Terwijl buiten Sieneke en Gordon de Tilburgse Kermis openen of al hebben geopend, is het in de Bat Cave tijd voor een geheel ander soort van vermaak. Twee dronehelden en een van de breinen achter Neurosis bevolken achtereenvolgens het podium.
Het openen van de avond is aan Dirk Serries, deze keer in Tilburg onder moniker Microphonics. Wiegend over zijn gitaar en versterker bouwt hij een geluid als een kerkorgel op uit buisresonantie en lange – vooral – lage gitaar tonen. Af en toe wordt er met kleine penseelstreken aan tokkelwerk lichte details gezet tegen de voortdurende drone. Het weet deze keer echter niet de aandacht vast te houden zoals hij dat op andere momenten wel deed. Oorzaak daar van is waarschijnlijk ook dat een groot gedeelte van het publiek hem niet kan zien. Serries is gaan zitten, iets wat bij het lage podium in de Bat Cave betekent dat iedereen die verder dan twee rijen van het podium staat hem niet kan zien. Hierdoor verliest het zijn spanning, en heeft het iets weg van luisteren naar mantra’s biddende monniken achter een muur. Zonder beeld worden de mantra’s toch een stuk minder interessant.
Ook Aidan Baker is geen onbekende en heeft met name met Nadja al behoorijk wat faam opgebouwd. De Canadees staat vanavond echter alleen op de buhne, achter een tafel vol met effecten en samplers waarin de delay een prominente plek blijkt te hebben. Met behulp van het nodige loopwerk bouwt hij een layered cake van gitaar en samples variërend van de stof plek op de plaat tot vrolijk tjilpende vogeltjes. Het kabbelt vooral vrij onzichtbaar door, om aan het eind pas echt wat venijn te tonen. Dat wordt echter door velen gemist, daar gedurende de show veel ervoor kiezen om buiten even te gaan roken of een frisse neus te gaan halen. Maar zij die zijn gebleven hadden duidelijk wat stof te overdenken.
Maar uiteindelijk is het toch Steven Von Till waar de Bat Cave deze avond halfvol voor is gelopen. Ook hij opent met een pracht stukje stapelwerk aan donkere druïde drones. Aanschuivend bij de Europese herwaardering van Keltische en Germaanse folklore zoals door bands al Der Blutharsch maakt Von Till dark folk of folkdrones die welhaast een druïdische mantra lijken te vormen. Hoewel enerverende dan de voorprogramma’s zijn de gitaarstapelstukken niet de hoogtepunten van de set. Dat is wanneer Von Till helemaal kaal gaat. Zijn stem, zijn gitaar en de donkere teksten. Met nummers als The Wild Hunt en Breathe zou je haast zeggen dat Johnny Cash naast Steven Von Till “The man in white” wordt. De nadruk ligt echter op de folkdrones en darkfolk, waarin het hem lukt zo koud te spelen dat het haast lijkt alsof er ijspegels aan zijn gitaar hangen. Maar toch, de hoop was er op meer van de liedjes en minder van de drones.