In Gonzo (circus) # 183 kon u het eerste deel lezen van onze Luistertest met Stefan De Graef, bekend van de Belgische bands Psychonaut en Hippotraktor en Thomas Van Dingenen, manager van diezelfde groepen. Het was zo gezellig in de tuin van De Graef dat we ruim twee uur hebben volgepraat over muziek. Er kwamen daarbij nog vele interessante antwoorden voorbij die we u niet willen onthouden en daarom presenteren we hier deel twee van deze Luistertest.
Meshuggah
Born in Dissonance
The Violent Sleep of Reason (Nuclear Blast, 2016)
Stefan De Graef: ‘Meshuggah!’
Ik heb deze erin gegooid omdat Hippotraktor, wellicht tot vervelens toe, wordt vergeleken met Meshuggah. Halen jullie inspiratie uit deze band? En hoe kijk je aan tegen die constante vergelijkingen?
De Graef: ‘Hun muziek heeft zeker invloed op de onze. Dat geldt vooral voor Hippotraktor en minder voor Psychonaut. Meshuggah heeft toch wel de standaard gezet voor werken met gesyncopeerde drums en het gebruik van polyritmiek. Ze weten hun muziek complex en interessant te maken en dat vind ik wel belangrijk. Emotie is natuurlijk ook essentieel, maar als je goed kunt spelen dan mag je dat ook wel laten zien vind ik. De drummer van Hippotraktor, Lander De Nyn, is een grote fan van Meshuggah.’
Thomas Van Dingenen: ‘Haha, welke drummer niet?’
De Graef: ‘Wat betreft die vergelijkingen: daar heb ik niet zoveel moeite mee. Ik heb nog nooit gehoord dat we een rip-off van Meshuggah zouden zijn. Dat zou het wel anders maken. We klinken ook niet hetzelfde, maar voor een vergelijkend kader vind ik het wel goed passen. Mensen zeggen regelmatig dat we klinken als Meshuggah-meets-Gojira. Of dat we progressieve djent-invloeden hebben. Dat is een beetje een lelijk woord geworden, maar als het past bij een stijlomschrijving, dan heb ik daar geen problemen mee.’
We gaan verder met iets totaal anders.
Alice in Chains
Down In A Hole
Dirt (Columbia, 1992)
De Graef en Van Dingenen: ‘Alice in Chains!’
Ha, allebei direct geraden.
De Graef: ‘Voor mij de beste grungeband ooit. Beter dan Nirvana, toch?’
Van Dingenen: ‘Nirvana is zo overrated in vergelijking met hen. Niet qua culturele impact he, daarin zijn ze de grootste. Maar in vergelijking met Alice in Chains stelt het muzikaal gezien toch niet zoveel voor.’
Ik las een interview waarin Stefan vertelde dat de samenwerking tussen Jerry Cantrell en Layne Staley een van de beste voorbeelden is van harmonieuze samenzang.
De Graef: ‘Absoluut. De samenzang bij Alice in Chains is echt fantastisch, daar krijg ik kippenvel van. Ik vind zelf dat ik niet echt een stem heb die een band kan dragen, spijtig genoeg. Hetzelfde geldt voor Thomas Michiels van Psychonaut, denk ik. Met verschillende zangers in een band is het de kunst om verschillende kleuren samen te brengen, te zien hoe ze bij elkaar passen en elkaar versterken.’
Van Dingenen: ‘Ik vind dat bij Psychonaut zeer geslaagd. Ze zijn maar met zijn drieën in de band, maar klinken als een vijftal. En dan twee zangers die zowel zingen als schreeuwen, dan heb je al heel veel. Maar ook de harmonieuze samenzang in Hippotraktor en een band als Cobra the Impaler vind ik geweldig. Dat was voor mij ook een voorname reden om met deze bands samen te werken.’
Stefan, is het voor jou lastig om in twee verschillende bands de juiste sweet spot te vinden in de samenzang? Je moet natuurlijk werken met verschillende mensen wier stem toch anders zal klinken?
De Graef: ‘De kunst is het goed kennen van de muzikanten in je band. Dat geldt net zo goed voor het op elkaar aansluiten van het instrumentale deel als voor het zangdeel. De basis is weten wat de ander wel en niet kan. In Hippotraktor zingt Sander De Rom op het album mee (De Rom is inmiddels gestopt bij de band en opgevolgd door Kristof Du Jardin, nt). Hij heeft zo’n beetje het tegenovergestelde bereik van mij. Waar mijn limiet ligt, begint zijn bereik – hij kan meer dan een octaaf hoger zingen. Dat betekende dat ik zanglijnen kon schrijven die ik zelf nooit zou kunnen zingen. Vervolgens kijk je dan wat goed op elkaar aansluit, hoe de verschillende kleuren samen tot iets moois gevormd kunnen worden.’
Terwijl De Graef zijn kind van een paar maanden oud, dat aandachtig heeft zitten meeluisteren met ons gesprek, naar bed brengt, halen Van Dingenen en ikzelf herinneringen op aan Alice in Chains en The Smashing Pumpkins. We waren allebei verrast toen we er voor het eerst achter kwamen hoeveel zang Cantrell eigenlijk voor zijn rekening neemt en hoe belangrijk zijn rol is in die bewierookte harmonieuze samenzang van Alice in Chains. Over The Smashing Pumpkins zijn we het ook redelijk eens: een fantastische band in de jaren 1990, daarna ver weggezakt. Maar Van Dingenen vertelt dat hij toch enthousiast was toen hij de band enige tijd geleden live aanschouwde. Driekwart van de originele band is weer bij elkaar, wat allicht een positieve invloed moet hebben op de muziek van de enigszins megalomane Billy Corgan. Daarbij krijgt het nieuwe album redelijk lovende kritieken, dus wellicht moeten we het toch weer eens een kans geven.
De Graef schuift weer aan we kunnen verder.
Eric Clapton, Derek Trucks, Doyle Bramhall II
Running On Faith
Live in Melbourne, Australia (YouTube, 2007)
We gaan naar een live optreden, afgespeeld via YouTube. Drie gitaarhelden, waarbij mij het vooral om twee van de drie gaat.
De Graef: ‘Is dat John Mayer? Nee… Derek Trucks! De beste live-gitarist ter wereld. Hij heeft in de band van Eric Clapton gespeeld. Is die andere Clapton? Nee toch?’
Toch wel! En nog aangevuld door Doyle Bramhall II. Ik las dat je eerste concertervaring een bezoek aan Eric Clapton en Derek Trucks was?
De Graef: ‘Klopt, mijn allereerste concert ooit. Toen ik een jaar of vijftien was nam mijn vader me mee naar het Sportpaleis in Antwerpen om Eric Clapton te zien. Hij speelde toen samen met Derek Trucks en nog een gitarist (Doyle Bramhall II, nt). Ik speelde zelf toen net een paar maanden gitaar en het werd mijn doel om ooit zoals Derek Trucks te spelen. Daar ben ik echter nooit bij in de buurt gekomen! (lacht)’
Van Dingenen: ‘Grappig, zodra die solo begon wist je meteen dat het Trucks was.’
De Graef: ‘Hij is echt de beste slidegitarist ter wereld, niet normaal. Zelfs B.B. King was fan van hem. Slidegitaar spelen is een kunst. Er is niets ergers dan iemand die dat middelmatig doet, dan wordt het zo intens vals. Ik kan het zelf ook niet, het is echt millimeterwerk. Elke millimeter verandert de toonhoogte.’
Groeide je op in een muzikaal huishouden?
De Graef: ‘Mijn vader was een echte muziekfan: Led Zeppelin, Deep Purple… En zijn favoriete band was Genesis.’
Van Dingenen: ‘Dat was mijn eerste concert ooit!’
De Graef: ‘Met Phil Collins op zang?’
Van Dingenen: ‘Ja, natùùrlijk met Phil Collins op zang, zo oud ben ik nu ook weer niet!’
De Graef: ‘Dat was een onbedoelde diss! (lacht)’
Van Dingenen: ‘Dat was in 1992 op de weide van Werchter, met de ‘The Way We Walk’-tour. Ik vind Phil Collins keigoed, ik snap de haat ook niet die de man oproept, het is een heel aimabele man. Goed, Genesis is een stuk commerciëler geworden en ze hebben cheesy dingen gedaan, maar wel goede cheesy dingen. Collins is een beetje de anti-popster. Maar ik zal allicht niet objectief zijn, doordat het mijn eerste concertervaring was.’
De Graef: ‘Hij had alleen nooit met Led Zeppelin moeten spelen op Live Aid. Ze speelden ‘Stairway To Heaven’ met Phil Collins op drums. Dat is echt het allerslechtste optreden ooit. Maar goed, toen zat Jimmy Page ook aan de heroïne enzo… Maar om terug te komen op mijn vader: die had thuis altijd muziek opstaan. Hij had vier lades vol cassettebandjes en ging elke zaterdag naar de bibliotheek om cd’s en bandjes te huren.’
Van Dingenen: ‘Dat doet me denken aan de tijd dat ik voor het eerst naar festivals begon te gaan. Dat was nog lang voor de tijd dat je alle artiesten eenvoudig online kon opzoeken. Ik ging dan met een vriend naar de Free Record Shop om een hele stapel cd’s te beluisteren van groepen die op het festival stonden. Met een notitieboekje, urenlang luisteren en aantekeningen maken. En nooit wat kopen he!’
Tijd voor het volgende nummer. We duiken weer eens in een andere stijl.
Final Light
In the Void
Final Light (Red Creek, 2022)
Van Dingenen: ‘Is dit Perturbator?’
Correct! Met op zang?
De Graef: ‘De zanger van Meshuggah (Jens Kidman, nt)? Nee… Ah, die van Cult of Luna!’
Dit is Final Light, een samenwerking tussen Perturbator en Johannes Persson van Cult of Luna in een project in opdracht van het Roadburn Festival.
Van Dingenen: ‘Ik vind dit heel tof, met die jaren 1980 snare en synths. En dan zo heavy.’
Is Persson qua scheeuwzang nog een voorbeeld voor jou Stefan?
De Graef: ‘Niet per se. Eerder Brent (Vanneste, red) van STAKE en Colin (H Van Eeckhout) van AmenRa. Dat waren de eerste screams die ik echt goed vond en waarbij ik ook snapte wat ze deden. Death metal is nooit zo mijn ding geweest. Lage grunts kan ik nog steeds niet waarderen, hoewel ik het zelf heel soms ook wel gebruik. Nochtans is Cult of Luna een van de weinige bands die ik goed vind waarbij alleen screams worden gebruikt. Vaak is dat voor mij toch iets waar ik op afknap. Meshuggah is ook een uitzondering trouwens. Maar ja, ik moest heel lang niets weten van screams. Ik haatte ze zelfs en vond het zo lui.’
Van Dingenen: ‘Ik vind de dualiteit juist interessant. De afwisseling tussen screams en cleane zang. De dynamiek die daardoor ontstaat. Dat vind ik ook zo goed aan Psychonaut en Hippotraktor.’
Hoe was het voor jou, Stefan, om de eerste keren zelf te schreeuwen in Psychonaut?
De Graef: ‘Dat ging vrij snel en gemakkelijk eigenlijk. We zaten met de drie leden van Psychonaut eerst nog in een andere band, waarmee we bluesrock en stoner speelden. Het vierde lid, de zanger, had op een gegeven moment nog zelden tijd om te oefenen en wij verveelden ons daardoor. Toen hebben Thomas Michiels en ik maar een poging tot zingen gewaagd. De microfoons stonden toch al in het repetitiekot, aanvankelijk was het vooral om te lachen. Op een bepaald moment probeerde ik een schreeuw en dat klonk op zich niet slecht. Het deed wel pijn! (lacht) Maar een goede klank had ik snel gevonden. Ik had toen een vrij hoge schreeuw, maar die is met de tijd, en door mijn ervaring in Hippotraktor, wel gevarieerder geworden. Ik vind mijzelf absoluut geen fantastische zanger, maar je moet je vol overgave smijten met je stem en gewoon doen alsof je dat wél bent.’
Zie je een toevoeging van elektronische geluiden als een mogelijkheid in de toekomst van Psychonaut danwel Hippotraktor?
De Graef: ‘Dat zou kunnen. Ik vind elektronische drums zelden geslaagd, maar ik ben wel heel hard fan van synthesizers. Ik ben een liefhebber van Pink Floyd. Nummers als ‘Welcome To The Machine’ en ‘Shine On You Crazy Diamond’ komen zo intens binnen. Die hebben een bepaalde frequentie die wat met de cellen in je lichaam zou doen… Dus ja, ik ben wel benieuwd of we daar wat mee kunnen doen met Hippotraktor, wellicht door muzikanten uit te nodigen voor een gastbijdrage.’
We gaan richting het einde, maar ik wel graag nog twee nummers aan jullie voorleggen. Het eerste zal niet al te lastig zijn…
Brutus
Dust
Unison Life (Sargent House / Hassle Records, 2022)
De Graef en Van Dingenen: ‘Brutus, ‘Unison Life’!’
Zo, jullie hadden minder dan een seconde nodig om deze te raden. Zelfs de titel van het nummer volgde razendsnel. Tussen Brutus en Psychonaut lijkt er een speciale band te bestaan?
De Graef: ‘We zijn min of meer op hetzelfde moment begonnen, ik denk dat zij een half jaartje later waren. We hebben samen met hen gespeeld toen ze hun allereerste show deden. Ze zeggen regelmatig dat ze, als ze niet de <i>push</i> hadden gekregen van ons om die eerste show te doen, dat ze dan vandaag nog steeds in het repetitiekot zouden zitten. Dus wellicht zijn wij verantwoordelijk voor hun succes! (lacht) Maar ja, wat kun je zeggen over Brutus? Ze zijn uniek en zijn wat mij betreft de grootste band van België.’
Van Dingenen: ‘Ze gaan nog veel groter worden. Ze bereiken een breed publiek, omdat ze omarmd worden door zowel de metalgemeenschap als de meer mainstream-luisteraars. Ik denk dat ze op dit moment al een van de grootste Belgische bands ooit zijn, zeker als op internationale schaal. Ze verkopen rustig vijfhonderd, zeshonderd kaarten per show in de Verenigde Staten. Er zijn weinig bands van hier die dat nadoen.’
De Graef: ‘Ze gaan zeker nog tien keer zo groot worden. Ze hebben iets bijzonders.
Ze hebben niet alleen en zingende drummer, het is nog eens een keigoede drummer ook (Stefanie Mannaerts, nt). Plus, Stefanie zingt gelukkig niet met zo’n onnozele hoofdmicrofoon als Phil Collins! Haar nek zal waarschijnlijk wel kapot zijn binnen tien jaar, maar soit. Stefanie heeft ook meegezongen op onze eerste ep en op onze laatste plaat. Thomas Michiels en Peter Mulders (bassist in Brutus, nt) presenteren samen de podcast ‘Zware Klap’ op Studio Brussel. En verder hebben we gewoon heel vaak samengespeeld met Brutus. Zij zijn fan van ons en wij van hen. Het is een mooie vriendschap.’
Nog een allerlaatste, om het af te leren. Alvast veel dank voor jullie uithoudingsvermogen!
De Graef: ‘Geen probleem, het is gezellig toch?’
Emma Ruth Rundle
Protection
Marked For Death (Sargent House, 2016)
De Graef: ‘Is dit Emma Ruth Rundle?’
Zeker. Haar muziek is allicht niet direct vergelijkbaar met Psychonaut of Hippotraktor, maar ik zie wel een overeenkomst qua sfeer. Zowel op haar albums als tijdens optredens, met haar bijzondere gitaarspel en manier van zingen. Een intensiteit die ook verstild kan zijn. Die combinatie ervaar ik ook bij jullie muziek.
De Graef: ‘Sfeer en emotie zijn uiteindelijk het belangrijkste. Wat doet muziek met een mens? Die juiste snaar raken is denk ik het moeilijkste aan muziek. Om alle onderdelen zodanig samen te brengen dat het iets oplevert. Het moet muzikaal boeiend zijn, conceptueel interessant, origineel, met gevoel… Er zijn een aantal checks waaraan een goed nummer moet voldoen, maar hoe je precies iets sfeervols maakt is lastig te zeggen. Het kan een bepaald akkoord zijn, een geluid… Ik had zelf nooit gedacht dat het bekendste Psychonaut-nummer (‘The Fall Of Consciousness’, nt) zo sfeervol zou aanvoelen voor mensen, maar blijkbaar is dat – vooral live – wel het geval.
Uiteindelijk draait muziek om het meenemen van de luisteraar. Of het nu Pink Floyd is of Tool. Het doet me denken aan een citaat over hoe muziek de manier is waarop we de tijd versieren (‘Art is how we decorate space, music is how we decorate time’ – Jean-Michel Basquiat, nt). Muziek moet je volle aandacht vragen. Het doel zou eigenlijk moeten zijn om muziek te maken die op de achtergrond heel irritant is. Kun je je Tool voorstellen als achtergrondmuziek bij een barbeque? Dat werkt niet.’
Mooie woorden ter afsluiting. Bedankt voor het fijne gesprek.