Van 24 tot en met 28 januari 2013 organiseert Gonzo (circus) in samenwerking met het Internationaal Film Festival Rotterdam het festival ‘Mind The Gap Nights’. Een laatavond programma gevuld met avontuurlijke bands en audiovisuele samenwerkingen. Zaterdag 26 januari treedt de Zweed Marcus Fjellström op. Hij stelde de Mind the Gap-mixtape van deze week samen en legt hieronder uit waarom hij voor deze nummers heeft gekozen.
“Delia Derbyshire – Pot Au Feu: De “niet-academische” vroege elektronische muziek van de jaren 1950 en 1960, zoals het werk van Raymond Scott, of wat uitkwam in de BBC Radiophonic Workshop, betekent veel voor mij. Het is een speels alternatief voor de “serieuze” en meer academische elektronische muziek van die tijd. Vooral dit nummer van Delia Derbyshire is een persoonlijke favoriet.”
“Laibach – Apologija Laibach: Laibach is een controversiële en erg conceptuele band. Ze staan vooral bekent om hun slimme en dubbelzinnige satire van fundamentalistische en onderdrukkende krachten, maar ze maken ook mooie muziek. Een van mijn favorieten.”
” Elliot Goldenthal – The Dragon (from Alien 3): Als tiener was ik geobsedeerd door filmmuziek. Deze obsessie is wat vervaagd sinds toen en een hoop van mijn oude favorieten boeien mij niet meer zo. Ik ben echter nog steeds gek op het werk van Elliot Goldernthal. Dit nummer is van Alien 3 uit 1992.”
“Kreng – Girl in a Fishtank: Als trots lid van de Miasmah ben ik in goed gezelschap van geweldige muzikanten en componisten. Maar weinig hebben mij weten te betoveren zoals Kreng dat kan.”
“Mattias Petersson + George Kentros – Winter 2: Twee van mijn favoriete Zweedse muzikanten: elektronica componist Mattias Petersson en violist George Kentros. Enkele karen geleden bundelde zij hun krachten om een moderne interpretatie van Vivaldi’s Vier Seizoenen te maken. Dit is een van de meer dunne en delicate nummers van de plaat ‘There Are No More Four Seasons’.”
“Volcano the Bear – Wood Frong Pond: In 2006 zag ik Volcano thé Bear optreden in een zeer kleine ruimte in Gothenburg. Het is een van de meest diepe live muziek ontdekkingen in mijn leven. Jaren later struikelde ik over dit magische nummer, dat mij diep raakt.”
“Drexciya – Hydro Theory: Ik hou van Drexciya. Alles is geweldig, van het briljante ‘mythologische’ concept tot de strakke, minimalistische lo-fi producties. Ze hebben een mysterie gecreëerd waar ik in wil wonen, terwijl het de band tegelijkertijd lukt om een bescheiden en en bijna kinderlijke geest weer te geven.”
“Jacques Loussier – Dark of the Sun (Main Theme): Terug naar de filmmuziek; tegenwoordig ben ik meer geïnteresseerd in het vinden van juweeltjes uit oudere, meer obscure films. Dit is er zeker een van, een prachtig voorbeeld van de filmmuziek uit de jaren 1960 dat catchy en tegelijkertijd melancholiek kan zijn.”
“Klaus Wunderlich – Warsaw Concerto: Waar moet ik beginnen….er is gewoon iets met Klaus Wunderlich. Iets kitscherigs zoals muzak uit de jaren 1970. Het is dan ook te gemakkelijk om hem neer te zetten als een gekke nieuwsgierigheid. Maar zoals hij op ‘Addinsell’s Warsaw Concerto met zijn eenmansband speelt, is het opeens magisch. Het was niet gemakkelijk om deze opname uit 1971 te vinden, maar het was het waard: de vieze smakeloosheid van zijn muzikantschap blijkt mooi en magisch. Ik verwonder mezelf hier keer op keer over.”
“Aphex Twin – Icct Hedral: Op verschillende manieren begon het hier voor mij. Toen ik vijftien was werd ik geïntroduceerd met deze track. Ik kreeg een idee wat voor muziek ik wilde maken. Achttien jaar laten is deze track nog steeds een soort esthetische wegwijzer voor mijn muziek.”
“Schräge Musik – Canyon Lands: In 2004 bracht ik een zeer gelimiteerde 7″ van elektronica uit bij het White Noise label uit Stockholm. Een van de oprichters van dit label produceerde erg mooie en sombere elektronica onder de naam Schräge Musik. Dit is een van mijn favoriete nummers.”
“Ingram Marshall – Fog Tropes: De film Shutter Island uit 2010 van Martin Scorcese is misschien wel de beste blockbuster uit de recente geschiedenis. Ik had nog nooit eerder zo iets gehoord als de muziek uit de film, die van Ingram Marshall is. Dit stuk van hem is uit 1982 maar het klink heel fris en jong. Ik hou er heel erg van.”