Wanneer de Zomer nog wat weifelend staat te schuifelen alvorens haar waakbeurt door te geven aan de Herfst, verzamelt sinds enige jaren een uitbundige massa op het Eargasm Festival in Neervelp, een onooglijk dorpje in het Vlaamse Hageland. Hier wordt de wissel der seizoenen feestelijk gevierd, zoals dat in lang vervlogen tijden reeds met veel volks vermaak werd gedaan in deze contreien. Alleen gebeurt dit heden ten dage op deze plek met elektronische muziek waarvan de wortels veel verder liggen, met name in het Indische Goa.
Het genre van de goa trance leeft immers nog volop, de hele cultuur meegerekend. Die is overigens grotendeels gestoeld op de idealen zoals die decennia geleden beleden werden in de hippiekolonie van de gelijknamige Aziatische badstad. Deze werd bevolkt door idealisten die waren aangetrokken door de inheemse mystiek en spiritualiteit en die dit na verloop van tijd durfden te combineren met het toekomstdenken dat inherent verbonden is met de elektronische dance. De voorliefde voor de trance – als gemoedsgesteldheid – verbond beide werelden.
Het was zowat een decennium geleden dat ik nog een ware goa tranceparty meemaakte, dus met een opwindende nieuwsgierigheid begon ik samen met een maat die het genre is blijven volgen aan onze bevoorradingsronde. Het vergt een andere avonturenroman om dergelijke bevoorradingsrondes – die ons heilig zijn – te beschrijven. Laat ik het er op houden dat ons Proviand divers en opulent was. Het was uiteindelijk half zes in de vooravond wanneer we een veldweggetje ergens tussen Tienen en Leuven insloegen en verderop een versierde poort ontwaarden.
Vijftig meter verder zagen we een relatief kleinschalig afgebakend terrein met een hoofdpodium in open lucht, twee kleinere tenten en een circustent. Alles werd omzoomd door kleurrijke standjes en stak af tegen de weidse verte rondom, waar maïsvelden en pas gemaaide landstukken glooiden. We karden over een dergelijk bouwland richting een veilige parkeerplaats, met het hoofd uit de autovensters joelend naar andere feestgangers. Eenmaal halt gehouden, verbroederden we prompt met de parkingburen en spraken het Proviand aan. En gewapend met een banaan in de ene en een funny cigarette in de andere hand bestormden we het terrein – terugkijkend kan ik trouwens stellen dat onze lichamen Eargasm louter overleefden net dankzij de combinatie van vitamine C en fructose met allerhande roesmiddelen.
Al snel de ingang voorbij liep mijn metgezel zonder dralen richting de drankbonnenstand, terwijl ik Een Oude Bekende trof – Yannick Thiry draaide inmiddels een lekker opwarmsetje. Onder het keuvelen drong het plots tot mij door dat ik het festival betreden had met mijn broekzakken en sokken vol Proviand en met voornoemde banaan en rare sig nog in mijn pollen. Er had niemand het wenselijk geacht mij of enig andere bezoeker grondig te fouilleren of op andere wijze lastig te vallen, wat een uitzonderlijke maar uitermate fijne omstandigheid was. Tijdens de duur van het festival waren er overigens nauwelijks baldadigheden te melden, dus de beveiliging kon ook blijven glimlachen.
Mijn kameraad was – om een toepasselijke uitdrukking te gebruiken – in geen velden meer te bespeuren dus bezocht ik de circustent, waar het organiserende collectiefje KetaLoco gastheer was. Onder aanvoeren van de twee broers Materman zette dit groepje enthousiastelingen al een indrukwekkende reeks piekfijn verzorgde party’s op poten in een hele reeks roemruchte clubs en andere locaties, tot ver in het buitenland toe. Muzikaal staan zij voor een gezonde mix van progressive house, minimal en tech house en dat was meteen wat ons in en rond de oren vloog in deze roodwit gestreepte tent.
Het zou een goed alternatief vormen op de verschillende vormen van goamuziek die op het hoofdpodium werd gebracht en het moet gezegd: een deel van het publiek hier was ook enigszins anders. Eerder trendy en hip maar gelukkig even bereid tot het bouwen van een memorabel feest. Massimo Girardi, de Belgische resident van de Forbidden Fruit serie in de Leuvense club Silo, deed hier met veel overtuiging zijn ding maar zelf was ik – net als de vorige malen dat ik de man aan het werk zag – maar ten dele mee: zijn set was technisch degelijk maar bleef teveel kabbelen, de spanningsopbouw was niet altijd geslaagd en de hoogtepunten bleven tamelijk gezapig. Toch wil ik hem niet volledig afschrijven; Girardi heeft voldoende talent om nog aanzienlijk te groeien, zolang hij dat uiteraard ook wil en geen voldoening neemt met zijn huidige niveau en status.
Een Oude Bekende huppelde me op dat moment voorbij en vroeg me of ik, in ruil voor een rookstok, met mijn natte vinger even wilde dippen in zijn zakje met wit poeder. Dat was ik niet ongenegen en het ontstane ritueel tussen ons beiden zou zich in de komende uren nog een aantal maal herhalen. Daarop wandelde ik terug naar buiten en ontwaarde zowaar een gigantische roze olifant. Nochtans was ik nog lang geen delirium nabij; het kleurrijke beest bleek dan ook onderdeel van de decoratie. In de circustent bevond zich bovendien nog zo’n prachtig stuk: een kunstmatig watervalletje. Bij het eerste zicht spookten meteen allerhande doemscenario’s op die enige tijd later bewaarheid werden. Ik zag namelijk Een Oude Bekende naarstig water uit het bassin in zijn drankbekertje scheppen en daarmee door het publiek een meisje achtervolgen. Al snel was ook de vriend van het bewuste meisje betrokken in het vrolijke watergevecht, dat gelukkig stopte voordat er irritatie ontstond. Een Oude Bekende droop letterlijk en figuurlijk met een doorweekt hemd af.
In de buitenlucht raakte ik verder onder de indruk van de Engelse Lurk, een deejay die we niet eerder bezig zagen maar ons wist te bekoren met een strak gemixte set van typische goa en psy trance, doorspekt met een aantal ferme klassiekers. Indrukwekkend. Ik zag mijn metgezel weer aan de rand van de houten dansvloer, in gesprek met een bijzonder kleurrijk uitgedoste Nederlandse dame die hem probeerde zelfgemaakte loempia’s te verpatsen. Ik had echter de indruk dat hij op zoek was naar wat anders. We dansten samen wat en passeerden even later een apotheek van wacht, die ons een snel medicijn verkocht dat zou helpen tegen onze verstopte neuzen –die waren immers dichtgekoekt door het stof – maar als bijwerking had dat we wakker en opgewonden zouden blijven. Na het gebruik bleken deze indicaties eerder omgekeerd: het vrijmaken van ons reukorgaan was met name slechts de bijwerking, maar daar maalden we vanzelfsprekend niet om.
Want we hadden weer voldoende energie om ons volledig te smijten op de deejayset van Caspar, die resident is bij KetaLoco maar eerst op het hoofdpodium een brok hedendaagse goa bracht op een manier die we erg sterk vonden. Hoewel hij beschikt over een stevige fanbasis, lijkt deze kerel me nog steeds wat onderschat. Hij zou bovendien ook later in de tent van KetaLoco imponeren met een selectie die zijn stijl meer eigen is. Als een van de hoofdacts had daar trouwens eerder de Brit Hybrid moeten optornen tegen erg hoge verwachtingen. Hij bracht het er goed vanaf, met een trippy progressive set, vol vocalen en emotioneel beladen passages en met uitermate lang uitgesponnen tracks en mixen.
Fast forward naar het ochtendgloren, wanneer het natuurlijk licht weer over het domein sprankelde. Een buitje begeleidde de energieke live set van Bitkit waarbij enkelen zich naar een van de tenten haasten. Een grote groep had evenwel geen nood aan onderdak en bleef ritualistisch regendansen: een waarlijk feeëriek zicht dat de ondertitel van het Eargasm Festival alle eer aan deed: ‘Magical Summer Closing’. Zelf trokken we naar een klein tentje waar Arabische en Oosterse muziek werd gespeeld en waar mensen zich tegoed deden aan thee en koffie. Terwijl ook wij even gingen zitten en een cafeïneshot nuttigden, hoorden we langs ons iemand afpingelen op een roedel dromedarissen. Het was wel duidelijk dat het delirium eindelijk toch was ingetreden.
Het standje langs die tent was overigens van Blindnote, een initiatief van de organisatie Light For The World die Afrikaanse kinderen door een cataractoperatie van blindheid redt. Het trok op dit tijdstip geen bezoekers meer, maar ik hoopte dat een groot aantal bezoekers zich toch tenminste bewust was dat zij door het betalen van hun toegangsticket bijdroegen aan dit goede doel.
Net toen ik me realiseerde dat ons Proviand geslonken was tot een geblutste appel en twee en een halve – slecht gerolde – toeters, botsten ik weer tegen Een Oude Bekende. Het was ondertussen enkele uurtjes na de middag en hij zag er uit alsof hij er een overlevingstocht van een week had opzitten waarbij hij uitsluitend psychedelische paddestoelen had genuttigd. Ik keek hem dan ook eerder scheef aan, maar besefte snel dat hij van mij identiek hetzelfde kon denken. Het leek me daarom tijd om het toneel te verlaten en mijn feestgezel dacht er net zo over. Een kwartiertje later bolden we dus toeterend door het landschap. Voldaan.