Er is een toekomst zonder science-verheerlijkende prietpraat, dat betoogt het Rotterdamse Instituut voor Avantgardistische Recreatie. In 2015 en 2016 is het Eurofuturisme de programmatische onderlegger van WORM. De komende twee jaar lees je er geregeld over in Gonzo (circus). In de flanken gedekt door zijn mede-frontsoldaten zet chef de mission Hajo Doorn hier alvast de beginselen uiteen.
Hoor en voel! Daar komen we onregelmatig en ongegeneerd aangemarcheerd! Wij Eurofuturisten, wij avant-regardisten. We komen in vrede, maar met een agenda. We hebben ons gehergroepeerd en nemen onze intrek in het losgeslagen en verlaten bastion van de kunst, volkomen leeg opgeleverd in uitstekende staat! Nu iedereen in de wereld is gaan pionieren en innoveren dachten we: laten we eens gaan kijken hoe het er thuis voorstaat. Hoe is de homebase achtergelaten? Zijn alle zekerheden omgegooid en losgetrokken? Is de kraamkamer van de elite nog altijd behangen met goedbedoelde algemeenheden? Druppelen de subsidiekranen nog na? Slingeren de vuile naalden van de kwaliteitsinjecties nog rond?
We zijn ook wel een beetje toe aan rust: Murw van al het artistieke onderzoek en technologische toekomsthallucinaties werden ook wij steeds verder gelokt in een staat van gemanipuleerde lethargie. ‘Apathopia’, zo noemden we het in een vlaag van joligheid, toen we ons voor de zoveelste keer hadden losgerukt van de gladde praatjes en de flitsende presentaties in de startupbootcamps van de creatieve ondernemers. Onder het genot van een biertje lachten we om zelf rijdende voertuigen, oplichtende snelwegen en zelfdenkende robots. Het is beslist niet ons idee van een toekomstbeeld. Singularisten, cyberhippies, innovatiegoeroes, datahandelaren en participatiepredikers bleven echter inbeuken op onze gedachten met technische spitsvondigheden en karakterloze visioenen. Alles zonder resultaat, want waar gaat dat nou uiteindelijk over? Over data, over algoritmes, over statistiek. Dat heeft ons nooit echt daadwerkelijk geraakt. Hé! Wij hebben een leven!
Gelukkig maar, dachten we vanuit de bosjes, toen de instituties – in hun hang naar succes – uit hun tent werden gelokt door de dominante cultuurbewegingen van de economiekwakzalvers, hun slaafse politiek en de marketingprofeten. Zo blijft er meer ruimte voor ons. Ieder een eigen kamer. Eerst de ramen open zetten om eens lekker door te luchten en dan kunnen we heerlijk grondig gaan verbouwen en klussen. Want er mogen best wat overtollige betekenissen worden afgebikt en er kunnen makkelijk wat tussenmuurtjes worden doorgebroken. Geen probleem.
En ‘s avonds zitten we onder de sterrenhemel op de binnenplaats van ons zojuist ingenomen bastion, wij Eurofuturisten, wij avant-regardisten, en we zijn het erover eens: elke tijd verdient zijn eigen parallelle cultuur, zo ook de onze. Hoewel de huidige generaties – waartoe wij ook zelf behoren – van alles, maar vooral ook veel te veel, wordt opgedrongen, is er in onze ogen meer dan ooit ruimte voor een krachtig contrageluid.
“Maarrrr’, zei een brutale snotaap plotseling vanuit het niets, “hoe klinkt dan het tegengeluid in de hedendaagse kakofonie van tweets, trailers, stardom worship, elkaar tegensprekende onderzoeken, soundbites, enquêtes, top 10-lijstjes, gadgets, succesformats, Wikipedia-wijsheid en newsgroups?”
We zwegen….
Goed: De Blockbuster-economie, met haar bijbehorende fondsen, lijkt alomtegenwoordig en onvermijdelijk. Het collectieve onzekerheidsgevoel neemt toe door de grotere bereikbaarheid van kennis en de door sociale media versterkte ver-hype-ise-ring van het totale leven. We menen immer meer te weten, maar durven steeds minder beslissingen te nemen die ingaan tegen de – vermeend – heersende opinie. Steeds nieuwe, virale of religieuze of ecologische of cybernetische vijanden zorgen voor afsluiting en afstomping in de vorm van onschuldig lijkende vormen van culturismen als hipsterism, homegardening, fantasyroleplaying en cupcakes bakken; detaillistische levensvisies waaroverheen een zoete vernislaag van microscopische perfecties wordt aangebracht met als symbolisch hoogtepunt de onttroning van Corry en de Rekels’ ‘Huilen is voor jou te laat’ als langst genoteerde hit in de Top 40 door Pharrell’s Happy in tijden van toenemende depressiviteit, ADHD en andere hitgevoelige ziektebeelden. Dit alles waren appeltjes-eitjes. Dit wisten we allemaal, ook de jongere types die ertussen liepen. Zover niks nieuws.
En dan, na een paar weken schuren, kitten, stuken, storten en pijpfitten aan de verborgen gebreken van het bastion (want de fundamenten waren toch wat verder verzakt dan we aanvankelijk dachten), is er plotseling een nieuw gevoel dat we na wat duwen en trekken en slijpscherpen omschreven als Het Vrolijke Verlies,: een blije confrontatie met de pijnpunten van deze tijd, een omarming van de krachtige betekenis van het gevoel van verlies in de kunsten, de maatschappij en voor onszelf als avant-regardisten. Het idee is simpel. Als we beseffen dat we allang niet meer de leidende cultuur zijn, als we accepteren dat plat vermaak en ongelaagdheid de nieuwe standaard is, dan zijn er opeens weer tal van kansen en wegen. Dolenthousiast huilden we om het verdwijnen van ‘moeilijke muziek’, ‘moeilijke films’ en ‘moeilijke boeken’. Niemand na ons zou ooit nog Nietzsche lezen of Guy Debord. Een plaat van Beefheart of Ligeti? Die waren alleen voor ons! Exclusief en onbereikbaar voor toekomstige generaties.
De volgende morgen staan we nog wat onvast op onze voeten tijdens het ochtendappèl, nog dronken van bevrijding. Een van de leiders roept in een megafoon van de Action op bombastische toon: “Met helder en monter gemoed slaan we met Het Vrolijke Verlies de weg in naar het naderend einde van onze klassieke Europese cultuur. Verwacht geen mars vol introspectie, zelfkwelling en -beklag. Nee, E i n d e l i j k ! We zijn op pad naar iets wat interessanter en dynamischer is. Lebendig! Vivace! Animado! We mogen ons losrukken van de hermetische – post-post – dialectiek en de zelfreferentie van het meta-modernisme. We mogen ons bevrijden van de bedrukkende canon die rept over dure woorden als kwaliteit en zeggingskracht. Natuurlijk, de weg is spannend en de toekomst ongewis, maar laten we wel wezen, het kon toch zo niet langer doorgaan? De druk is toch te groot en de lucht te dik en de processen te stroperig? We kunnen onze ogen toch niet langer gesloten houden voor de nieuwe tijd? We zijn gewoon te gecompliceerd geworden. De Grieken, Romeinen, de Duitse filosofen, De Verlichting, Het Modernisme. En waar was dat nou voor nodig?”
We klappen en joelen. Het verlies is vrolijk en hoopgevend, maar we geven het grif toe: natuurlijk zijn we ook bang voor de leemte, de pijn en het afscheid. Maar juist door deze pijn komt de waarde boven drijven. In de pijn ervaar je de intrinsieke betekenis van het erfgoed en erken je de verworvenheden. En dat willen we vieren als dollen. We staan er nog een keer bij stil en huilen nog een paar flinke tranen weg: “TOT ZIENS ouwe makker!”, roepen we tegen het cultuurgoed uit het bastion, terwijl we elkaar in de armen vallen. Nat van het zweet en dronken van verdriet. We willen natuurlijk ook helemaal geen afscheid nemen, maar we moeten. We hebben geen keus. We moeten weg. Op pad. In beweging!
En kijk! Daar komen onze begeleiders al aangemarcheerd; de kunstenaars, (parallelle) wetenschappers, morosofen en dilettanten. De fanfare om ons te escorteren. We snikken niet, bijten op onze lippen en scheuren onze uniformismen van het lijf. Allemaal ballast.
“Waar gaan we heen?” roepen we door alle herrie heen.
“Naar een nieuw groot verhaal over een mogelijke toekomst”, antwoordt de tambour-maître van de fanfare.
“Volg het ritme van mijn vaandelstok en laat je meevaren naar het visioen van een nieuw heden. Dit is de fanfare van het Eurofuturisme.”
“VOORWAARTS VENUS!”
En langzaam zet de groep zich in beweging. We zijn het ongewoon te bewegen in een groep. Als pioniers werkten we altijd in kleine formaties. De mars is dan ook onritmisch en ongedisciplineerd. We wurmen ons naar voren, naar de leiders en we stellen hen de brutale vraag: “Wat gaan we eigenlijk doen en waarom?”
Maar ze antwoorden welwillend: “De centrale en terugkerende vraag – het leitmotiv – in onze queeste is: Hoe gaan we op een welwillende manier om met het verdwijnen van kwaliteit, dubbelzinnigheid en diepgang in allerlei facetten van de maatschappij en kunst? Hoe mogen en kunnen we ons verheugen op het verdwijnen van gelaagdheid en aandacht geven? Als alles steeds eenduidiger, handiger en begrijpelijker moet, waar ontstaan dan de nieuwe kansen? Daarnaar zijn we op zoek.”
“Maar hoe zit dan met Dat Vrolijke Verlies?
“Het Vrolijke Verlies is een verlossingstheorie van het Heilige Moeten van de Hedendaagse Groeidoctrine – de dictatuur van het proliferaat – en het leveren van de Allerhoogste Kwaliteit.”
“Is dat niet wat overambitieus voor een stelletje ongeregeld dat eigenlijk niet gewend is om in formaties op te treden?”
“Nee, we zijn niet overambitieus. We beginnen klein. Stapje voor stapje door het hoge gras. We zijn en blijven avant-regardisten. Misschien loopt het pad dood. Misschien nemen andere troepen de strijd later over.”
‘s Avonds, bij ons eerste vuurtje, in ons eerste kampement, zitten we in een kring en luisteren naar de spannende verhalen: “De ongegeneerde aandacht voor groei, innovatie, topsectoren en succes doet de samenleving flink op zijn grondvesten trillen. De modus is vooruit en liefst zo snel en hard mogelijk. Voor de ‘losers’ – of ze nu zorgbehoevende sukkels zijn, mislukte en spuitende wielrenners, hypercreatieve kunstenaars of niet-westerse terroristentoeristen – is geen plek, of alleen veilig weggestopt buiten de attentiewaarde van een dominerende monocultuur. Verlies in morele en fysieke zin heeft een slecht en negatief aura, terwijl we – als je het goed beschouwt – uiteindelijk bijna allemaal losers zijn. De paar winnaars ontwrichten de rest. Het is de raket of de verschroeide aarde.”
“Klopt,” zegt iemand veelbetekenend alsof hij het begrijpt, “als we het begrip ‘verlies’ ontdoen van zijn morele connotaties dan ontstaat er een interessant onderzoeksveld. Los van de sociale status en angst voor verlies in de persoonlijke sfeer kan het ook een weloverwogen keuze zijn of het ontbreken van een noodzaak om te groeien of te winnen. Een vis in een te kleine vijver zal niet te groot groeien, een bacterie zal zich ontdoen van bepaalde eigenschappen als zij zich daarmee beter kan handhaven.”
“Helemaal goed, Darwinistje van me,” vult een ander naadloos aan, “daarnaast is het begrip van ‘verlies’ in evolutionaire zin eigenlijk een veel grotere en stillere kracht in de voortgang der tijd. Op één winnaar is er immers een veelvoud aan verliezers. Als we ons houden aan de wet van behoud van massa – en aan welke andere wetten dan de natuurwetten kunnen we ons heden ten dage nog houden? – dan betekent dit dat winnaars onevenredig veel energie gebruiken.”
“Maar hoe zit het dan met ons, avant-regardisten?” vragen we zonder schaamte om voor onnozel uitgemaakt te worden.
Weer een welwillend antwoord: “In deze maatschappelijke en culturele constellatie is de traditionele underground verworden tot niet meer dan licht ontvlambare turfgrond die door de succesvollen aan de oppervlakte, boven het maaiveld, zal worden opgebrand om de sterren te laten stralen en de motoren van de vooruitgang te voeden. Maar daartoe zijn we natuurlijk niet op aarde: om ons op te laten opbranden door de aandachttrekkers en afleiders. We hebben wel wat beters te doen. Vandaar dat we ons blijmoedig storten op het grote onontdekte gebied: het overcrowded festivalterrein van de verliezers, de verschroeide aarde. Rijk aan bodemschatten, oneindig aan ruimte.”
Een van de leiders vervolgt: “In onze marsen, parades en defilés vieren we het verlies en leggen we de vinger op de zwerende plekken als het kwaliteitsideaal, de vooruitgangsgedachte en het verzetsmotief. Misschien strooien we met opzet nog wat extra dodezeezout in de wonden opdat wij nimmer de pijn en de fantoompijn vergeten van de amputaties van reeds eerder uitgerangeerde media-extensies. Of wacht, jullie kennen waarschijnlijk Marshall McLuhan al niet meer.”
“En hoe zit dat dan met dat Eurofuturisme?” We kijken de ouderen onder ons aan.
“De weg en richting welke we bewandelen om ons vrolijke verlies (uit) te dragen en te verwerken noemen we het Eurofuturisme. Het is een beproefde methode. In de (kunst)geschiedenis zijn er al een aantal futurismen geweest, zoals dat van Marinetti en de Russen. Maar naast het radicale Afrofuturisme (en het Arabfuturisme) dat nu weer in opkomst is, is er juist in deze tijd een futurisme nodig dat vertrekt vanuit het verlies van waarden van de oude wereld, want we zitten als maatschappij helemaal vast in onze methoden en systemen en het ontbreekt aan inspirerende toekomstvisies. In plaats daarvan nemen we onze toevlucht in de aanbidding van wetenschap en onderzoek en technologie. Het lijkt onze laatste reddingsboei in de hypochondrische golfstromen van onzekerheid en angst.
“Ja,” zegt een andere heilsoldaat, “de opvatting dat alleen de (natuur)wetenschappen tot waardevolle kennis over de wereld leiden en dat filosofie alleen zinvol is als ze de wetenschappelijke methode hanteert wordt steeds dominanter. Alternatieve kennisbronnen zoals kunst, godsdienst of intuïtie worden als zinloos van de hand gewezen en zij worden steeds vaker in de hoek gedrukt met als gevolg dat de basiskennis van het leven – het gevoel – steeds minder invloed heeft op de loop der dingen. Het verdwijnen van intuïtie in bijvoorbeeld politiek, openbaar bestuur en bedrijfsleven heeft ervoor gezorgd dat de bureaucratie en auditocratie (afrekencultuur) steeds meer oprukken. Er is immers niemand meer die zegt: “Dit voelt niet goed.”
“Het Eurofuturisme gaat tegen deze stroom in en omarmt het gevoel en dus ook de pijn van het verlies”, vult de eerste weer aan. “De wetenschapsterreinen die wij omarmen zijn de patafysika en de morosofie. De zin van het leven is die van de waanzin. De waarheidsprofeten die wij erkennen zijn de leugenaars, paranoïde denkers, de zonderlingen en de outlaws. De methode die wij hanteren is die van trial and error, waarbij de laatste onze voorkeur geniet.”
“Maar wat gaan we dan doen?” vragen we.
“We gaan in onze tocht op zoek naar wat het Eurofuturisme kan zijn. Is het een inferieur soort futurisme of een kapitalistisch realistisch futurisme? Staat euro voor Europa, een munt, of is het een tekenend voorvoegsel als in eurodisco, euroshopper, of euroknaller? Eurofuturisme is dan de plofkip van de futurismen, gericht op effect, verkoop en weinig inspanning. Het is mogelijk een explosief reactieproduct van green egg-receptuur, stadslandbouw, en neojihadisme. We zien immers onder de jonge generaties een grote fascinatie voor zelfgeschapen occulte bewegingen en folkloristische rituelen opkomen.
“Of is dit de verkeerde richting?” vult iemand aan, “en moeten we het zoeken in de keiharde innovatie-exegese van de innovatiefabeltjes, technologieprofeten en cyberhippies die met natte ogen de nieuwe snufjes van Google aanprijzen als ware het een nieuwe versie van ‘Sjakie en de Chocoladefabriek’: Sergey en de gadgetfabriek?”
“Toch weer een onderzoekvraag”, zeggen we enigszins teleurgesteld. “We dachten dat we met een werkelijke oplossing van doen hadden, dat we verlost waren van de hypotheses en goede bedoelingen.”
“Jullie zijn te ongeduldig. Het Eurofuturisme en Het Vrolijke Verlies hebben tijd nodig om te aarden. Maar we beloven: we worden concreet. We zullen een eigen politieke beweging starten, we zullen Eurofuturistische kunst voortbrengen in allerlei soorten en maten. En iedereen kan zich aansluiten en helpen het vorm te geven naar eigen inzicht en inbreng. Het is inclusief, want in het verdriet om verlies kunnen we elkaar vinden en elkaar troosten. Nodig je vrienden uit. Nodig jezelf uit bij vrienden en wandel mee in de optocht van de losers op de dorre grond van de verschroeide aarde, waar alles weer van waarde zal zijn! Maar wacht. Wat hoor ik daar? Is dat niet de fluit van de tambour-maître van de fanfare. Kom van je kleedje af. De tocht gaat weer verder. Geen tijd te verdoen. Doe mee, sluit je aan!”
Het Eurofuturisme en Het Vrolijke Verlies is de inhoudelijke onderlegger van het programma 2015-2016 van WORM, Instituut voor Avantgardistische Recreatie in Rotterdam. Wil je meer informatie, aansluiten of bijdragen aan onze mars van het verlies, stuur een e-mail naar euro@worm.org of ga naar www.worm.org/eurofuturisme en/of www.europartij.eu.