Goed dat er piraten zijn! Dat menen tenminste de evangelisten van de nieuwe media. Zij rekken immers de grenzen op van het kapitalistische systeem en zorgen er zo voor dat de uitwassen worden aangepakt. En dan is er de roep om ‘free culture’, vrije cultuur, waarin auteurschap en de economische waarde van een werk niet meer ter zake doen. Utopisch? Nou nee, Piet Hein, Gilles Deleuze en Felix Guattari knikken instemmend mee.
“Het kapitalistisch systeem is prima bruikbaar. Tenminste in mijn visie. Ik heb niets tegen een vrije markteconomie. Juist niet, ik geloof er heilig in”, bekende Matt Mason me vorig jaar. Tijdens ons gesprek schemerde die zienswijze al door. Geweldig vond Mason het om lezing te houden bij een multinational als Nike. Van dat merk droeg hij al sinds zijn jeugd sneakers. Mason is in de Verenigde Staten een graag-geziene spreker bij grote bedrijven. Zijn piratenverhaal gaat er bij Procter & Gamble, Microsoft en Apple in als koek. Mason is meer Piet Hein dan Andreas Baader. Het liefst werkt hij voor de bedrijven die hij in zijn boek bekritiseerd in plaats van ze te vernietigen.
Die gedachte is gemeengoed in nieuwe mediakringen. Ook Cory Doctorow, die ik in augustus voor Gonzo (circus) interviewde (resultaat is te lezen in nummer #99), denkt er zo over. Ook hij benadrukt: niets mis met het westers kapitalisme. Doctorow is, evenals Mason, een rasoptimist. Hij gelooft in een goede afloop. Ja, ook grote bedrijven hebben tegenwoordig meer mogelijkheden om door middel van nieuwe media ‘foute’ dingen te doen, maar de gewone mensen zullen dat uiteindelijk niet pikken. Eind goed, al goed.
Noem me een zeikerd, maar van zoveel naïviteit krijg ik kromme tenen. In de jaren negentig van de vorige eeuw was dergelijk optimisme eveneens gemeengoed in nieuwe mediakringen. De regels van de nieuwe economie van Kevin Kelley waren ieders handboek. In het kort: nieuwe media zouden zorgen voor een netwerksamenleving die de economie blijvend zou veranderen. Niet hiërarchie en winstmaximalisatie maar horizontale machtsverhoudingen en de individuele bijdragen aan het netwerk zouden de maatstaven worden. Die platte wereld? Die kwam er, maar ook weer niet: nog steeds domineren ouderwetse machtsrelaties en geld. Al wordt het verkocht in een hip, opportunistisch jasje. Lieten die kritische mediadenkers zich dan zo makkelijk in het ootje nemen? Nou, de werkelijkheid is weerbarstiger dan het lijkt. Wie wil immers niet graag, met The Medium Is The Massage in de ene en Mille Plateaux in de andere, beweren dat de wereld er beter op is geworden?
Er gaapt echter een gigantische kloof tussen droom en werkelijkheid. Dat werd gisteravond, tijdens het openingsdebat van het Incubate festival in Tilburg, al meteen duidelijk. Na de, overigens prachtige, presentatie van Charles Leadbeater was het aan Bas van Heur, als onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Maastricht, te danken dat de discussie geen gezellig onderonsje werd. Hij, merkte terecht op dat netwerken niet zaligmakend zijn. Ook zij sluiten mensen uit, zijn vaak afspiegelingen van de gangbare cultuur en zijn allesbehalve écht horizontaal. Komt nog een belangrijk punt bij, een heel praktisch ook: economisch spelen ze in de cultuursector nog geen rol van betekenis. Die boodschap kwam bij de helft van het panel niet aan. Gelukkig greep Leadbeater zelf in na een oppervlakkige lofzang – alsof Van Heurs woorden het ene oor in en het andere uit waren gegaan – van Dick Rijken op de lokale afdelingen van 3VOOR12. Leadbeater legde fijntjes uit dat grote bedrijven zich inderdaad niet bemoeien met wat er in al die netwerken gebeurt, maar dat betekent niet dat ze plotseling lief en aardig zijn geworden. Juist niet. Wie denkt dat grote bedrijven slachtoffer zijn van hun omgeving en niet meer ‘begrijpen’ hoe de zaken er anno 2010 voorstaan, heeft het mis. Toch is dat wat iedereen denkt.
Met een beetje pech gaat de, op papier zeer interessante, Incubate Pirate Conference komende vrijdag net zo verlopen. Het ergste dat kan gebeuren? Dat de conferentie een feestje wordt voor de interessante, maar ook oppervlakkige ideeën van hoofdgast Matt Mason. Het is gemakkelijk om het met hem eens te zijn. Het is ook eenvoudig om piraterij te verwerpen en de kant van de grote bedrijven, bijvoorbeeld de getormenteerde muziekindustrie, te kiezen. Want die, en in zijn kielzog de hardwerkende muzikanten, is óók best zielig. Beide keuzes zetten geen zoden aan de dijk. Waarom? Omdat ze schijnoplossingen bieden. De implicaties blijven onderbelicht. En juist daarin schuilt het probleem.
Want wat zijn nou écht de consequenties van piraterij? Dat is een lastige vraag zonder eenvoudig antwoord en daarom niet bepaald sexy. Je verkoopt er in ieder geval geen duizenden boeken mee. Piraterij gaat over ‘free culture’, de uitwisseling van goederen zonder dat er geld aan te pas komt. Dat is een nobel streven en bij cultuurgoederen een belangrijke consequentie van de digitaliseringsgolf van de afgelopen twintig jaar. Films, foto’s, muziek en geschreven stukken zijn zonder moeite eindeloos te kopiëren, te reproduceren en te delen. Daar is in beginsel niets mis mee. Goed, Walter Benjamin waarschuwde in de jaren dertig van de vorige wel voor het verlies aan aura bij kunstwerken die worden geproduceerd. Daar zit iets in. Popmuziek die schaars is en die moeilijk te krijgen is, zal een belangrijkere invloed hebben op de vorming van identiteit dan muziek die overal gratis is te verkrijgen.
Maar er is nog een andere, veel relevantere consequentie: cultuur wordt letterlijk waardeloos. Door het eindeloos te reproduceren en te delen heeft ze geen economische waarde meer. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben. In een maatschappij waarin het belang van dingen bepaald wordt door die economische waarden hebben ‘gratis’ cultuurgoederen een probleem. Want geld bepaalt nu eenmaal status. Wat dat betekent voor de hordes creatieven die lekker worden gemaakt met succesverhalen over de creatieve industrie? Ook een goede vraag.
Er is nog ander, meer abstracte consequentie die piraterij en ‘free culture’ met zich meebrengen. Cultuur dient immers al eeuwenlang als spiegel voor onze maatschappij. Ze zorgt ervoor dat mensen zien dat de wereld anders kan zijn dan hij is. Cultuur dus als broodnodige initiator voor maatschappelijke verandering (grappig dat Mason dat effect juist toeschrijft aan piraterij). Wat er gebeurt wanneer die cultuur waardeloos wordt hoef ik vast niet uit te leggen. Herbert Marcuse en Theodor Adorno waarschuwden daar in de jaren zestig van de vorige eeuw al voor. De inhoud van cultuur is dan immers geen factor van belang meer. Onschadelijk gemaakt door grote bedrijven én piraten.
De vergelijking met échte piraten als Piet Hein is daarom zo gek nog niet. De vrijbuiter die zich niets gelegen laat liggen aan regels en conventies die samenwerkt met de overheid (of bedrijf, de Republiek der Nederlanden draaide destijds immers al om handel) die de regels en conventies bepaald is een ijzersterk concept. Voor de piraat én voor de overheid. De gewone man of vrouw heeft er uiteindelijk niets aan. Benieuwd of dat standpunt komende vrijdag toch ook op de agenda wordt gezet. En anders zorgt u, beste Gonzo-lezer, daar toch gewoon voor?
Pirate Conference vindt vrijdag 17 september plaats in het Midi Theater te Tilburg als onderdeel van het Incubate festival. Meer info op incubate-innovation.org.
Lees verder
Digitale cultuur 6.1: Cory Doctorow, over technologie en egoïstisch altruïsme in Gonzo (circus) #99.
Digitale cultuur 1.1: Matt Mason en piraterij in Gonzo (circus) #94.
Piraterij, Matt Mason (2009).
Mille Plateaux, Gilles Deleuze en Félix Guattari (1980).
The Medium Is The Massage, Marshall McLuhan en Quentin Florin (1967).
One-dimensional Man, Herbert Marcuse (1964).
WWW
We zijn allemaal piraten, Mars van Grunsven in Groene Amsterdam #36, 2010.
‘Ik heb niets tegen de vrije markteconomie’, Theo Ploeg in cut-up, 2009.
www.incubate.org.