Claudio Lancinhouse, die op zijn beurt weer speelde in de beruchtste hardcoreclub, Number One.
In Italië spraken ze niet over gabbers, maar noemden de lokale aanhangers zichzelf Hardcore Warriors. Ze waren extravaganter uitgedost, met hanenkammen en kleurrijke outfits die meer punk dan gabber uitstraalden. ‘Ik voelde me minder aangetrokken tot de Hardcore Warriors en meer tot de gabberstijl,’ vertelt Guerrini terugkijkend op die periode van zijn leven. Tot ongeveer 2004 ging hij elk weekend uit in gabbertenue en met kaalgeschoren hoofd. De outfit verdween langzaam, maar de liefde voor gabber was er niet uit te krijgen. ‘In 2009 maakte ik met een paar vrienden een fanzine rond hardcore en gabber, met als doel mensen kennis te laten maken met de cultuur en de vooroordelen weg te nemen. Tot mijn grote verbazing was het fanzine in een dag uitverkocht. Mensen bleken vooral gefascineerd door de esthetiek en bijbehorende verhalen over de ravecultuur van toen.’
Aangemoedigd door die interesse lanceerde Guerrini in 2011 zijn blog Gabber Eleganza, volledig gewijd aan het esthetische aspect van gabber. Het was voor hem een manier om mensen te introduceren aan zijn grote liefde en de verkeerde opvatting en ideeën erover bij te schaven en vooral de oorspronkelijke geest van gabber in leven te houden. Hij voelde niets voor de commercialisering van de muziek. ‘Mijn missie was outsiders rond te leiden in de wereld van gabber. Ondanks dat ik wel al sinds mijn 17de aan het draaien ben, zie ik mezelf dan ook meer als archivaris of kunstenaar dan een dj of producer.’
Postravecultuur
Guerrini’s blog inspireerde een nieuwe generatie gabbers. Verschillende collectieven en artiesten gaven een nieuwe draai aan gabber, met Casual Gabberz als een van de voornaamste. Deze troep maffe Parijzenaars organiseert sinds 2013 regelmatig hardcorefeesten in de Franse hoofdstad.
Sinds 2017 is daar een label bijgekomen. Labelbaas Paul Seul brengt er regelmatig nummers op uit, maar ook een ep als ‘Piemelsap Vol. 1’ van de mysterieuze Belg DJ Jon Piemel krijgt er een plaatsje. Zijn track ‘Escalope Boursin’, vrij vertaalt naar kruidenkaaskotelet, is een goed voorbeeld van de ironische postinternettwist die Casual Gabberz aan gabber geeft.
Guerrini spreekt over een zogenaamde postravecultuur: een heropleving van jaren 1990 ravecultuur bijgestuurd door obscure blogs en archiefbeelden op YouTube. Als je een echt goed beeld wilt krijgen van hoe gek het eraan toegaat op een Casual Gabberz-event is een bezoekje aan YouTube voldoende. De Boiler Room-uitzending is ondertussen al bijna een half miljoen keer bekeken en staat bol van naïef plezier. Ondanks dat Seuls pupillen en kompanen zo wijd staan als zwarte gaten, lukt het de Parijse crew moeiteloos om het publiek tot een bezeten mensenmassa op te kloppen.
Fetisjisme
De gabberrevival lijkt vooral een trip down memory lane, zonder echte herinneringen. Het publiek is vaak te jong om de periode bewust meegemaakt te hebben. Er wordt gespeeld met een geromantiseerd beeld ervan. De Poolse elektronische artieste Ewa Justka spreekt over een fetisjisme van de arbeidersklasse. ‘Gabber als subcultuur was ook een vorm van escapisme voor jongeren uit de arbeidersklasse. Maar nu wordt het herbeleefd door kunststudenten die dwepen met het beeld van die arbeidersklasse en de bijbehorende esthetiek en stijl.’
Justka maakt al jaren harde techno die het midden houdt tussen acid, industrial, noise en natuurlijk gabber. Daarnaast bouwt ze ook haar eigen instrumenten en heeft ze een zwak voor de gabberkick. Haar recentste album ‘Upside Down Smile’ belichaamt diezelfde liefde voor de jaren 1990 en intense muziek, maar dan zonder ironische knipoog. Verrassend genoeg kwam het uit op Editions Mego, een Oostenrijks label dat eerder gelinkt wordt aan experimentele ambient dan verschroeiende techno. ‘Alles wat met de jaren 1990 te maken heeft, is momenteel aan het terugkomen.
Mensen voelen zich een beetje verloren in wat ze moeten doen en volgen, en daarom vallen ze terug op voorgaande subculturen,’ denkt Justka. ‘Ik voel me eerder aangetrokken tot die periode door de esthetiek ervan en het ruwere geluid van de muziek. Het harde en vuile karakter van een gabberkick is gewoon intens. Je hoort dat sommige muziek uit die periode niet goed gemaakt is en dat er op technisch vlak een hoog DIY-gehalte aan vastkleeft. Maar dat vind ik juist aantrekkelijk. Het is rauw en hard en dat is wat mensen erin zoeken. Het dagelijkse leven kan nogal saai en repetitief zijn. Zelfs wanneer je elektrische circuits voor zelfgebouwde synthesizers en andere elektronica moet maken. Het voelt goed om dingen van je af te zetten door naar heftige muziek te luisteren.’
Pretentieloos
Niet alleen in Parijs is er een revival van het genre aan de gang. Justka ging een paar jaar geleden naar een Wixapol-feestje. Dit Poolse collectief hangt net als Casual Gabberz een soort ironische postmoderne versie van gabber aan, alhoewel het het ironische aspect misschien nog iets verder op de spits drijft. ‘Ik ben een enkele keer geweest en de energie is echt fucked up, iedereen is er helemaal naar de kloten. Ik kreeg er bijna een paniekaanval van,’ vertelt Justka. Een groot deel van de aantrekkingskracht van Wixapol is dat er geen pretentie aan vasthangt. Originele gabbertracks worden er gemixt met hardcore remixes van populaire en vooral foute popmuziek, wat het soms tot een Eurosongversie van een hardcore rave maakt.
Guerrini erkent Justka’s stelling dat de arbeidersklasse geromantiseerd wordt door de nieuwe generatie neogabbers, maar ziet ook het positieve ervan in. Het nieuwe publiek dat zich aangetrokken voelt door collectieven als Wixapol en Casual Gabberz is op veel vlakken meer open dan gabbers in de beginjaren waren. Wixapol is bijvoorbeeld een van de weinige Oost-Europese crews die openlijk de kleuren van de lgbtqi+ gemeenschap gebruiken om hun boodschap te brengen. ‘Als het romantiseren van de arbeidersklasse de prijs is die je moet betalen voor meer inclusie, dan is dat het zeker waard,’ zegt Guerrini.
Hij vindt het romantiserende element niet meer dan normaal. ‘Bij elke heropleving van een oude subcultuur zie je verbloeming. De lelijke kantjes worden weggeschaafd en de mooie elementen blijven over. Uiteindelijk is nostalgie een geromantiseerd gevoel dat vertrekt vanuit het sentimentele.’
Parodie
Er wordt vandaag de dag natuurlijk veel meer gedaan met gabber dan enkel een ironische knipoog en verwijzingen naar hedendaagse popmuziek. Guerrini koos als Gabber Eleganza voor een paar nummers er bewust voor om de zo typerende kickdrum van gabber weg te laten, zonder in te boeten op intensiteit. ‘Hardcore draait natuurlijk om de kick, maar ik hou ook van hedendaagse elektronische artiesten zoals Lorenzo Senni en Lee Gamble. Toen Lorenzo Senni me vroeg of ik iets wou uitbrengen op zijn label Presto, wilde ik graag een hardcoretrack maken zonder kick. Ik vroeg me hardop af hoe ik diezelfde intensiteit en energie van een hardcorenummer op die manier kon bekomen.’
Een andere originele opvatting van gabber vind je bij het Indonesische Gabber Modus Operandi. Dit duo, net als Casual Gabberz al jaren trouwe volgers van Gabber Eleganza, ontdekte gabber via het internet, waarna ze het opnamen in hun artiestennaam. De muziek is een mix van traditionele Indonesische trance, noise, punk en vooral pijlsnelle gabberkicks die makkelijk tegen de 200 bpm oplopen. Net als in Guerrini’s Hakke Show, is Gabber Modus Operandi ook bezig met performance. Het duo probeert daarbij het ritualistische aspect van trance te verweven met elektronische muziek.
Hoe serieus moet je de nieuwe hardcore en gabber eigenlijk nemen? Gabber heeft altijd al een humoristisch kantje gehad. Fragmenten en quotes uit de populaire cultuur werden gesampled en verweven met zware kicks. Dat zie je ook terug bij de nieuwe generatie. Bij Casual Gabberz en Wixapol is het voor buitenstaanders niet altijd even duidelijk waar ironie begint of eindigt.
Guerrini ziet zichzelf niet als een humorist, al erkent hij het belang van humor in hardcore. ‘Wat gabber betreft ben ik eerder archivaris en onderzoeker, dus ik zou mezelf niet in die ironische categorie plaatsen. Mijn muziek is eerder serieus, mijn esthetiek neigt wel naar het ironische. Tegelijk begrijp ik het belang van naïviteit en plezier. Van mij mogen mensen gabber en hardcore doodernstig benaderen. Maar iemand anders’ vrijheid, komt ook met mijn vrijheid. Als je anderen respecteert en hun gang laat gaan, mag je van mij zo serieus zijn als je wilt. Het probleem met purisme is echter dat het heel snel conservatisme wordt. En dat leidt nooit tot iets goeds, omdat je je afsluit voor verandering.’