Met welgemeende excuses aan De Portables, Rudy Trouvé Septet, Strumpets en Sukilove. Maar hey, wij hebben òòk recht op een winterdip en als in mei de centrale verwarming aan moet, dan duurt die winterdip gewoon tot juni. Vier Belgische releases die al een poos uit zijn maar die toch voldoende de moeite zijn om alsnog aan u voor te stellen. En als u ze al heeft: goed aankoopbeleid bij u thuis.
De Portables – John Terra
Sinds we eind vorige eeuw een demotape in de bus kregen met de lichtelijk fantastische tekstsnede “We are De Portables – fuck you” zijn De Portables onze favoriete Vlaamse lofi-flurken. Vervolgens hebben we ‘Rosegarden’ en ‘Girls Beware’ gretig verslonden. Van de ‘Cherubijn e.p.’ deinsden we aanvankelijk een beetje terug wegens de nogal expliciete macaroni/fellatio-hoes, maar tussen De Portables en ons zal het altijd wel weer goedkomen. Voornoemde winterdip heeft onze feestneus er even afgevroren, maar ondertussen zijn we er weer helemaal achter dat de Portables feitelijk nog stééds onze favoriete Vlaamse lofi-flurken zijn. Dat weten we sinds ‘John Terra’ hier op de deurmat lag. Een tip voor Nederlandse lezers die niet weten waar de titel ‘John Terra’ op slaat: houden zo! Vooral niet googlen. Opener ‘John Terra’ (u hebt ‘m toch gegooglet? We hàdden u nochtans gewaarschuwd) is mathrock voor mensen die niet graag tellen: niet al te strak uitgevoerd, maar wél lekker zenuwachtig. De plaat nà de openingstrack is een relaxter aangelegenheid: zelfs wie geen Engels verstaat – hééft Gonzo eigenlijk Spaanse abonnees, statistiek@gonzocircus.com? – zal begrijpen dat ‘Camper’ barbecuemuziek is waarbij de barbecuekruiden door weed en de olijfolie door hasj-boter vervangen zijn. Ergens zegt de ene Portable tegen de andere “da’s wel vrij folky azo”, waarop die andere Portable slechts een droog “ja” uitbrengt. “It’s better to Turnhout than to Fade Away” (Nederlandse hardhoofden die niets over de stad Turnhout weten: niét googlen!) begint vervolgens met “I throw some logs on the fireplace / to make this room a warm and cosy place”. Maar het is op ‘John Terra’ niet al gezelligheid, barbecues en open haarden; in ‘Angela Vs Neil’ blijkt al snel dat de file over zacht dampend asfalt dit keer niét naar een zonnig strand maar naar rauwe, onversneden verkeersagressie leidt: “removing her make-up from my knuckles with my handkerchief”. Na afsluiter ‘The Honourable Man’ – een song als een uitroepteken, met Mark E. Smith na een cursus logopedie op vocalen en een serieus avontuurlijke kosmonaut op toetsen – weten we het zeker: De Portables, dames en heren, zijn het nog steeds niet kwijt.
Rudy Trouvé Septet – 2007-2009
Rudy Trouvé liet ooit versterkers ontploffen – en doet dat ongetwijfeld in de gezellige beslotenheid van de huiskamer nog steeds – maar tegenwoordig is hij vooral actief met wat we voor het gemak ‘De Jaartalplaten’ zullen noemen. Het reeksje startte behoorlijk lofi, als Rudy Trouvé solo, met ‘1999-2002’, vervolgde als Rudy Trouvé Sextet met ‘2002-2003’ en bij ‘2003-2007’ was er al sprake van een septet. Groot was dan ook onze verbazing dat het Septet voor ‘2007-2009’ niet naar een Octet was uitgebreid. Maar voordat we “Rudy Trouvé trappelt ter plaatse!” konden typen, hebben we voor de zekerheid toch maar een keer geluisterd. Nu: dat blijkt dus bijzonder mee te vallen. Grofweg sorteert dit nog steeds onder de term ‘cocktailmuziek’ – cocktails en muziek: dat dààr nog niet eerder iemand was opgekomen! – maar dit keer neigt Trouvé nog net dat ietsje meer naar soundtrack-gerief. Titels als ‘Soundtrack for Woman Nr 2’, ‘70ties Soft Porn Tribute’, ‘Footage’, ‘Ted Cassidy’, ‘Le Theme du Souffleur’ geven het overigens al een beetje weg: deze plaat kon net zo goed de soundtrack bij een documentaire over soundtracks geweest zijn. En dan vergeten we nog ‘The Sound of our Childhood – A Tribute to Bert Kaempfert, Ennio Morricone and les Ypersounds’ – die nu al met stip op één staat in onze top tien aller tijden van eerlijke songtitels. Laatste song is overigens de meest opvallende op de hele plaat: Senne Rouffaer voer opeens weer in zijn amfibie-voertuig als in de dagen dat Bobbejaan Schoepen – god hebbe zijn ziel, maar heeft iemand feitelijk die Cadillac met koehoorns al gereserveerd bij de notaris? – nog op doorbreken stond. Uitstekende plaat om – met de voeten op het schroeiend hete roofingdak – enkele Strawberry Margarita’s achterover te klotsen.
Strumpets – Hello Strumpets
Excellent plaatje om uw uitgeregende pre-zomer barbecue toch nog enig vakantie-gevoel/Latin Beach Boys-swing mee te geven, deze ‘Hello Strumpets’ van Strumpets ofte Miguel Sosa. Sosa is een vaste waarde in de Antwerpse vrije improvisatie scene: met Mauro Pawlowski vormt hij The Parallels en nu en dan duikt ‘s mans Moog ook op bij het impro-orkest-met-rock-opstelling iH8Camera. Maar naast een stevig stel improv-hersens klopt er in Sosa blijkbaar ook een warm pop-hart, getuige deze ‘Hello Strumpets’. Al vanaf opener ‘Strumpets’ weten we het zeker: deze zomer luisteren wij vooral naar psychedelische doo-wop – er valt nét geen shoobidobidoo tussen de wappapappadoo’s. Sosa zingt als perfect geïntegreerde Antwerpenaar overigens zeer consequent over Schtroempets ipv Strumpets: goed zo. Ook bijzonder aanstekelijk: ‘You’re Far (To Love Me), een kaduuke discostamper waarop het ongetwijfeld fijn langs een zonnige kustlijn cruisen is. Latino-uitbundigheid kan maar oprecht zijn als ze gevolgd wordt door een ferme portie melancholie, natuurlijk, en dus schakelt Sosa na drie nummers twee versnellingen lager. ‘Leen’ is een ballad van het soort dat we in een vorig leven ook wel eens op een – ondertussen al lang ontbonden – Latijns-Amerikaanse bruiloft hebben gehoord: een beetje zoet en klef, maar oprecht genoeg om de dichtstbijzijnde mollige Chileense tegen onze zatte gillet te trekken. ‘Who pulls the reins of the sun’ is de stinker die van een mogelijks uitstekende, een gewoon goede plaat maakt. ‘The Alcove of Celica’ combineert vervolgens de voorzichtige Neil Young van ‘Out in the weekend – die gortdroge drum! die astmatische mondharmonica! – en de meest voorzichtige Mauro Pawlowski – die gortdroge Mauro Pawlowski! – en is daarmee een laatste hoogtepunt. Shoobidobidoo!
Sukilove – Static Moves
Helter Skelter! Revolution N° 9! Dat The Crab Four – drie vijfde Sukilove, één vijfde éx-Sukilove en één volstrekt niet aan Sukilove gelieerde toetsenist – zich onlangs live aan The White Album vergreep, is geen toeval. Net als die gasten uit Liverpool heeft Pascal Deweze een klok van een stem, waarmee hij zonder schaamrood tot in den treure perfect radiofähige powerpop zou kunnen brengen – het zou de man financieel ongetwijfeld ook beter uitkomen – maar doet dat niet. Correctie: in het verleden maakte Deweze met Metal Molly wél perfect radiofähige powerpop. Maar op een bepaald moment ontdek je dat er ook zoiets bestaat als ‘de niét kant-en-klare popsong’, en dan ben je weg, natuurlijk. Bij voornoemde Liverpudlianen resulteerde dat in hun zogenaamde ‘Witte’, bij Deweze en co in steeds abstracter Sukilove-platen. Was het debuut van Sukilove nog relatief brave – maar keihard naar de keel grijpende – kampvuurmuziek, met ‘You Kill Me’ werd al stevig richting struikgewas afgedwaald. ‘Good is in Your Bones’ – Sukilove Nummer Drie – was een plaat waar we vijf jaar na datum nog minstens om de drie maanden naar teruggrijpen: goeie, net voldoende abstracte dreunen met steeds op het juiste moment een catchy lick of een tekstflard die aan het twijfelen zet. ‘Good is in Your Bones’ was overigens ook één van de laatste platen die we zowel op de Belgische radio als op onze persoonlijke stereo hoorden passeren – wie zou er ondertussen veranderd zijn: de Belgische radio of wijzelf? Alleszins hebben wij van ‘Static Moves’ – toch alweer een dik half jaar uit – nog geen enkel nummer op de radio gehoord. En dat is zeer onterecht: ‘Static Moves’ is een perfecte logische stap na ‘Good is in Your Bones’: doordenderende grooves (denk Neu!) lossen – eens je méé aan het grooven bent – op in ijl krinkelende psychedelica en ijle psychedelica barst los in een denderende groove, terwijl je net tegen het plafond aan het meetrippen bent. En ja, op Static Moves staat òòk een ‘Revolution n°9’, voor de gelegenheid ‘Teeth Fitness’ getiteld: twee minuten volstrekt asociale drone, waarbij het aardig met het hoofd tegen de muur tikken is. Nog beter nieuws – in tegenstelling tot voornoemde ‘Witte’ bevat ‘Static Moves’ géén “Ob-La-Di, Ob-La-Da”. ‘Static Moves’ is eten én drinken. Een plaat waar je vanaf seconde één in meegezogen wordt, maar die je niet na drie luisterbeurten klaargehoord bent.
Van deze vier goede Belgenplaten is Sukiloves ‘Static Moves’ veruit de minst geschikte om als achtergrondmuziek te dienen bij romantische zonsondergangen, nachtelijke seks in een stadsfontein of een cruisepartij langs een kustlijn ter hoogte van Biarritz. Het is wél de enige plaat waarvan we zeker zijn dat we ze binnen vijf jaar nòg regelmatig uit de kast zullen halen. Wie weet om lekker in gezinsverband zachtjes met het hoofd tegen de muur te tikken.