Fred Frith begint zijn duoconcert met trompettiste Susana Santos Silva door met een schoenborstel over de snaren van zijn gitaar te vegen. Hij is op kousenvoeten, zijn schoeisel naast de versterker, anderhalve meter achter hem. Tegelijkertijd blaast Santos wat verkruimelde noten. Het klinkt meteen goed in het Amsterdamse Bimhuis. Vooral ritmisch haken de twee partijen geraffineerd in elkaar.
De inmiddels vierenzeventigjarige Frith is in dit geval de muzikant die het publiek moet trekken. Zijn reputatie grenst aan legendevorming en gaat meer dan een halve eeuw terug, toen hij aan de wieg stond van de Britse avant-proggroep Henry Cow. Zijn album ‘Guitar Solos’ uit 1974 geldt als mijlpaal in de ontwikkeling van het gitaarspelen. In enkele regels zijn complete doopceel lichten is onbegonnen werk. Zijn naam is verbonden aan vele honderden albums. Maar een vrij willekeurige greep uit zijn Wikipagina – Massacre, Skeleton Crew, Robert Wyatt, Residents, Derek Bailey, John Zorn, Half Japanese, Bill Laswell, Brian Eno, Eugene Chadbourne, Ikue Mori, Zeena Parkins, Golden Palominos – leert dat Frith de afgelopen decennia vrijwel altijd daar was waar het avantgardevuur brandde.
De Portugese trompettiste is drie decennia jonger een deed pas een jaar of vijftien geleden internationaal van zich spreken. In 2011 verscheen het debuutalbum van haar eigen kwintet. Sindsdien is het hard gegaan en is ze te horen op talloze albums met onder meer pianiste Kaja Draksler, gitarist Jasper Stadhouders, het Fire! Orchestra en andere projecten rond saxofonist Mats Gustafsson. Liefhebbers weten dan genoeg: Santos zit aan het mees vrijgevochten eind van het improspectrum.
Met Fred Frith nam ze inmiddels twee albums op. ‘Laying Demons To Rest’ heet de meest recente plaat, die net als het Bimhuisconcert één lange duo-improvisatie van ruim veertig minuten omvat. Maar bij dit soort muziek is de live-impact veel groter dan het beluisteren van een plaat waarbij je geen idee hebt wie welk geluid produceert. Bij Frith klinkt een gitaar vaak niet als een gitaar en bij Santos wordt de trompet soms een percussie-instrument.
Daarbij is het gewoon een mooi gezicht hoe de musici spelen – en dan ‘spelen’ in de betekenis van het Latijnse ‘ludens’. Frith zit over zijn instrument gebogen en overweegt zichtbaar en geconcentreerd zijn volgende actie. Direct de snaren tokkelen? Een attribuut als een strijkstok of klankschaal erbij pakken? Eén of meer van zijn effectapparaten gebruiken? Ooit interviewde ik hem en toen benadrukte hij hoezeer componeren en improviseren intellectuele bezigheden voor hem zijn. Niks met een gepassioneerde trek op het gezicht een woest akkoord aanslaan. Niks ‘aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie’. Gewoon goed nadenken over wat je wilt uitdrukken en dat vervolgens op de best mogelijke wijze doen. Niet zonder reden heeft Frith die wijze van musiceren ook altijd als een politieke daad beschouwd.
In hetzelfde gesprek zei de gitarist trouwens ook weinig te kunnen met het etiket ‘experimenteel’ dat vaak op zijn muziek wordt geplakt. Wat hem betreft is het ‘onderzoek’. Niet vrijblijvend iets uitproberen, maar het maken van weloverwogen keuzes. Een zoektocht naar de ‘waarheid’. Om precies diezelfde reden is voor Hannah Arendt ‘smaak’ ook een politiek gegeven; omdat ook smaak een kwestie van ‘keuze’ is. Maar dat terzijde.
Santos en Frith hebben al veel met elkaar gespeeld. Dat is goed te horen. Ze paaien elkaar niet in muzikaal opzicht, maar vangen evenmin vliegen af. Hoewel ze zich ieder op hun eigen muziek concentreren slagen ze er in een symbiose te behouden. Beiden wisselen melodieuze fragmenten af met drones of meer percussieve stukken. Met name de gitarist maakt veel gebruik van accessoires. Een kleine klankschaal die hij – met het instrument plat op schoot – op de snaren zet en met een strijkstok bewerkt. Een zogenaamde E-bow die in combinatie met elektronica bijna een theremin wordt. De trompettiste beperkt zich vooral tot tal van verschillende blaastechnieken.
Maar ook zij gaat op een gegeven moment door de knieën en met elektronica in de weer terwijl Frith op dat moment hetzelfde doet. Dan dreigt het gefriemel wat gemakzuchtig en langdradig te worden. Maar het is de klasse van het duo dat het daar toch weer overtuigend uit komt. Santos blaast vervolgens wat lange melodieuze lijnen waar Frith fraai op reageert met bijna funky akkoorden, die vervolgens subtiel overgaan in iets orkestraals.
Het is uiteindelijk niet het Bimhuis of het publiek dat bepaalt dat het concert afgelopen is, maar de muziek zelf. De spanningsboog waarvan de musici haarfijn aanvoelen dat die voltooid is. De waarheid is weer een heel klein beetje dichterbij gekomen.
Gezien: Fred Frith en Susana Santos Silva: wo 17 jan 2024, Bimhuis, Amsterdam