Na-Gedachten: Dick Raaijmakers (1930-2013)

Met de dood van Dick Raaijmakers verliezen we niet alleen een pionier op het gebied van elektronische muziek maar ook iemand die zich inzette voor innovatieve vormen van kunst. Hij was een veelzijdig persoon die zich onder andere bezighield met muziek, onderwijs en performances.

Nagedachten-Thumb

Kid Baltan
Kid Baltan

Dick Raaijmakers studeerde piano aan het Koninklijk Conservatorium (KC) in Den Haag. In 1954 belandde hij bij Philips in Eindhoven, waar hij ging werken in het Natuurkundig Laboratorium (Nat Lab). Hier experimenteerde hij met elektronische muziek. Toen hij van Philips de opdracht kreeg iets toegankelijker muziek te maken, nam hij het pseudoniem Kid Baltan (lees achterstevoren) aan. Vervolgens nam hij instrumentals op als ‘Song Of The Second Moon’ en ‘Colonel Bogey’ op. Vooral laatstgenoemde is pure popmuziek, gemaakt voordat mensen als Jean Jacques Perrey of Raymond Scott zich met elektronische pop(ulaire) muziek begonnen bezig te houden en lang voordat het nummer ‘Popcorn’ (in 1972) in de Top 40 stond. In 1965 kreeg hij een brief van regisseur Stanley Kubrick die aangeeft dat hij zijn “electronic music” graag zou willen gebruiken in zijn volgende film: ‘2001: A Space Odyssey’. Dick Raaijmakers wilde hier niet op in gaan omdat hij vond dat zijn muziek niet geschikt was voor films. Vanaf 1966 is hij verbonden aan het KC in Den Haag, als docent Elektronische en Hedendaagse Muziek. Hiernaast speelde hij op het KC een belangrijke rol bij het oprichten van de studierichting ArtScience. In 1969 is hij samen met onder andere Louis Andriessen en Reibert de Leeuw, één van de zeven oprichters van STEIM (Studio for Electro Instrumental Music). De huidige STEIM-directeur Dick Rijken beschouwt hem als een pionier niet alleen op muzikaal gebied maar vooral op dat van kunst in het algemeen: “Het ging bij Dick Raaijmakers in zijn conceptuele performances meer over het idee en de constructie”.  Voor Dick Rijken is Raaijmakers’ boek ‘De Methode’ (1984) een uiterst belangrijk werk. Hij raadde dan ook ieder van zijn studenten aan het boek te kopen. “Het kwam op een gegeven ogenblik in De Slegte terecht. Toen het daar ineens verdwenen was omdat het totaal niet verkocht heb ik bij Van Gennep in Amsterdam de twee laatste dozen opgekocht”.

Vanaf de jaren 1970 werden de werken van Dick Raaijmakers steeds theatraler. Het draaide niet meer om muziek maar om het concept. Veel indruk maakte ‘De Grafische Methode Fiets’ (1979), waarin een vertraagd bewegende acteur er een half uur over doet om van een fiets te stappen. Deze performance is voor het laatst opgevoerd in 2008 tijdens de presentatie van het zeer lijvige boek ‘Dick Raaijmakers: Monografie’ (van Joke Brouwer en Arjen Mulder). Hierin stelt Reinbert de Leeuw: “Door buiten muzikale kaders te denken heeft Raaijmakers als geen ander muziek, theater en beelden kunst weten te verenigen”. Het laatste werk van Dick Raaijmakers is ‘Ritueel Moment’, een stuk voor drie slagwerkers in 2005 éénmalig uitgevoerd. Tijdens het STRP Festival van 2006 was er een groots eerbetoon aan hun voormalige plaatsgenoot. Onderdeel hiervan was een remixproject met bekende namen als Atom TM en Isolée. De laatste jaren zat Dick Raaijmakers in een rolstoel en leidde hij een teruggetrokken leven. Op 4 september  jongstleden overleed hij in zijn slaap in een Haags rusthuis.

Veel muziek van Dick Raaijmakers is terug te vinden op de box ‘Populair Electronics’ (Basta Records), een excellent overzicht van muziek uit het Philips Nat Lab uit de periode 1956-1963. Ook het STRP-remix project is door Basta op cd uitgebracht, onder de titel ‘Reactions To The Music Of Dick Raaijmakers’.

Logo: Kees Peerdeman | Ontwerp banner: Mark Lohmann

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!