Na zes intense jaren is het afgelopen voor het Kortrijkse cinéPalace. Gedaan met maandelijkse veganistische avonden, wekelijkse alternatieve concertjes en zo nu en dan een groter evenement. De stekker wordt eruit getrokken. De buurt wordt binnenkort (op zijn Kortrijks, kan nog wel enkele jaren duren) gerenoveerd.
Het is een onderdeel van de megalomane stadsvernieuwing die een decennium of meer zal aanhouden. Volgens schepen Wout Maddens (Open VLD, Schepen van wonen, bouwen, ruimtelijke ordening, etc) is het bezieler Wim Christiaens zelf die er mee ophoudt, al vergeet hij te vertellen dat de nieuwe voorwaarden die worden opgelegd betekenen dat de werking zoals ze is, onmogelijk wordt. De minieme bedragen die cinéPalace van het stadsbestuur ontving (een kleine subsidie en tegemoetkomingen in huur- en elektriciteitskosten) vallen uiteraard in het niet tegenover de miljoenen euro’s die op andere plaatsen in de stad worden geïnvesteerd. Bovendien weet het stadsbestuur niet eens wat ze nu met het gebouw gaan doen, behalve de voorgevel restaureren. Een beetje ridicuul natuurlijk allemaal, maar laten we het houden bij waar cinéPalace sinds jaren voor staat: positieve vibes. Dus gaan we het hebben over The End, het afsluitende feest met bands en dj’s die grote affiniteit hebben met het zaaltje.
Begin van The End
De deuren gingen open om 20.00 uur. Dat haalden we uiteraard niet. Half tien was vroeg genoeg om te arriveren. Het zou sowieso laat worden, zelfs als we niet bleven plakken, en onze leeftijd speelt ons in de late uurtjes wel eens parten. Eerst even rusten dus nadat de kinderen hun bedstee hadden opgezocht, alvorens de laatste keer aan onze rituele wandeling te beginnen richting cinéPalace. Het begin van The End.
Van zodra we de Zwevegemstraat betraden, zagen we al heel wat volk dat buiten had postgevat voor het eerste optreden van de avond. HWHFHHA was sinds 20.00 uur plaatjes aan het draaien in de grote zaal, waar ook de rest van de activiteiten zouden doorgaan. We kennen deze fervente concertganger meer dan twee decennia persoonlijk en kennen zijn muzieksmaak, die dicht aanleunt bij de onze, behoorlijk goed. Binnen eens piepen hoe de zaal werd ingericht en hallo zwaaien van ver kon hier volstaan. De reguliere ruimte waar we ettelijke bandjes aan het werk hebben gezien de laatste twee jaar, was voor de gelegenheid omgevormd tot kleedkamer. De actie vond plaats in de grote zaal deze keer, een zaal die sporadisch werd gebruikt voor grote feesten en die in lang vervlogen tijden plaats bood aan een sekscinema, bokszaal en platenwinkel.
We zagen meteen dat bezieler Wim alles dusdanig had ingericht dat hij zelf zou kunnen genieten van het feest en niet voortdurend zou moeten helpen met opstellingen van bands allerhande. Het meeste stond er al. Op naar buiten weer, na de lieve kassajuffrouw uitgebreid te hebben begroet. Twee jaar trouwe dienst bij concerten aan de kassa, dat kan tellen. Deze keer geen ingang, maar drankbonnenverkoop, per vijf meteen. Iedereen had toch dorst en aan de prijs van anderhalve euro voor een flesje Jupiler, hoorden we niemand klagen.
Middelvinger
Voor cinéPalace had het lokale trio TH’ F’kk’n G’dd’mn Luckies zijn materiaal opgesteld en konden bezoekers en buurtbewoners genieten van een uitermate fijne punkrockset. Eigenlijk is de naam niet helemaal juist, want in principe zijn ze een duo. Drummer Stevie, ooit nog actief met The Jesus Disease (Fuck That Weak Shit) en tegenwoordig uitbater van ons favoriete biercafé aan de Vlasmarkt te Kortrijk, en Saftn’ (zang, gitaar, lokale zotskap), onze favoriete stadsgrasmaaier, noemen zich The DD’s als Yannick meedoet op gitaar en de hoofdmoot van de nummers afkomstig is uit het oeuvre van The Ramones.
“1, 2, 3, 4, fuck you” en weg zijn ze. Een middelvinger naar omwonenden die al eens klaagden over geluidsoverlast en net zo goed naar het stadsbestuur. “Fuck you all”, dixit Jeff Clayton van Antiseen (op 9 augustus om 13.00 uur in shithole The Pit’s in Kortrijk trouwens) en rammen maar. Fietsers konden voor één keer niet door, en de sporadische voetganger verkoos de overkant van de straat. Punkrock is niet voor iedereen weggelegd, zo blijkt. Het ruim aanwezige publiek vond het echter super. Het feest was goed ingezet, de bakken bier gingen er als een sneltrein vandoor.
Diversiteit troef
Iedereen op naar de grote zaal, waar leden van El Yunque, Blaegger en 30.000 Monkies eens zouden laten horen hoe noiserock anno 2016 hoort te klinken. Danny Buckskens Live is de bandnaam, noise-rock mayhem is wat ze met zijn zevenen brengen. Een half uur kregen ze, net als alle bands en acts die live optraden. Op een gitaar meer of minder kijkt een band als deze natuurlijk niet. En op een streepje volume of een oerschreeuw ook al niet. Daar begonnen ze trouwens mee, met eentje die aan het schreeuwen ging, alvorens de gitaren hun marteling mochten ondergaan. Het gros van de zeven stond meteen in ontbloot bovenlijf, rondspringend, rollend, kruipend en roepend, terwijl ze ondertussen de snaren tot bloedens toe mishandelden. En plots was daar een blaasinstrument, waarmee de blaasman de zaal in trok om letterlijk oren uit te blazen.
Het paste perfect bij de bak herrie die het septet de zaal in joeg. Of we echt nummers hoorden of een jam, we hebben er geen idee van. Het kon ons ook geen barst schelen op dat moment. Dit was pure noiserock, volledig uit de haak en zo hebben we die het liefst. Het was ook één van de genres die ruimschoots aan bod kwamen in de programmatie van cinéPalace, en dat geldt eigenlijk voor alle aantredende muzikanten en dj’s op de affiche. Affiniteit met Ciné Palace en het mengen van genres op de sluitingsavond was het devies. Niet alleen op maar ook naast het podium, waar de diversiteit qua publiek net zo groot was als wat er op de podia te zien was.
Voldoende bier
De lokale dj Alexanderrr mocht na het orkestje proberen de boel in gang te houden, maar dat was een behoorlijk moeilijke taak. We hebben hem op andere momenten beter in vorm zijn plaatjes de ruimte horen injagen. Een uur kreeg hij, want Dead Neanderthals hadden een dubbele boeking blijkbaar (Otto moest ergens anders spelen met Mannheim), en de Amerikaan Nah had wel enige tijd nodig om zijn drumstel en zijn elektronica te installeren. We kenden de man niet maar hebben wel respect voor zijn manier van werken. Met zowel gewone drums als elektronische drums, declameerde hij een soort van hiphop tussen de samples door in een poging een maffe beat en set neer te zetten. Het kon ons niet echt bekoren, maar hij kreeg wel een groot deel van de zaal mee. Mooi, want het is niet omdat ondergetekende er niet echt in kon komen, dat Nah niet enige erkenning verdient.
Gedurende het ganse spektakel werd gepoogd om de diverse sets quasi naadloos in elkaar te laten overlopen. Misschien een gewaagde keuze, maar de doordachte planning van programmator Wim Christiaens zorgde ervoor dat hij in zijn opzet slaagde. Lokale held Nolf Kaka (what’s in a name) ging na Nah aan de slag met zijn analoge apparatuur, modulatoren en synthesizers uit de jaren 1970. Old Skool apparatuur en ook een beetje old skool acid hadden we de indruk. Beats, beats en nog eens beats, door elkaar heen stuiterend over een laagje krautrock. En goed luid, want thuis kan hij dat natuurlijk niet op een dergelijk volume. Initieel konden er wel enigszins in meegaan, maar een uur bleek ons toch net een beetje te veel. Een kleinere dosis zou ons allicht positiever gestemd hebben. Gelukkig waren er voldoende flesjes bier in de omtrek om ons erdoor te slaan.
Buiten categorie
Ondertussen waren Otto Kokke en René Aquarius klaar met het opzetten van hun instrumenten en konden we voor de laatste keer onze oren laten verwennen met de opwekkende klanken van Dead Neanderthals in cinéPalace. We duimen dat ze ooit in De Kreun, de grotere zaal in Kortrijk, een voorprogramma mogen verzorgen en waren dan ook blij dat programmator van De Kreun ferm aan het genieten was. Dead Neanderthals kozen niet voor de gemakkelijkste weg en herhaalden de stukken die ze in voorgaande passages door onze hersencellen jaagden niet.
Geen ‘Jazzhammer’ zoals Wim Christiaens graag had gewild, maar een nieuw stuk van een zo’n twintig minuten dat nog geen titel meekreeg. Of het stuk al helemaal af is weten we niet. Dat het op één van hun komende platen zal komen te staan, is zeker. Het stuk leek een jam, maar was het absoluut niet. Kokke en Aquarius zijn dermate goed op elkaar afgestemd en ingespeeld dat ze moeiteloos een openminded publiek meekrijgen. Ze zullen het zeker leuk hebben gevonden dat een gedeelte van het publiek spontaan aan het dansen ging. Of de inmiddels ruim geconsumeerde alcoholische versnaperingen daar voor iets tussen zaten, doet er minder toe. Het duo kon zijn gang gaan voor een geïnteresseerd publiek van een tweehonderd personen, wat niet zo evident is voor de muziek die ze brengen. Jazz is het niet, punkjazz ook niet, heavy jazz misschien.
Het is eigenlijk gewoon Dead Neanderthals, die als dusdanig is te herkennen van zodra Kokke een noot blaast of Aquarius op zijn drums begint. Van die laatste verschijnt trouwens in oktober een soloplaat, ‘Blight’ getiteld, die in de volgende Gonzo (Circus), #135, een recensie zal krijgen. Opvallend aan de set was dat ie aansloot bij de laatste noten van voorganger Nolf Kaka en moeiteloos de ruimte liet voor Onrust om zonder hapering haar ding te doen.
Houten ledematen
We hoorden nadien in de wandelgangen fluisteren dat Wendy Onrust een dj-set had gespeeld, maar niets is minder waar. Haar minutieuze voorbereiding zorgde er echter voor dat de machines voortbrachten wat ze in haar hoofd had, ondanks het late uur waarop ze stond geprogrammeerd. Ze herwerkte voortdurend haar reeds bekende en uitgebrachte nummers en doorspekte die met nieuwe klanken en vondsten. Als het een beetje mee zit verschijnt er eind dit jaar nieuw werk, allicht opnieuw op het sympathieke Silken Tofu van Wim Pauwels, die heel wat glazen wijn diende te verzetten om op te boksen tegen alle bierdrinkers in de zaal.
Pauwels was namelijk ook van de partij en genoot zichtbaar van de artiesten uit zijn stal (in dit geval Onrust). Een half uurtje bracht ze een mix van techno, old skool industrial en bevreemdende beats, wat er bij ons wel goed in ging. Net averechts genoeg om niet dansbaar te zijn, en avelinks genoeg om de hersencellen te bevredigen. En toen wisten we dat we het niet lang meer zouden volhouden. Erna kwamen nog enkele dj’s, maar daar hebben we zelf meestal weinig aan. Een paar houten ledematen die weigeren een dansmove als een bestaande beweging te erkennen, helpen evenmin.
Tegendraads broednest
Niet dat Frank Noseda zijn best niet deed om het publiek mee te krijgen. Hij is één van de mensen die regelmatig een kans kreeg in cinéPalace om zijn dansbeats te verkondigen. Dr. Green, de djnaam van Wim Christiaens, zou de laatste plaatjes draaien en ontbijt bij het ochtendgloren stond gepland. Allemaal goed en wel, dachten wij, en na nog enige babbeltjes hier en daar vertrokken we huiswaarts. Met een wrang gevoel uiteraard, want cinéPalace was als een thuis waar we bijna wekelijks naartoe trokken om een concertje mee te pikken, waar we nieuwe mensen leerden kennen waar we mee overweg konden en waar we zelfs enige mensen leerden kennen die we potdorie nog gaan missen ook.
Dan maar een facebookpagina aangemaakt, als de laatste der Mohikanen, want nu mag er niemand meer een pagina maken. Zo kunnen we toch nog enigszins contact houden met die mensen die ons heel wat aangename uren hebben bezorgd. Want veel buiten komen, zit er niet meer in. Een tweede cinéPalace is er namelijk niet. De bevlogenheid van de crew, allen vrijwilligers, kan niet op tegen een onwillig stadsbestuur dat naar buiten toe te weinig kan uitpakken met een creatief broednest waar hoofdzakelijk, naar hun inziens, tegendraadse mensen de dienst uitmaken.
N(i)et genoeg
Later op de dag vernamen we dat Mr. Marcaille, die na een optreden ergens te velde nog in cinéPalace was beland, na een verdiend dutje om 13.00 uur ’s middags nog een liveset heeft gespeeld voor de resterende aanwezigen. Een groot aantal zal dat niet meer geweest zijn, maar voor de meeste concerten die we er zagen, daagden meestal ook maar tussen de dertig en vijftig mensen op. Net genoeg voor ons om niet te worden overspoeld door de drukte en dat eeuwige applaus dat pijn aan onze oren doet.
Soit, het is nu te laat, cinéPalace is dood. Op naar nieuwe uitdagingen voor de vrijwilligers en zelf hopen we op een andere plek waar we ons echt goed kunnen voelen en leuke, onbekende bands kunnen zien. Liefst in Kortrijk zelf natuurlijk.