Na een openingsavond met een paar Belgische bands en verbroedering met de aanwezige Belgen is het tijd voor het echte werk op het SPOT-festival. Een hele dag surfen langs nieuwe, jonge bands voornamelijk uit Denemarken, de uitzondering daargelaten.
Het centrum van het SPOT-festival is het Musikhuset. In dit mooie complex, gebouwd op het vroegere kerkhof van Aarhus, zijn alle zalen in gebruik. In het park ervoor zijn een aantal tenten geplaatst met podia en er zijn ook nog optredens in een paar omliggende gebouwen. Wat direct opvalt is dat veel aanwezigen ‘gewone’ bezoekers zijn, dus geen professionals uit het muziekwereldje. Dat zorgt ervoor dat je een normale concertsfeer krijgt op de tientallen concerten.
Onze ontdekkingsreis wilden we vandaag aanvangen met twee bands die al een belletje deden rinkelen, Murder en Ijslander Benni Hemm Hemm. Ze speelden in een bijgebouw op het SPOT-terrein, het Archauz. Wanneer we de hoek van het gebouw omdraaien zien we een gigantische rij wachtenden voor deze concerten. Niet verwonderlijk gezien de bekendheid van Murder in hun thuisland. Onze planning wordt in de vuilbak gekieperd en vanaf nu gaan we echt voor de verrassing.
De eerste band op onze speurtocht is het Noorse Pony The Pirate. Het begin van de band klinkt nog goed. We horen een dissonante intro à la Sonic Youth. Jammer genoeg verwatert het allemaal nogal snel en komt de band uit bij een geluid dat eerder connotaties oproept met pathetische, Duitse popmuziek. Vraag ons vooral niet waarom ze deze vergelijking maken. Als door de muziek dan ook nog de schelle tonen van de hyperactieve saxofonist beginnen door te komen houden wij het voor bekeken.
Zo komen we terecht bij Lars And The Hands Of Light. Frontman van de band is Lars Lommen. In een niet zo ver verleden was hij nog actief bij IMA Robot, maar hier stelt hij dus zijn eigen band voor. Samen met zijn Hands Of Light maakt hij nogal onschadelijke indierock. Muziek waarin zijn zware stem contrasteert met de stem van het lieve geluid dat het meisje op het podium voortbrengt. Dat op dit optreden een gigantische stortbui volgt zal wel toeval zijn.
Op zoek naar lekkere snoepjes komen we terecht in het kleine zaaltje Filuren. Daar mag Kandy Kolored Tangerine ons proberen te overtuigen met hun soms uitgesponnen, noisy, trippende shoegaze. Jammer genoeg is de psychedelische toets in de muziek niet zo prominent als aangekondigd. Maar niet getreurd want de band heeft een behoorlijke coole drummer, een niet oncharismatische bassist en een blootsvoetse zangeres die een jurk draagt die eruit ziet als de betere vloeistofdia uit de jaren 1970. Deze poppy shoegaze is op zich te pruimen, maar geef ons toch maar de bende van Jim Reid.
Verder surfend door de zalen in het Musikhuset komen we terecht bij Ghost Society. Het begin van deze band riep prettige herinneringen op aan ‘Under The Milky Way’ van The Church. Hun afstandelijke popmuziek zou gedrenkt moeten zijn in tristesse. Alleen zorgt de afstandelijke aanpak gecombineerd met het beperkte register van zangeres Sara Savery ervoor dat we geen koude rillingen krijgen. Gelukkig zorgt zanger Tobias Wilner ervoor dat de meubelen nog enigszins worden gered. En als dus de zangeres de zanglijnen niet voor haar rekening neemt zelfs meer dan de moeite.
Omdat ze ook wel eens iets anders wilden horen dan indiebandjes kwamen we terecht bij Crystal Sky Butterfly. We zien een fraai uitgedost vrouwelijke strijkerstrio dat bij momenten ook fungeert als dansmariekes. Alleen zagen we in Amsterdam vorig week The Meldy Peaches in het voorprogramma van Wolf Eyes. Van die danseresjes waren we veel meer onder de indruk (letterlijk en figuurlijk, met blauwe knie tot gevolg). Muzikaal probeert de band een brug te slaan tussen westerse pop en invloeden uit de omringende wereld. Een typische goedbedoelde pot-pourri die jammer genoeg kant nog wal raakt.
Bijna riepen we uit dat ze ons moesten tegenhouden als we nog eens multicultureel wilden doen in Denemarken. Gelukkig verscheen toen echter Houssam Zamzam ten tonele. De band rond deze man heeft Libanees-Palestijnse roots en brengt gewoon goed gespeelde, haast klassieke popmuziek uit de regio van het Midden-Oosten zonder pretentie. In de zangstijl van de bandleider hoorden we hier en daar zelfs invloeden van Khaled. De aanwezigen vroegen en kregen een toegift. Logisch dat deze band bijval oogstte gezien het professionele spelplezier dat van het podium spatte. Enzo werd dan toch een brug geslagen naar de aangewaaide Denen uit andere continenten. Mooi dat dit kan in een land waar de regering er behoorlijk rechtse standpunten op nahoudt als het op migratie aankomt.
Genietend van de langzaam vallende avond en een snel verorberd broodje horen we in de tent op de Officerspladsen The Kissaway Trail. De melodische indiepop zou herinneringen moeten oproepen met Arcade Fire en Sonic Youth. Wij horen vooral een zeer lieve, daar zijn ze weer, The Jesus And Mary Chain. Niet slecht, maar nog net iets te weinig weerhaakjes om te overtuigen. Maar deze band willen we misschien toch nog eens terug zien.
De hele dag hebben we tot nu doorgebracht in en om het Musikhuset. Nu zetten we echter koers naar het Studenterhusset, een tiental minuutjes verderop gelegen in een oud gebouw in de industriehaven van Aarhus. Iets verderop ligt de Stubnitz. Jammer genoeg is die door problemen opnieuw gesloten. Het Studenterhusset staat op deze editie van het SPOT-festival in voor het hardere werk. We verwachten ons dan ook aan een donker, duister hol. Groot is dan ook onze verbazing als we het gebouw binnenkomen. We zien metalheads in een zaal waar tafeltjes staan waarover witte linnen tafellakens liggen, we krijgen bier in glazen en in de hoek is een podium waarop een band staat te soundchecken. Die band blijkt het Brusselse The Link te zijn. Even later mogen zij de tent op stelten zetten en dat doen ze met verve. We horen een melodieuze kruising tussen hardcore en metal. Een snuifje Faith No More, een portie Dillinger Escape Plan en vooral veel inzet. ‘We Are Angels’ brult de zanger in de microfoon. Het zal wel, maar hier zien we vooral een band die samen met de vijftig aanwezigen zijn duivels ontbindt. Als naast ons een boomlange Deen lustig mee headbangt, een halfliter(!)-glas Hoegaarden in de hand, zijn we even fier om Belg te zijn.
Eigenlijk waren we hier voor het Deense The Psyke Project. Een grote naam in de Scandinavische hardcore. Alleen valt de band hier nogal mak uit. Dat heeft misschien wel te maken met de zanger wiens knie duidelijk net een operatie onderging. De man zijn been is volledig ondersteund door een brace. Dat komt zijn beweeglijkheid niet ten goede, een aantal nummers moet hij ook zittend afwerken. Duidelijk frustrerend voor de man. Jammer.
Terug in het Musikhuset zien we dan de eerste band die ons lichtjes van de sokken blaast. Het Noorse Maribel speelt traag opgebouwde songs die refereren aan Slowdive, My Bloody Valentine of Spacemen3. Donker, traag en melancholisch zet de muziek zich langzaam vast onder onze huid. Ook hier horen we veel invloeden uit de shoegaze. We hebben hier op het SPOT-festival ook een taak. We mogen mee bepalen welke bands in het najaar in de Brusselse AB mogen aantreden op SPOT on Denmark. Het is dan ook onwaarschijnlijk jammer dat deze band uit Noorwegen komt, anders hadden we al een meer dan geschikte kandidaat. Want dit is echt het beste wat we tot nu toe zagen.
Relaxed met een slap biertje in de hand wachten we in de buurt van het Ridhuset op het optreden van Dansk Fløde. In de gids van het festival worden ze aangekondigd als art-punk gecombineerd met een visueel slechte LSD-trip. Omschrijvingen in festivalgidsen zijn soms behoorlijk misleidend, maar onze nieuwsgierigheid was toch geprikkeld. Twee bijzonder relaxte Denen (zat die gigantische joint daar voor iets tussen, heren?) zorgen ervoor dat we Dansk Fløde volledig missen. Wel een bijzonder leerrijk gesprek gehad over de staat van het land.
En zo valt de nacht over het SPOT Festival. Gezien we toch in een relaxte bui zijn gekomen overwegen we even om Djosos Krost te gaan bekijken. Deense old school dubmeesters van het betere soort. Onze nieuwsgierigheid drijft ons echter in de armen van The Foreign Resort, die de Filure voor vandaag mogen afsluiten. Deze uit Kopenhagen afkomstige band zou ergens moeten te situeren zijn tussen Sonic Youth en The Cure. Ze komen inderdaad uit bij iets dat daar tussenin valt. Hoewel het begin nog energiek is valt na een paar nummers op dat er iets te weinig variatie zit in de songs. Langzaam druppelt het kleine zaaltje leeg. Kuddedieren die wij zijn volgen we het voorbeeld van de andere bezoekers.
Onderweg naar het hotel lopen we nog even langs bij de plaatselijke Seven Eleven. Eerdere bezoeken aan Denemarken leerden ons dat de hotdogs in dit land van uitstekende kwaliteit zijn, voor zover dat mogelijk is natuurlijk. Na het verorberen van het bacon bite-hotdog eindigt voor ons de tweede dag van het SPOT-festival. Hopelijk zien we op dag drie iets meer spannende groepen. Tot nu toe is het behoorlijk mak geweest.
(mt, rt)