De derde editie van het Noisefest, de tweede in De Kreun, (de eerste ging door in de inmiddels tot steengruis vermalen voormalige nachtclub De Strip, eveneens in Kortrijk) kampte met wat tegenslag. Prurient moest op het laatste moment afzeggen, wegens legale problemen waardoor hij het land niet uit mocht. De Kreun verlaagde meteen de toegangsprijs, en uiteindelijk kwam voor de rest van de affiche toch nog redelijk wat volk opdagen, zeker voor een veldslag waarin heel wat artiesten hun versie van harsh noise kwamen presenteren.
De deuren gingen open om 17h en om 17h30 was het de beurt aan Kindvriendelijk, een band waarin ook Fré Decruyenaere van Usain Bolt Records (onder meer Isaac, Aske, All Shadows And Deliverance) present gaf. We waren echter aan het kijken naar de Ronde van Lombardije op tv, en wilden weten of Gilbert ging verliezen (ja dus). De renners reden niet snel genoeg, we hadden nochtans flink doorgestapt maar hoorden toch pas de allerlaatste fractie van die ene noot die ze net een kwartier in stukjes hadden gehakt. We zagen wel meteen Fré zelf, die ons meteen wat werk bezorgde middels een paar nieuwe releases op zijn label. Wat we ervan vinden, komt in de volgende Gonzo.
Soit, we wilden Aske zien, want daar hadden we een schitterende 3inch van gehoord, yep, alweer op datzelfde label zie GC#105). Gelukkig, we waren vroeg en er stond nauwelijks iemand aan de kassa aan te schuiven. Wij gezwind ons gastkaartje gaan ophalen, zeker gezien de frisse verschijning die daarvoor zorgde. De glimlach van het meisje en haar verschijning tout court deden ons bijna vergeten waarvoor we er stonden. Makes my day, en toch maar gaan kijken. Te jong, en al lang een gezin, wat niet wil zeggen dat we niet eens mogen kijken natuurlijk. Hop, naar Aske, een duo dat aan de slag ging met elk een gitaar, effecten en versterkers. Eerst rechtopstaand, beetje verlegen kijkend of met de rug naar ons toe. Noiseliefhebbers lijken misantropen te zijn: artiesten, publiek, de beelden die we de hele avond krijgen gepresenteerd (inclusief vieze filmpjes in het café), het hoort samen in een cursus hoe niet communicatief en sociaal te wezen, of iets in die aard. De twee bouwden wel gestaag aan een machtige drone, die ons meteen in zich opzoog. Het was nauwelijks zes ’s avonds en we kregen al twintig minuten hemels lawaai waar we op een dergelijk vroeg uur niet op hadden gerekend. Halfweg kropen ze op hun knieën, gitaren op de grond, de effectpedalen en de snaren manipulerend met een furieuze feedbackgolf tot gevolg. En dan plots afgelopen, zoals bij veel van dit soort artiesten het geval is. Voor ons mochten ze doorgaan tot het noisefest was afgelopen, maar de rest stond ook nog te trappelen natuurlijk.
Een blik op wat de verschillende plaatjesaanbieders hadden te bieden, duwde ons meteen weer in de realiteit. Voor al dat moois dat werd aangeboden, hebben we de centen niet. Dan maar besloten om het gelijkheidsprincipe toe te passen: we kopen niets aan niemand en beperken ons tot wat pintjes.
Dan was het de beurt aan de Fransman van Ä, al is het ons niet echt duidelijk of het een umlaut of een ander teken hoort te zijn boven de hoofdletter A. Fré op zoek naar de man, was den dienen met lang haar. Hop, de mens het podium op, zijn machientje aangezet en hij legt zich er bij neer. Voila, waarom zou ik doen alsof en wat nepprullen aan wat knopjes, als het allemaal uit een doosje komt. Kan ik er net zo goed bij gaan liggen, en gelijk had hij. Misschien evoceerde hij een bepaald slaapritueel, zou hebben gekund, met wat wazige beelden en een eerder verstilde vorm van harsh noise. Goed gevonden van de man eigenlijk, want net doordat hij erbij gaat liggen, onthouden we zijn performance. Al vindt een deel van het publiek dit maar niks en gaat het pinten drinken. Hun probleem, wij vinden het een aangenaam stuk, dat uiterst abrupt wordt afgebroken mits een loeiharde opname van brekend glas. De man staat op, buigt, afgelopen. Op naar Vom Grill.
Wij hadden niets opgezocht over de verschillende artiesten (op de duo’s Aske en Damien Dubrovnik na, allemaal eenzaten), en hadden dus niet door dat dit Dennis Typhus was. Twee verschillende vinylplaatjes had hij mee, voor twee songs, een lang en een kort, een batterij vervormers en stem. Of hoe Typhus poogde noiseschlagers te maken en er nog mee weg kwam ook. Hij verwees van alle artiesten die we zagen het meest naar de oude premature industrial van de vroege jaren 1980 en zorgde zodoende voor alweer een andere invalshoek. Mooi, zo hebben we het graag, want eigenlijk vreesden we een opeenvolging van harsh noise te krijgen voorgeschoteld. Maar dat zou nog komen.
Nico Goethals of Goghal uit Gent installeerde zich op zijn barkruk met de rug naar ons toe, en aan de slag ging hij met zijn knopjes. Standaardnoise zoals we er hier stapels hebben liggen van een label als pakweg [pacrec] is wat we krijgen. In eerste instantie kunnen we er ons best in vinden, maar dan duurt het te lang en horen we eigenlijk voortdurend hetzelfde en daar hadden we geen zin in. Kort en gebald, zoals alles wat vooraf ging, ja, da’s beter. Noise, en zeker harsh noise, neem je meestal in korte erupties. Blodvite uit Zweden volgt. De man is ook actief in Attestüpa en heeft kaas gegeten van het brengen van noise in een overtuigende performance. Hij bouwt rustig zijn set op, creëert ter plekke allerlei schraperige geluiden die hij samplet, gebruikt, integreert, verbouwt, afbreekt en weer invult. En hij steekt er diep verborgen een soort beat in, wat zijn set een paar mensen een linkerbeen doet zwenken. Wat krijgen we nu, quasi dansbare harsh noise, neen, toch niet, het was slechts eventjes. Maar toch, verrassend en weer net zo anders. Scandinavië is volgens genrekenners de plaats waar het in dit genre allemaal gebeurt, en dat zullen we later op de avond bevestigd zien.
Pollutive Static mag ons terug gooien in de tijd. Hal Hutchinson bleef hangen in de vervuiling van de harsh noise en gaat ons eigenlijk vooral veel te lang door om er echt iets aan te hebben. Vlug weg, nog een pint gaan drinken aan de toog, en wie weet, hier en daar zelfs een paar woorden wisselend met oude bekenden. En daar zijn dan de Denen van Damien Dubrovnik. Deze doen het zoals we het uiterst graag hebben. Met zijn tweeën maken ze een harsh noise variant van vroege Swans, en daar kletsen ze wat aan black metal verwante vokills tussen. Een muur van ritualistische noise op een hoog volume, ons naar adem doen snakkend, dreunend, scheurend, compleet uit hun dak gaand als volleerde technodj’s. Ze beuken met hun beiden alle resterende verlangens naar meer noise uit onze kop, die inmiddels al behoorlijk wat bier te verwerken kreeg. We zijn voldaan, hebben er geen zin meer in. De marathon heeft voor ons lang genoeg geduurd. De Franse goeroe Vomir, de Brit Duncan Harrison (ook Horse Vomit) en het tot headliner gebombardeerde Zweedse Lust For Youth laten we aan ons voorbijgaan. We horen flarden, weer redelijk stereotype harsh noise en wat Lust For Youth doet, neen, daar hebben we helemaal geen zin in. Het is voor ons genoeg geweest, we hebben niet het gevoel veel te hebben gemist en we hebben vooral genoten. Op naar volgende editie, die ongetwijfeld net zo verrassend uit de hoek zal komen als deze keer.
De Kreun, Kortrijk, 15 oktober 2011