Noise en industriële muziek zijn in 2009 precies een eeuw oud. Van Throbbing Gristle tot Sunn O))): allemaal zijn ze schatplichtig aan het futurisme. Op 9 februari 1909 verscheen in het Franse dagblad Le Figaro het door Filippo Marinetti (1876-1944) opgestelde manifest van de futuristen. Zij wilden de kunst midden in de maatschappij plaatsen en verheerlijkten snelheid, dynamiek, industrie, electriciteit, auto’s en vliegtuigen. Een van de eerste futuristen was de Italiaanse schilder Luigi Russolo (1855-1947) die zich al snel richtte op muziek. In 1913 kwam hij met zijn manifest ‘L’Arte Dei Rumori’ (‘The Art Of Noises’). Daarin schrijft hij onder andere: “We enjoy creating mental orchestrations of… spinning mills, printing works, electric power stations and underground railways.”Hij componeerde muziek die werd uitgevoerd met zogenaamde Intonarumori, lawaaimachines. Dat waren houten rechthoekige kisten waar een grote metalen hoorn uitstak. In de kisten, die varieerden in afmeting, zat een mechanisme waarmee de klanken werden gestuurd. Er bestaan maar weinig originele opnamen van deze Intonarumori mede omdat de originele machines in de Eerste Wereldoorlog verloren zijn gegaan. Op de cd ‘Dada For Now’ (ook makkelijk als mp3 te vinden op internet) is te horen dat het geluid doet denken aan het opstarten van een motor of een sirene met een lage toonhoogte. Door heel Europa gaf hij concerten. In 1914 stond hij twaalf maal in Londen. Russolo werd aangekondigd als ‘Inventor of the Art of Noises’. Eén van de uitgevoerde stukken (‘noise spirals’ genoemd) was ‘A Meeting Of Motor Cars & Aeroplanes’ gespeeld door maar liefst 23 lawaaimachines! In de jaren 1920 gaf hij nog af en toe concerten in zijn woonplaats Parijs. Daarmee maakt hij indruk op onder andere Edgar Varèse. Maar ook was hij een grote inspiratie bron voor componisten als John Cage en Pierre Schaefer. En op die manier ook van de meeste muzikanten en kunstenaars die in Gonzo (circus) aan bod komen.