Ploegend door de verschillende databases in zijn leven, ontdekt Maarten Schermer een viertal releases die hij de Gonzo (circus)-lezers niet wil onthouden.
Heal, het debuut van AxxoN N, is niet te vatten binnen een genre of stijl. Londenaar Edwin Fry werkte er vier jaar lang aan, nauwgezet duizenden samples aaneen smedend tot een dubbelalbum vol collage-elektronica. Zijn werkwijze keek hij af van Since I Left You, het eerste (en nog steeds enige) album van The Avalanches. Maar waar het Australische collectief opwekkende plunderpop maakte, zijn de composities van Fry vaak ongemakkelijk. Alsof hij in de constante informatiestroom die dagelijks op ons afkomt moeite had hoofd- en bijzaak, voor- en achtergrond van elkaar te scheiden. En misschien was dat ook zo, want Fry maakte een groot deel van de plaat terwijl hij kampte met zware depressies. De ondertoon van de eerste cd is er dan ook een van verwarring en somberheid. De tweede schijf is iets lichter, maar de nummers blijven hoekig en soms surrealistisch. Dat de naam AxxoN N een obscure verwijzing is naar David Lynch schier onbegrijpelijke Inland Empire verbaast me dan ook niets.
Spacemen 3
In een geheel andere headspace bevindt zich Al Lover. Zij die de gelimiteerde versie van de laatste Goat-elpee kochten herkennen zijn naam misschien van de remix op de bonus 7inch, maar de man uit San Francisco timmert al langer aan de weg. Na een aantal singles en cassettes bracht hij kortgeleden zijn debuutalbum Sacred Drugs uit. Daarop laat hij een geheel eigen psychedelica horen: over een ondergrond van lome maar niet te stoppen, slepende hiphopbeats mixt hij suizende garagegitaren, zweverige orgelpartijen en fuzzy gitaarsolos. Hij mag zijn Facebook-motto taking drugs to make beats to take drugs to hebben afgekeken van Spacemen 3, hun zwaarmoedigheid heeft hij zeker niet gekopieerd. Kort geleden wist hij op een festival in de Melkweg als enige de zaal aan het dansen te krijgen. Dig in.
Mocht u de volgende ochtend een kater hebben, dan kunt u zich mooi helemaal verliezen in Have A Nice Lifes The Unnatural World. Dit duo uit Connecticut smeedt shoegaze, postpunk, pop en (goth)rock aan elkaar middels een lo-fi-productie die lijkt afgekeken van black metal, met veel galm en gruis. Er zijn meer bands die een soortgelijke mix van stijlen hanteren, maar wat HANL bijzonder maakt is hun sterke nummers, die het middelpunt van hun muziek vormen. De zang wordt gespaard in de mistige productie, waardoor de fraaie teksten (meestal) verstaanbaar blijven (en anders staan ze wel ergens online). Het is allemaal doom and gloom, maar niet op een obligate manier. Persoonlijk en met zeggingskracht, soms ronduit potisch. Dat was ook al zo op hun debuut Deathconsciousness (2008) en heeft er mede toe geleid dat de band een bescheiden cultstatus verwierf. Dat album werd vorig jaar na lang onverkrijgbaar te zijn geweest opnieuw uitgegeven, en is ook zeer de moeite waard.