INTERVIEW Michiel van Bakel

Technologie als venster op de wereld

Michiel Van Bakel maakt bijzondere videokunst: is het videokunst, fotografie of een schemergebied?

Dit najaar is werk van Michiel van Bakel te zien in het Antwerpse Fotomuseum, tijdens de groepstentoonstelling ‘The Still Point of the Turning World – Between Film and Photography’. Die ondertitel is een goede indicatie voor Van Bakels bijzondere videokunst: is het videokunst, fotografie of een schemergebied?

Michiel van Bakel (1966) laat me een kunstwerk zien waar hij op het moment van schrijven nog aan werkt: het lijkt een panoramafoto van een strand, en tegelijkertijd lijkt het óók een video omdat het beeld steeds op lijkt te schuiven. Om echt bewegend beeld gaat het evengoed ook niet: de omgeving verandert niet, maar verschijnen opeens twee gestaltes in beeld, roze schimmen eerder. Eerst van dichtbij, maar met sprongen bewegen ze steeds verder van de camera af. Als een echte panoramafoto is ook dit werk opgebouwd uit allerlei losse foto’s; en welbeschouwd is dat met een video ook het geval.

Van Bakel: “De foto’s zijn gemaakt met een scanner die eigenlijk als camera fungeert. Zo’n scanlijntje gaat heel langzaam van links naar rechts en bouwt zo het beeld op. Het kan tien minuten duren voordat een foto af is. In de tussentijd kan er van alles bewegen en gebeuren. Dat zie je wel aan die mensen die weglopen. Eigenlijk maak ik met dat trage scanproces een afbeelding van de verstrijkende tijd.”

Herinnering

Van Bakels (video)kunst was te zien in galeries en musea, en ook op filmfestivals als het IFFR. De tijd en de invloed daarvan op een ruimte zijn belangrijke thema’s binnen zijn oeuvre. “Waar die fascinatie vandaan komt? Die is er altijd wel geweest. Ik kreeg al jong een eenvoudige instamatic-camera, waarmee ik foto’s maakte van mijn schoolvriendjes. Dat was magisch: je kon zo een herinnering vastleggen. Toen ik tien was, ben ik met een Super 8-camera korte filmpjes gaan maken. Mijn opa had een drukkerij, waardoor we thuis altijd een hoop karton hadden. Ik ben toen kartonnen figuurtjes gaan maken, waar die stop-motionfilmpjes om draaiden. En als we toch aan het analyseren zijn (lacht): mijn vader maakte kunst waarin tijd en beweging een belangrijke rol speelden. Ik heb hem in mijn jeugd veel geholpen met zijn werk.”

Gerrit van Bakel (1943-1984) maakte onder meer kinetische kunst en grote machines. Ook in het werk van zijn zoon Michiel komen kunst en technologie samen, al heeft het nog wel even geduurd voordat ook hij kunstenaar werd. “Dat was aanvankelijk ook niet mijn plan. Ik heb kort astronomie gestudeerd, omdat het heelal me erg trok. In de praktijk bleek ik veel zware natuurkundevakken te moeten volgen; dus ik hield er dan ook snel mee op. Ook heb ik een studie psychologie voortijdig afgebroken. De menselijke psyche is heel interessant, maar na het algemene eerste deel moet je je gaan specialiseren, bijvoorbeeld in klinische psychologie. Dat specialiseren wilde ik niet. Het is uiteindelijk toch de kunstacademie geworden.”

Daar werd Van Bakel onderwezen in alle kunstdisciplines, waaronder fotografie, beeldhouwen en schilderkunst. Video’s maken bleef hem het meest trekken. “Ik heb het geprobeerd, maar mijn fascinatie voor tijd en ruimte kon ik niet verwerken in schilderijen. Beeldhouwen sprak me juist wel erg aan. Ik maak nog altijd sculpturen. Het is namelijk erg fijn om achter de computer te zitten, en video en animatie af te kunnen wisselen met gewoon met mijn handen bezig zijn. Ik ben absoluut een bricoleur.” Dat is te zien aan zijn werkplaats, waar hij bijvoorbeeld diverse zelfgebouwde en aangepaste camera’s heeft opgesteld. Zo werkt er een via het principe van de camera obscura, en er staat een oude technische camera waarvan Van Bakel nog bezig is alle mogelijkheden te verkennen.

Muybridge

Technologie speelt een belangrijke rol in Van Bakels werk. “Het feit dat ik me bedien van allerlei toestellen en computerprogramma’s is een weerslag van hoe ik zelf beïnvloed word door technologie. De apparaten die ik gebruik zijn vensters om naar de wereld om ons heen te kijken. Het is toch de taak van de kunstenaar om iets te zeggen over die wereld. Ik kan daarbij niet anders dan uitgaan van mezelf, maar het is ook te specifiek en te smal om te zeggen dat mijn werk alleen over mijzelf gaat. Echter, het is ook te hoogdravend om te denken dat omdat ik een mens ben, mijn kunst over de hele mensheid gaat.”

Van Bakel was zelf letterlijk het middelpunt in een van zijn eerste video’s, ‘Hovering over Wasteland’ uit 1998. Daarvoor gebruikte hij ruim dertig wegwerpcamera’s die in een cirkel stonden opgesteld. Hij sprong de lucht in, waarna er van alle kanten foto’s werden gemaakt. Die heeft hij samengevoegd tot een vervreemdende video waarin Van Bakel in de lucht lijkt te zweven, terwijl de camera om hem heen draait. “De filmpioniers gingen met dat principe aan de slag: als je verschillende foto’s of beeldjes na elkaar toont krijg je een soort beweging, een film dus. Denk aan Eadweard Muybridge.” Deze negentiende-eeuwse fotograaf maakte een fotoserie van een galopperend paard. Later projecteerde hij via een zelfgemaakt apparaat die foto’s achter elkaar, wat resulteerde in een soort film avant la lettre, die wereldberoemd werd.

‘Equestrian’, een werk uit 2003 dat in het Antwerpse Fotomuseum te zien is, verwijst duidelijk naar Muybridges baanbrekende werk. Voor dit kunstwerk zijn diverse korte filmbeelden samengevoegd tot een video, zoals aaneengeregen foto’s de basis vormden voor Van Bakels ‘Hovering over Wasteland’. “Centraal staat een agent te paard. Zij wordt van alle kanten gefilmd, terwijl het paard loopt. Samen vormen de beelden een soort videostandbeeld. Ik werkte samen met Reinier van Brummelen, die de montage voor zijn rekening nam. Hij zorgde ervoor dat paard en ruiter steeds in het midden van het beeld bleven.”

Het paard staat echter steeds op een andere plaats op de foto; de ene keer iets meer in het midden, en de andere keer wat meer naar links of rechts. Het resultaat is dat de kaders van de video ook steeds mee veranderen van positie: ze schuiven regelmatig op om het paard maar in het midden te houden. Een van de effecten is dat je je er steeds van bewust bent dat je niet naar een vloeiend geheel kijkt, zoals een scène uit een speelfilm of serie zo’n geheel lijkt, maar naar een opeenvolging van beelden. Van Bakels video’s lijken daarom op een meta-achtige manier over kijken zelf te gaan.
Daar hangt mee samen dat een van Van Bakels belangrijkste drijfveren is dat hij iets zichtbaar wil maken dat normaal niet te zien is. Denk aan tijd in video’s als ‘Equestrian’, maar ook aan trillingen.

Afgelopen juli was zijn installatie ‘Cosmic Debris’ (2017) te zien in de Rotterdamse galerie Zerp. Het werk bestaat uit een pendule gemaakt van een stukje meteoriet, een magneet en een seismograaf. De seismograaf vangt trillingen op en stuurt op basis daarvan de magneet aan, waardoor de koers van de pendule verandert.

Van Bakel: “Het is immers een ijzermeteoriet. ‘Cosmic Debris’ maakt onzichtbare trillingen zichtbaar. Iets vergelijkbaars heb ik toegepast in de iets oudere video ‘Road Trip to the Dutch Mountains’ (2016), waarvoor ik mijn camera op het dak van de auto had gezet. Vervolgens ben ik gaan rijden. De camera, wederom een scanner, neemt op wat er op hem afkomt. Ook vangt hij de trillingen van de reflectie van het asfalt. Dat zie je terug.” Er ontstaan vervreemdende beelden als een viaduct dat een lange, gekromde streep lijkt te zijn geworden.

Kijken

Van Bakel vertelt dat ‘Equestrian’ deels is gebaseerd op de vele politiecamera’s die in Rotterdam kwamen te hangen: “Het leek me mooi om het perspectief eens om te keren en de agent in het middelpunt te zetten.” Dat wil niet zeggen dat hij zich in zijn kunst (op activistische wijze) bezighoudt met thema’s als surveillance, in tegenstelling tot veel hedendaagse kunstenaars die zich daar wel door laten inspireren.

“Zo’n betrokkenheid kan wel in mijn werk zitten, maar niet aan de oppervlakte, eerder veel dieper daaronder. Ik vind het belangrijk dat thema’s als vrijheid en surveillance aangesneden worden, maar vind ook dat activisme vaak gelaagdheid in de weg zit. Ik wil juist dat mijn werk meerdere lagen heeft.”

Een van die thematische lagen is volgens Van Bakel de vraag naar hoe we kijken: “Ook omdat we nieuws en andere informatie in grote mate visueel tot ons nemen. Wie leest er tegenwoordig nog een krant? Met telefoons kun je zo veel beeld zien en maken, en het is moeilijk je te verhouden tot die enorme hoeveelheid. En hoe kan ik mij direct verhouden tot opnames uit pakweg Burundi? Wie of wat zit er achter de algoritmes die bepalen wat je al surfende krijgt te zien? Dat is interessant. Maar je kunt mijn video’s ook puur voor het beeld bekijken en je afvragen wat voor een vreemd landschap je gadeslaat.”

Door die gelaagdheid is het mogelijk dat zijn video’s binnen een andere (tentoonstellings)context een andere mogelijke betekenis krijgen. Van Bakel: “Ik maak iets en dat komt op een gegeven moment los van mij te staan, in een andere situatie. De toeschouwer, als medemens, bouwt in een andere context een andere relatie op met het werk. Daardoor kunnen allerlei interpretaties ontstaan.”

Als voorbeeld van zo’n invulling haal ik Joris Killian aan, die op 8Weekly schrijft over Van Bakels video ‘Multicolor Red Granite’ (2015) binnen de context van een expositie die ‘een geestig commentaar [geeft] op het heersende idee van de fotografie als onbetrouwbaar documentatiemiddel’. Van Bakel lacht: “Er is juist niets gemanipuleerd nadat die video is gemaakt. De manipulatie zit namelijk in de opname, in de camera zelf. Met een scanner heb ik beelden gemaakt van mensen die op het Rotterdamse stationsplein lopen. Terwijl de mensen blijven lopen, beweegt de scanner ook, waardoor ze vervormd worden. De achtergrond is onbeweeglijk en blijft daarom hetzelfde.”

De vervormingen zijn van diverse aard: van een losse schoen waar geen voet in lijkt te zitten tot onpraktisch bij elkaar gedrukte fietsen en Giacometti-achtige figuren. Hoewel de vervorming of manipulatie dus tijdens het opnemen zelf geschiedt en niet achteraf, vond Van Bakel het prima om ‘Multicolor Red Granite’ tijdens die tentoonstelling te laten zien. “Een tekstje over een kunstwerk of een expositie zijn maar momentopnames. Het jaar daarop kan hetzelfde werk weer getoond worden, maar dan binnen een heel andere context, met een heel andere beschrijving erbij.” Dat is volgens Van Bakel oké. “Die ruimte voor meerdere invullingen moet er zijn. Daarom heb ik niet één motto of boodschap.”

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!