Boek: “Muziekreis door het Berlijn van Toen en Nu: van jazzhel tot technohemel”

Leonor Jonker beschrijft de politieke, economische en sociale geschiedenis van Berlijn vanaf de vroege twintigste eeuw en past daar vervolgens de muzikale highlights in. Zo worden Marlene Dietrich en de Entartete Musik, maar ook de jazz en de punks in de DDR binnen een sociale context geplaatst. Dat is interessant. Maar het boek is wel heel nadrukkelijk geschreven vanuit de academische visie van een historica en niet – primair - van een muziekliefhebster of ‘reizigster’; het werk is immers nadrukkelijk ook als alternatieve reisgids bedoeld.

Berlijnse geschiedenis tegen muziekdecor

Musik in Berlin
Musik in Berlin

Het moet in de vroege jaren 1980 zijn geweest: mijn eerste popconcert in Oost-Berlijn. Ik moet het aangekondigd hebben zien staan in een krant bij de vrienden in West-Berlijn waar ik logeerde. Dat weet ik eigenlijk niet meer. Evenmin de namen van de twee bands die ik uiteindelijk zag.

Des te beter herinner ik mij de onderneming om in het Haus der Jugend te komen waar het evenement plaatsvond. Met de S-Bahn naar Station Friedrichstrasse, die strenge badkamertegel-atmosfeer van de grensovergang, het toeristenvisum dat één dag geldig was, het verplichte aankopen van veel te veel Oostmarken en ten slotte de zoektocht door het vrijwel verduisterde Oost-Berlijn naar het troosteloze zaaltje. Die geforceerd uitgelaten sfeer van Oost-Duitse tieners die niet werkelijk uitgelaten waren. Hoe we daar in die gymzaal-achtige ruimte op stoeltjes zaten. Rijen stoelen, zoals in de kerk. Hoe een wat oudere heer in pak ons toesprak en de groepen aankondigde waarvan ik nog nooit had gehoord. En dan de muziek; nou ja…

Cola

Hoe de man in pak na het eerste optreden weer op het podium verscheen en ons vertelde dat we nu allemaal even mochten rondlopen en een cola drinken. Een cola? Ik had meer trek in een biertje, maar ja, je past je aan je gastheer aan. Dus ik naar dat barretje, zo druk bezig met om mij heen kijken – als een spons wilde ik dit DDR-cultuurgoed in mij opzuigen – dat ik er amper op lette wat de mensen voor mij in de rij bestelden.

“Een cola alstublieft,” zei ik toen ik aan de beurt was.

“Ja, en?” vroeg de jongen achter het barretje.

“Een cola graag,” herhaalde ik.

“Ja, een cola en wat?” reageerde de barman bijna geïrriteerd.

Plots had ik het in de gaten. Op een bord achter de bar stonden in viltstiftletters de keuzemogelijkheden: Cola met gin, Cola met rum, Cola met wodka, enzovoort.

De stem van de presentator schiet mij weer door het hoofd: “Gaan jullie nu even lekker een cola drinken.”

Heerlijk DDR-eufemisme.

Of, in ongeveer diezelfde periode, het zal zomer 1984 geweest zijn, in een galerie in de Oranienstrasse in Kreutzberg: het is mudjevol. Een performance van Die Tödliche Doris. Ik ken de groep uit het ‘moderne muziekblad’ Vinyl en van de bont vormgegeven geluidsdragers die bij het Amsterdamse Staalplaat worden verkocht. Het is een avond met zo’n koortsachtige ‘je moet er bij zijn’-sfeer. Omdat ik als een der laatste binnengekomen ben zie ik alleen wat videoprojectie tegen het plafond en krijg ik de indruk dat er een toneelstuk of hoorspel gaande is – de acteurs zelf zie ik niet. Pas na afloop, als het publiek zich verspreidt, kan ik een blik werpen op de bonte verzameling taperecorders en speelgoedtoetsenbordjes die het instrumentarium van de groep vormt.

Het bier in de galerie is op. Ik besluit nog wat te gaan drinken in punkclub SO36, een paar huizen verderop. De band is er al uitgespeeld, maar de bar onbeperkt open, lijkt het. Het stinkt, maar vooral naar bier. Dus dat valt weer mee. Met een fles in de hand loop ik door het hol – want dat is het. En ik struikel. In het donker ligt een hanenkam-punk laveloos op de vloer. Mijn bierfles is ergens verderop tegen een muur aan scherven gevlogen. Met mijn handen kom ik net naast een plas kots terecht. De hanenkammer is niet in beweging te krijgen.

Surfpoeten

We zetten de klok ruim twintig jaar vooruit. Het zal februari 2006 zijn geweest. Misschien 2007. Op een natte en koude woensdagavond beland ik ergens in Prenzlauerberg in een souterrain. De Surfpoeten treden op. Ik ken ze al van Crossing Border, maar dit is dus hun eigen territorium. Hun biotoop. En ik weet niet wat ik meemaak. Een doordeweekse avond en honderden jonge mensen zitten muisstil naar een schrijver te luisteren. Maar het zijn dan ook wel speciale schrijvers. Eigenlijk meer stand-up comedy. Duitse humor, het bestaat. En natuurlijk regelmatig afgewisseld met een DJ die fijne surf-vinylsingletjes draait terwijl de luisteraars even naar de bar snellen voor een biertje. Om dan weer naar het volgende prachtverhaal te gaan luisteren.

Of die nacht in het najaar van 2008 in de kelder van de White Trash waar die travestiet staat te Dj-en die…..

Maar stop! Dit loopt uit de hand. Dit stuk moet een bespreking van het boek Muziekreis door het Berlijn van Toen en Nu worden. Een boek van Leonor Jonker waarin de ontwikkeling van Berlijn als muziekstad wordt beschreven tegen de achtergrond van de geschiedenis van de Duitse hoofdstad in z’n algemeenheid.

Geen van de hierboven vertelde verhalen komt natuurlijk in het boek voor, het zijn mijn persoonlijke herinneringen. Maar ook geen enkel verhaal dat bij mij ook maar enigszins een vergelijkbare sfeer oproept.

Natuurlijk, je beoordeelt een boek op wat er wel in staat en niet op wat er niet in staat. Maar een boek schept ook bepaalde verwachtingen. Ik heb het boek van Jonker uiteindelijk met groeiend enthousiasme uitgelezen en er veel uit opgestoken. Maar dat waren niet de dingen waarvoor ik in het boek was begonnen.

Entartet

Leonor Jonker beschrijft de politieke, economische en sociale geschiedenis van Berlijn vanaf de vroege twintigste eeuw en past daar vervolgens de muzikale highlights in. Zo worden Marlene Dietrich en de Entartete Musik, maar ook de jazz en de punks in de DDR binnen een sociale context geplaatst. Dat is interessant. Maar het boek is wel heel nadrukkelijk geschreven vanuit de academische visie van een historica en niet – primair – van een muziekliefhebster of ‘reizigster’; het werk is immers nadrukkelijk ook als alternatieve reisgids bedoeld.

Kortom, laat ik Muziekreis door het Berlijn van Toen en Nu beoordelen op en waarderen om wat het wel is: een compact studieboek over de geschiedenis van Berlijn. En dat is nuttig, want steeds meer jonge mensen hebben geen idee wat die Nationaal-Socialisten nu precies voor gasten waren of wat de Rote Armee Fraction eigenlijk wilde, laat staan dat een term als Weimar Republiek of de naam Rudi Dutschke hen nog iets zegt. Jonker neemt je aan de hand en met zevenmijlspassen mee door die historie en stopt ondertussen bij een aantal haltes die belangrijk zijn geweest voor de muziekgeschiedenis, van de Volksbühne tot punkclub SO36, waarvan een groot deel nog altijd bestaat.

Dat maakt het boek prima lectuur tijdens de treinreis naar de immer enerverende Duitse hoofdstad en overigens ook een prima collegedictaat Duitse geschiedenis voor de rockacademies in ons land – waar naar ik mag aannemen ook nog wel iets aan algemene ontwikkeling wordt gedaan.

Verwacht echter geen bevlogen, van binnen uit geschreven verhalen over de ontwikkeling van de Duitse muziek. Geen sappige anekdotes of sleutelgat-verhalen. Geen verhandeling over de relatie tussen Duitslands belangrijkste rockgroep van de twintigste eeuw, Einstürzende Neubauten – waar Jonker overigens slechts enkele regels aan wijdt – en Duitslands belangrijkste na-oorlogse kunstenaar Joseph Beuys. Geen analyse van de betekenis van het typisch Berlijnse in de muziek van datzelfde Neubauten in relatie tot bijvoorbeeld het typisch New Yorkse bij Sonic Youth of Velvet Underground. Lees het boek niet om er achter te komen waar Nick Cave z’n dope scoorde of David Bowie in z’n Berlijnse jaren ’s ochtends z’n cappuccino dronk. Daar zijn weer andere boeken over. Maar als Muziekreis door het Berlijn van Toen en Nu je onweerstaanbaar richting Duitse hoofdstad trekt, dan is dat volkomen terecht. Europa kent op dit moment nauwelijks bruisender plekken.

Gonzo (circus) mag drie exemplaren van dit boek weggeven aan de eerste drie mailers naar info@gonzocircus.com.

Meer info

Bibliografie

Leonor Jonker, Muziekreis door het Berlijn van Toen en Nu: van jazzhel tot technohemel. Utrecht-Berlijn: Uitg. Sowieso 030, 2009.

WWW

www.musikinberlin.com

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!