Deze nieuwe Mind The Gap blaast het verre en minder verre verleden nieuw leven in. Zo klinken onder meer een hedendaagse interpretatie van een oud liedje van Jay Reatard, een vervormde versie van een oud Maltees, aan het thuisfront gericht kattebelletje en de verklanking van millenialdromen over vervlogen punkjaren.
1. Ka Baird
Gate IX
Bearings: Soundtracks for the Bardos
RVNG Intl
Na een hiatus van ongeveer vijf jaar, schittert Ka Baird met een magnifieke luisterplaat waarvan overgangsrites de kern vormen. In de zomer van 2022, terwijl hun moeder op het sterfbed lag, ging Ka Baird aan het werk met onder meer veldopnamen en opera-gezang dat hen tijdens de pandemie verzamelde. Op de momenten dat moeder rustte, arrangeerde Baird dit bronmateriaal tot elf klanklandschappen (of bardo’s) die de muzikale verklanking zijn van de durf om los te laten. Baird liet het experiment de rites leiden. Het resultaat is een intiem werkstuk dat uitblinkt in contemplatieve kracht en dat zich compleet in je nestelt, met ‘Gate IX’, muzikaal de meest diverse track van het album, als wonderlijke introductie.
Zie interview in GC#180.
2. A Lily
Żeżina Ddoqq is-Sħab
Saru l-Qamar
Phantom Limb
James Vella is de oprichter van het label Phantom Limb, we mogen hem dus danken voor een karrenvracht aan mooie ontdekkingen als Sabiwa, WaqWaq Kingdom en tal van anderen. Hij componeert en musiceert als ‘A Lily’ echter ook zelf. Op ‘Saru l-Qamar’ onderstreept Vella de melancholie, eigen aan oude Maltese, aan het thuisfront gerichte kattebelletjes (Maltese emigranten berichtten vanaf pakweg de jaren 1960 vanuit het buitenland over wat hen was overkomen in de vorm van traditionele liedjes, ‘ghana’ geheten) en versterkt die door onder meer zangstemmen te vervormen of in elektronica te drenken. Voor deze mooie heimweeberichten uit het verleden maakte Vella geslaagd gebruik van opnamen uit het Maltese archief Magna Żmien.
3. Youmna Saba
Al khayal
Wishah
Touch / Ruptured Records
De Libanese Youmna Saba tokkelt de oed een nieuwe wereld in. Aan de hand van zelf ontwikkelde contactmicrofoons, versterkt en manipuleert Saba de subtiele en nauwelijks hoorbare resonanties van haar instrument. Het traditionele instrument krijgt zo een extra en nieuw klankenpalet, waarmee Youmna Saba, in combinatie met de op herhaling gestoelde Arabische gezangen, hypnotiserende en betoverende soundscapes creëert. Op ‘Al Khayal’ laat Saba de sombere en resonerende drone van de oed weerklinken.
Zie interview in GC#180.
4. BIG|BRAVE
quotidian : solemnity
A Chaos Of Flowers
Thrill Jockey
‘Massief minimalisme’, met slechts twee woorden kan je het geluid van BIG|BRAVE omschrijven. Het Canadese drietal weet een steeds intenser geluid neer te zetten, maar dan met ultiem beheerst gebruik van feedback en distortion. Hoewel de stem van Robin Wattie steevast verdwijnt in de overmeesterende geluidsgolven, haalt zij opvallend genoeg tekstueel inspiratie uit de menselijke kwetsbaarheid en het samenleven in de natuur. Het album werkt als een innerlijke draaikolk van loutering en onrust. Getuige hiervan is ‘quotidian : solemnity’, dat je met een immense maar subtiele kracht omverblaast.
5. Madeleine Cocolas
Bodies I
Bodies
Room40
De Australische producer en componist Madeleine Cocolas gebruikte voor ‘Bodies’ opnamen die ze zelf maakte van het geluid van water. Dat geluid vervormde ze vervolgens sterk, net als andere input zoals haar stem en ademhaling. Hierdoor wilde ze deze klanken, die ogenschijnlijk weinig met elkaar te maken hebben, zo dicht mogelijk bij elkaar brengen. Als resultaat hiervan horen we op deze openingstrack dromerige ambient die de grens tussen mens en natuur doet vervagen. Op dit zodoende tweeledige ‘Bodies’ staat sereniteit centraal, los van de vraag of de bron daarvan nu in het water of in de mens zelf ligt.
6. Bégayer
Agapes Bègues
Évohé Bègue
Murailles Music, Via Parigi, Le Saule
Als in een koortsdroom meandert Bégayers ‘Agapes Bègues’ een ruime acht minuten tussen opspelende hoofdpijn en bevreemdende vervoering. Aangevoerd door ‘ceci n’est pas folk’-artiest Loup Uberto zwalkt een doedelzak onder het donkere gebrom van een begena (een Ethiopisch lierinstrument), hierin voortgesleept door lome percussie en jammerend geweeklaag. Bégayers zonderlinge muziek klinkt nog het meest zoals een concert van Natural Information Society zou klinken als je daar ladderzat in een hoekje naar zou liggen luisteren. Doe nog maar een glaasje dan.
7. HJirok
Sanandaj
Hjirok
Altin Village & Mine
De zwaarmoedige zang van Hani Mojtahedy klinkt in de eerste twee minuten van ‘Sanandaj’ drukkend en onheilspellend. Bijgestaan door producer Andi Toma (bekend van Mouse On Mars) verzamelde ze veldopnamen tijdens een tocht door Irakees Koerdistan en bracht die onder in soefimuziek, om er vervolgens experimenteel mee aan de slag te gaan. Met voornamelijk het rijke totaalgeluid dat door het drietal percussionisten wordt voortgebracht (in de overige vier minuten op de voorgrond tredend) is ‘Sanandaj’ een bedwelmende, persoonlijke maar ook politieke track, en een indrukwekkend pleidooi voor de Koerdische identiteit en cultuur.
8. Discovery Zone
FYI
Quantum Web
RVNG Intl
‘Quantum Web’ lijkt gemaakt om bij weg te dromen. De muziek klinkt vertrouwd. De geluiden zijn een combinatie van organische en virtuele klanken. Nauwelijks sleutelend aan de presets van haar apparatuur neemt Discovery Zone je mee naar een zoete droom boordevol melancholische ondertonen. Experimentele pop die weemoedig zweeft en kietelt, zoals ook het charmante ‘FYI’.
9. Doc Sleep
Enchanted Static
Cloud Sight Fade
Dark Entries
Doc Sleep noemt ‘Cloud Sight Fade’ zelf ‘een liefdesbrief aan het prachtige landschap van de West Coast en het licht van de zonsopgang van de Stille Oceaan’. Dat voel je: de volop aanwezige dromerige texturen en melodieën roepen een zekere warmte op. Tegelijkertijd is het, wanneer de muziek knipoogt naar New York-house, Berlijnse techno en Westcoast-breakbeats, een dansbaar album om de zweterige club mee in te duiken. Jaren queerclubervaring als deejay en bezoeker wordt hier in zeven tracks samengebald. Van broeierig, hypnotiserend tot sprankelend op ’Enchanted Static’. Leuke plaat.
10. Peter Van Hoesen
Twilight Static Dilemma
Towards The Center Of Time And Surrounded By Spirits
Vlek
Het is welgeteld tien jaar geleden dat Peter Van Hoesens vorige album ‘Life Performance’ bij het Berlijnse Tresor verscheen. Die Duitse stad heeft Peter Van Hoesen sindsdien ingeruild voor Ho Chi Minhstad, maar zijn muzikale geest dwaalt ginds nog steeds rond. Als vanouds toont Van Hoesen waarom hij menig techno-hart sneller doet slaan. Op de ietwat avant-gardistisch aanvoelende en experimentele afsluiter ‘Twilight Static Dilemma’, met zijn schrille klanken en een enerverende melodie, weggezet op een dreigend pulserende beat, toont Van Hoesen zijn detailrijk sounddesign.
11. Lord Spikeheart
REM FODDER
The Adept
HAEKALU Records
Wie dacht dat, wanneer een van de twee leden van het Keniaanse noiseduo Duma solo zou gaan, dat vast tot een milder en vrediger geluid zou leiden, heeft het mis. De muziek op het debuut van zanger Lord Spikeheart (Martin Khanja) loeit en snerpt nog even chaotisch, heeft nog ruim voldoende ammunitie in reserve voor een onverminderd salvo aan beats, en ook Khanja’s geschreeuw klinkt (geruststellend genoeg?) even ijzig. ‘Wij zijn slechts nederige dienaren van Duma’ (‘Duma’ betekent ‘Duisternis’ in Swahili, red), zo klonk het treffend in ons interview met het duo in GC#160. Al predikt Lord Spikeheart nu uit eigen naam, ‘The Adept’ staat nog steeds onder dezelfde duistere wapenen.
12. Warm Exit
Become the Butcher
Ultra Violence
EXAG’ Records
Terwijl deze Brusselse band gretig de undergroundpodia van de Belgische hoofdstad afloopt, verscheen het debuut ‘Ultra Violence’ bij het eveneens Brusselse EXAG’ Records. Denk: scherpe postpunk onder een laagje elektronica en noise. Vinnig en vol venijn. De uitzichtloosheid van de punkjaren verpakt in millenialzweet, terwijl de dromen om van je muziek te leven al lang niet meer realistisch zijn. Warm Exit haalt inspiratie uit die brutale eerlijkheid in combinatie met onderdrukte emoties, uit zowel het goede als het slechte. Een donker album waarbij ‘Become The Butcher’ met zijn pittige baslijn je van je sokken blaast.
13. Helen Island
It’s So Easy
Last Liasse
Knekelhuis
Jay Reatard zong zo’n twintig jaar geleden ‘It’s so easy when your friends are dead / It’s so much easier when you don’t even care’, gestoken in een verrassend aanstekelijk punkdeuntje. Een behoorlijke effectbal aan emoties, zogezegd. De Parijse Helen Island doet daar nog een schepje bovenop: op deze cover klinken melancholische synths, een vrolijke beat en de extra tekstflard ‘It’s a beautiful night’, aangevuld met theatraal en potsierlijk gehuil tussendoor. En van die spanning tussen melancholie en optimisme, daar worden wij dan weer vrolijk van. Of verdrietig, dat weten we niet meer zeker.