Het muzikale luik van Artefact 2010 biedt op zijn tweede dag veel voor de muzikale fijnproever. Dankzij een uitgekiende planning en geen onnodige tussenstops slaagden we in onze missie voor deze dag.
Om stipt 20u00 zaten we klaar in de Soetezaal van het Leuvense STUK. Daar trad Lars Horntveth samen met het Leuvense ensemble Emanon en strijkerskwartet Kryptos aan voor een live-uitvoering van zijn album ‘Kaleidoscopic’ uit 2008. Deze plaat werd toen samen met opgenomen met het Nationaal Symfonieorkest van Letland. Gezien de aard van de bezetting werd deze plaat nog maar weinig live uitgevoerd. Dit optreden in Leuven was nog maar het tweede buiten het thuisland van Horntveth, Noorwegen. Op het podium nemen de leden van Emanon en Kryptos achteraan plaats. Vooraan multi-instrumentalist Hornveth omringt door een aantal van zijn Noorse kompanen. Het concert begint met één van zijn kompanen die de vibrafoon bespeelt met een strijkstok. Vanaf dan worden we meegenomen op een 37 minuten durende muzikale trip met invloeden uit jazz, klassieke muziek en elektronica. De muzikale invloeden komen van overal aangewaaid, zo zijn er stukken muziek die verwijzen naar Slavische volksmuziek, maar ook blues en popmuziek. Mooi om zien is hoe Hornveth centraal op het podium niet alleen musiceert maar ook het zestienkoppige gezelschap dirigeert. Na de uitvoering van ‘Kaleidoscopic’ brengt het gezelschap als bisnummers nog een aantal nummers uit ‘Pooka’, het andere solo-album van Lars Horntveth. Met de nodige Noorse onderkoeldheid vertelt Horntveth dat hij titels belangrijk vindt. In de nummers ‘News On The March’, ‘The Joker’ en ‘Tics’ ligt de nadruk misschien iets meer op de invloeden uit de jazz. Toch vult het extra gezelschap deze nummers mooi aan. Met deze uitvoeringen bewees Lars Horntveth eens te meer dat hij misschien wel het muzikale genie is achter Jaga Jazzist.
Na dit concert haastten wij ons naar de Labozaal. Daar botsen vandaag twee muzikale werelden tegen mekaar op. Iets wat op het eerst zicht een gok leek van de betrokken programmatrice. Aan de ene kant is er de Brusselaar en wereldburger Fred Jacques. Hij opereert onder de nom de plûme Lyenn. Voor zijn debuutplaat ‘The Jolity Of My Boon Companian’ trok hij naar New York. Het album nam hij daar op met Marc Ribot en een aantal van diens muzikale vrienden. Onze (sb) was in Gonzo (circus) #95 danig onder de indruk van die plaat. Een plaat die niet blijft steken in de Vlaamse klei maar duidelijk mikt op een internationaal publiek. Op het album zijn invloeden te horen uit blues, folk, psychedelica, jazz en avantgarde. Invloeden die ook van het podium gutsen tijdens dit concert. Lyenn heeft rond zich een aantal muzikanten verzameld die haast van hetzelfde niveau zijn van de gasten op de plaat. Met zijn stem en manier van voordracht komt hij soms in de buurt van David Eugene Edwards van Sixteen Horsepower en toch bouwt hij een heel eigen muzikale wereld op. Live surft Lyenn ook op instinct, dat wordt duidelijk wanneer hij tussen de nummers moet aangeven aan zijn muzikanten welk nummer ze als volgende gaan spelen. Dit optreden was alleszins internationale klasse.
Uit een heel andere muzikale wereld tapt dan weer Londenaar Jon Hopkins. Ook wel bekend als elektronicawizard achter Coldplay. Hij kiest voor elektronische beats en blieps overspoeld met pianoloops en soms bewerkte klassieke muziek. Beginnen doet hij nog redelijke rustig, al snel echter kiest hij voor een veel hardere elektronische aanpak. Een aanpak vol stuiterende beats die neigen naar drum & bass of complexe Warpelektronica. En die combinatie werkt absoluut. We worden tijdens zijn set meegezogen in zijn donkere wereld met hier en daar euforische uitschieters. Complex en dansbaar tegelijkertijd. Ondanks het feit dat zijn muzikale wereld misschien wel botst met die van Lyenn is het toch mooi om te zien dat Jon Hopkins na het concert, nippend van een Westmalle Trippel, haast verlegen als een schooljongen een album vraagt van Lyenn. Hij was namelijk onder de indruk van diens optreden. Zo zie je maar. Ogenschijnlijk was deze avond in de Labozaal er eentje van muzikale tegenstellingen, maar voor de muzikanten was dit niet het geval. En onze muzikaal schizofrene geest was ook weer eens gevoed met deze drie straffe optredens.