De Brusselse kunstenaar en filmmaker Joris De Rycke bracht tot nu toe twee cassettes uit: ‘Zwieren Met De Natte Prei’ en ‘Met Beide Voeten Tussen De Aardappelen’. Op 26 juni 2015 ‘staat’ hij in Het Bos in Antwerpen.
Met Beide Voeten Tussen De Aardappelen’ is grappig én irritant, een bewuste keuze?
Joris De Rycke: “Ja, ik denk dat het meestal beide tegelijk is, toch op die tape. Er is mij al wel eens verteld dat bepaalde nummers soms eindeloos in het hoofd zich blijven herhalen tot het bijna ondragelijk wordt. Iets wat mijzelf ook overkomt, dat één van mijn eigen nummers zich blijft herhalen in mijn hoofd, wat zeker bij je eigen nummers soms bijna om gek van te worden is. Grappig is het anders wel bedoeld. Niet dat het grappen zijn, maar een soort onnozel geklungel.”
Vind je jouw teksten ironisch of cynisch?
JDR: “Moeilijke vraag, ik denk dat het er beide in zit, maar op vlak van cynisme dan eerder een onverschilligheid zonder pessimisme.”
Nederlands
Voor mij ligt jouw muziek in de lijn van de Vlaamse Post Punk en New Wave uit de vroege jaren ’80: Arbeid Adelt!, Elvis Peeters, Mensen Blaffen…
JDR: “De keuze om Nederlands te zingen heeft niet echt te maken met die muziek, eerder dat ik voor mijzelf geen goede reden zie om Engels te zingen. Moest ik iets maken voor een internationaal label wel, maar dan moet ik nog een manier zoeken om met dat Engels om te gaan. Als invloeden zou ik eerder Ton Lebbink en Robert Ashley noemen. Hoe Ashley in ‘Perfect Lives’ heel alledaagse discussies brengt op synth, als een pop-opera, vind ik heel inspirerend. Wat jij opnoemt ken ik wel, maar ik luister er zelden naar.”
Hoe heb je ‘Aardappelen’ gemaakt?
JDR: “De stem is bijna altijd in één keer opgenomen. De muziek heb ik op mijn laptop gemaakt, daar is bij sommige stukken wel veel geknipt en geplakt.”
Film
Denk je dat een tape van jou ook zou werken indien er geen muziek zou opstaan, enkel jouw teksten met jouw stem?
JDR: “Misschien, ik heb er wel eens over nagedacht, maar momenteel wil ik eerst nog wat dingen uitproberen mét muziek. Het volgende dat ik zal maken wordt wel eerder a-muzikaal, met stem en samples van fieldrecordings.”
Je muziek heeft ook iets onaf, en een bepaalt soort je-m’en-foustisme. Hou je van de esthetiek van het ruwe, het directe?
JDR: “In muziek wel ja, ik weet niet of wat ik doe interessant zou zijn moest ik het echt serieus nemen en perfect afwerken. In mijn ander werk, bijvoorbeeld mijn films en tekeningen, is het vaak een proces van afbreken en opbouwen tegelijk, wat achteraf ook zichtbaar blijft.”
Is jouw muziek: eerst doen, dan denken?
JDR: “Dat zou ik niet zeggen. Ik denk dat er eerst een bedachte intentie is, die trouwens helemaal niet concreet hoeft te zijn, en die dan tijdens het maken verandert.”
Gerard Herman
Jouw werk heeft veel raakvlakken met dat van Gerard Herman en Bert Huyghe vind ik.
JDR: “Zeker en vast, met Gerard maak ik al 5 jaar een wekelijks radioprogramma: ‘De Vogelen Des Velds’. De eerste afleveringen was Bert daar trouwens ook nog bij. Ik denk dat mijn tapes wel in het verlengde liggen van ons radioprogramma. Het is een natuurstudieprogramma dat meestal op het moment geïmproviseerd wordt. Zaken als banale poëtische teksten scanderen op een beatje doen we daar evengoed.”
En Blaastaal?
JDR: “Met Blaastaal ben ik ook erg vertrouwd, ook al omdat ze eveneens op Radio Centraal hun programma hebben. Wat er net als bij mijn muziek aan bod komt is dat er banaliteiten in een context geplaatst worden waar ze een erg dubbelzinnige aard krijgen, tussen platvloerse en scherp.”
Post-Fluxus
Ik herinner mij een optreden van jou waarbij je vanuit een dakvenster speelde.
JDR: Toen met dat dak was de eerste keer dat ik ooit optrad. Het was een ingeving van het moment, maar ik denk dat bij mij het meeste afhangt van dat soort ingevingen.
Jouw optredens doen me meer aan performances denken dan aan muziekconcerten in de traditionele zin van het woord, als een soort post-Dada of post-Fluxus.
JDR: “Want ik maak voor op tape ga ik niet na proberen spelen tijdens een optreden, dat kan ik technisch ook niet. Het is een heel andere activiteit. Daarnaast kan ik mezelf puur als muzikant moeilijk serieus nemen. Puur als performance zie ik het ook niet. Ik denk dat als een optreden als performance word opgevoerd, dat het dan wel in de buurt komt. Toen Joseph Beuys even het popnummer ‘Sonne Statt Reagan’ maakte werd hij ook geen muzikant. Hij gebruikte gewoon het gegeven ‘popnummer’. Ik denk dat ik ook eerder iemand ben die muziek gebruikt dan iemand die bezig is met muziek maken.”
Joeri Bruyninckx
Met Beide Voeten Tussen De Aardappels verschijnt binnenkort bij KERM.