Voor liefhebbers van elektronische muziek in de breedste zin van het woord zijn het opnieuw hoogdagen. Het Brusselse huis Bozar – bestaat er een mooier pand in de hoofdstad? – wist voor de tweede editie van het Brussels Electronic Music Festival (BEMF) opnieuw een uitgelezen selectie van nationale en internationale artiesten te strikken. BEMF staat garant voor een divers, eigenzinnig en kwaliteitsvol programma en kruist verschillende genres. Minimal techno, avant-garde elektronica, gemuteerde hiphop, soundscapes en krautrock staan er broederlijk naast elkaar. Opvallend afwezig in de programmatie is een luik dubstep en/of aanverwante genres zoals Funky en Grime.
Op vrijdagavond waren de Fransman Sylvian Chauveau, het Britse Hexstatic en de Duitse Thomas Brinkmann de headliners. Wij pikten in op dag twee en keken erg uit naar het optreden van Cluster. De invloed van Hans-Joachim Roedelius en Dieter Moebius is moeilijk te onderschatten. Cluster lag samen met Neu!, Can, Harmonia en Brian Eno mee aan de basis van de krautrock en de vroege ambient. Het genre beleefde zijn creatieve hoogtepunt medio jaren 1970, maar is sinds vorig jaar onderwerp van een kleine revival. De vele reissues, ondermeer op toonaangevende labels als Grönland en Bureau B, plaatsen dit unieke stuk muziekgeschiedenis opnieuw in de kijker. In Brussel wist Cluster vooral hun reputatie van pioniers te bevestigen maar leverde het geen memorabel concert af. Bezoekers van het concert waren getuige van een historisch maar geen uitzonderlijk optreden. Wat ons voor Roedelius en Moebius innam is dat ze geen enkele moeite deden om aansluiting te zoeken met de tijdsgeest – de schamele projectie van een alpenhuisje in vhs-kwaliteit, de klankkleur die sterke geurde naar het jaartal 1973 – alles in hun optreden was een sprong terug in de tijd. Iconen zijn tijdloos en bewegen zich wars van elke trend. In Terarken bewees Thomas Brinkmann zijn status van enfant teribble van de techno met verve. Brinkmann bracht er live ‘Klick’. Met ‘Klick’ vond Brinkmann aansluiting met het werk van gereputeerde turntablists als Christian Marclay, Dj Olive en Janek Schaefer. Brinkmann maakte ter plaatse inkepingen in vinylplaten en manipuleerde het geheel op zijn mengpaneel. Boeiend aan deze werkwijze is dat de uitkomst onzeker is en dat Brinkmann, erg gefocust, constant moet bijsturen en evalueren. Ondanks het onvoorspelbare karakter van zijn set, leverde de bezieler van Max.Ernst (zijn label) een mooi uitgebalanceerde en gevarieerde set af. Brinkmann is meer dan een buitenbeentje, hij behoort tot het pantheon van de allergrootsten. Minder overtuigend was het concert van Sylvian Chauveau en Pierre-Yves Macé. Het concert begon veelbelovend, maar de twee muzikanten slaagden er niet in om een vorm van convergentie te vinden. De schaarse elektronica van Chauveau gaf geen meerwaarde aan het geheel en liep het intimistische piano- en zangspel van Macé vaak voor de voeten. In de Henry Le Boeuf Hall gaf het Britse vjcollectief D*Fuse ondertussen present. Het duo uit Londen wist op korte termijn een degelijke reputatie op te bouwen met een reeks van installaties, performances en concerten, ondermeer voor Beck en Steve Reich. Op BEMF was vooral het visuele luik erg overtuigend. Het muzikale gedeelte, een mengeling van suikerzoete ambient en sputterende elektronica, haperde wat en was overduidelijk ondergeschikt aan de knappe beelden en videopresentatie. In Terarken en in de Horta Hall losten Sei A en Sierra Sam ondertussen de hooggespannen verwachtingen moeiteloos in. Sei A is een van de nieuwkomers op het Turbolabel van Tiga. In de Horta Hall bracht de inwoner uit Glasgow een erg diverse set. Sei A wisselde brutale gitzwarte techno af met house en melodieuze elektronica. Sei A was voor ons één van de hoogtepunten van de avond. Sierra Sam had de moeilijke taak om een leeggelopen Terarken opnieuw te vullen. De naar Berlijn uitgeweken Luikenaar en bezieler van Toys For Boys bracht een erg strakke set die het midden hield tussen minimal house en techno. Erg mooi was de manier waarop hij enerzijds inspeelde op de dansvloer en anderzijds eigenwijs zijn eigen parcours aflegde. Sammy Goossens bewees op BEMF dat hij aan vooravond van zijn internationale doorbraak staat. Op hetzelfde moment probeerde Chris De Luca, de ene helft van Funkstörung, In de Henry Le Boeuf Hall ondertussen tevergeefs het publiek in te pakken. Chris De Luca is een vakman buiten categorie en gaf een overtuigend concert dat door de setting – de te grote zaal, een zittend publiek – niet tot zijn volle recht kwam. In een kleinere zaal was dit concert een regelrechte voltreffer geweest. In het pluche van Hall M gaf Machinefabriek ondertussen een heel mooi, integer en intiem nachtelijk concert. De Nederlander debuteerde in 2004 en maakte internationaal naam met zijn erg delicate en fijne elektronica. Er staat geen maat op de releasedrift van Rutger Zuydervelt die haast wekelijks nieuw werk op de markt brengt. Gisterenavond onderstreept de man opnieuw zijn kunnen. Zuydervelt wist met minimale, haast comateuze de aandacht van het publiek minutenlang vast te houden. Grote klasse. In Terarken nam de Zwitser Quenum de opgewarmde zaal van Sierra Sam over en maakte van zijn set niets minder dan een regelrechte zegetocht. We hadden graag de sets van Dan Curtin en James Holden meegepikt, toch eindigde voor ons dag twee van BEMF hier. We willen fris zijn voor de clash tussen twee titanen die morgenavond zal plaatsvinden: Ryoi Ikea versus Carsten Nicolai. Meer hierover op maandag.