Juli 2008 markeert het ontstaan van het vanuit Rome opererende Germanotta Youth, dat oorspronkelijk bestond uit bassist Massimo Pupillo (Zu), drummer Andrea Basili (Kailash) en keyboardtovenaar Fabio ‘Reeks’ Rechhia (Inferno). Voor hun nieuwe langspeler is het trio uitgedund tot een duo, met Rechhia als enige overblijvende lid (hij speelt nu ook bas) en nieuwe drummer Giulio Galati. Pupillo heeft het te druk met het nieuw leven ingeblazen Zu en laat Germanotta Youth, een eerbetoon aan Stefani Joanne Angelina Germanotta alias Lady Gaga, over aan zijn vriend Rechhia. Deze laatste houdt de initiële cybergrind hoog in het vaandel. Nieuwe mensen dus, maar eigenlijk is er bar weinig veranderd aan het geluid. Niet dat het wat ons betreft hoeft te veranderen. De cybergrind die ergens het midden houdt tussen The Locust en Phantomsmasher (een band van James Plotkin) vonden en vinden wij geniaal. Het duo last hier en daar een kort speels nummertje in om de verschroeiende grind verteerbaarder te houden en tegelijk het ludieke accent binnen het groepsgeluid wat meer ruimte te bieden. Helemaal naar het einde van het schijfje toe begint Germanotta Youth onmiskenbaar als het huidige Zu te klinken. Zou Pupillo toch nog een vinger in de pap hebben? Het Franse trio Vitas Guerulaitis dook het Brusselse Les Ateliers Claus in om hun tweede langspeler op te nemen. ‘Le Tigre’ is nog eclectischer en gekker dan het naar zichzelf genaamd debuut van een paar jaar terug. Genoemd naar een Amerikaanse tennisster van lang geleden voert het trio dadaïsme hoog in het vaandel. Alles kan, niets moet, al mag een knipoog altijd. Wat hen echter geregeld de das om doet, is het ogenschijnlijke gebrek aan focus. Er moet in de meeste nummers een beetje te veel tegelijk. Een lekkere riff is al net zo snel weer weg, net als melodietjes of aanstekelijke geluiden. Het botst voortdurend met elkaar, en soms werkt het, maar meestal niet. Daarvoor springt de muziek te snel van het een naar het ander, alsof het trio een extreme vorm van ADHD onder de leden heeft. ‘Le Tigre’ vergt meestal te veel van de luisteraar om ook maar enigszins te genieten. ?Alos is absoluut een ander paar mouwen. Reeds vijftien jaar doet Stefania Pedretti dit project, naast haar werk met het experimentele doomnoisemonster Ovo. De platen van Ovo klinken al niet standaard, en dat is nog meer het geval met ?Alos. Ze spitst zich voor de vijf nummers op ‘Matrice’ toe op archetypes en alchemie in zijn donkerste vorm. Deze elementen vormen de basis voor weliswaar door black metal en doom geïnspireerde klanken die echter een industrial kleedje krijgen aangemeten en waarbij Pedretti als een uit de kluiten gewassen Diamanda Galás in haar vroege dagen klinkt. Rituelen, hekserij, feminisme, voorchristelijke religie en nog een resem andere zaken worden in haar duistere muzikale tocht geïncorporeerd. Lorenzo Stecchoni (Lento) hielp haar bij het opnemen van de plaat, waarbij ze ook assistentie kreeg van Mai Mai Mai, Necro Deathmort en Giovanni Todisco. Hun bijdrages bieden een extra sinister tintje aan de nummers. ‘Matrice’ is een indrukwekkende plaat die de aandacht volledig opeist , geen toegevingen doet aan wie dan ook en waarbij Pedretti haar innerlijke duivels lijkt uit te bannen middels een meesterlijk exorcisme. Niet voor tere zieltjes, dat is zeker. De waanzin is namelijk nabij.