Zijn robots de nieuwe zombies?

Vorige maand gooide de Nederlandse minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher de knuppel in het hoenderhoek: robots bedreigen onze banen en onze welvaart. Robots. Das weer eens iets anders dan moslims, Polen, Bulgaren of zombies.

äktamänniskor
Hubots in tv-serie Äkta människor

Asscher deed het vast niet bewust, maar hij schaarde zich met zijn opmerking in een lange traditie van angstmakerij door de overheid die met name na de tweede wereldoorlog opgang doet. De Britse journalist en documentairemaker Adam Curtis maakte daar in 2004 de briljante driedelige documentaire The Power of Nightmares, the Rise of the Politics of Fear over. Wanneer angst regeert, is het nu eenmaal extra makkelijk om het volk in toom te houden.

Is de angst voor robots terecht? Nee, natuurlijk niet. Technologische veranderingen vragen simpelweg om een andere manier van denken en doen. Klinkt eenvoudig, is het helaas niet. Robots nemen laaggeschoolde arbeid over. Het sorteren van paprika’s, bijvoorbeeld. Of arbeid die te duur is geworden. Het entertainen van bejaarden in een verzorgingstehuis, bijvoorbeeld. Philips heeft een deel van de productie van LED-lampen van China verhuisd naar Friesland. Robots zijn goedkoper dan Chinese minderjarige meisjes.

Ontwikkelingen die ons huidige manier van samenleven bedreigen en dus vragen om een verandering. Als werk kan worden overgenomen door robots? Denk dan anders over het belang van werk. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mediatheoreticus Marshall McLuhan benadrukte het al: als maatschappij gaan we voorwaarts, maar we blijven door de achteruitkijkspiegel naar het verleden kijken. Kortom, we proberen het heden te verklaren met concepten en ideeën uit verleden. Onze huidige visie op werk is een van die verouderde ideeën. En dan doet Asscher ook nog eens een duit in het zakje.

Asscher is niet de enige. De angst voor robots zit diep. Ze staan voor technologische vooruitgang die we niet meer begrijpen én met beide armen omarmen. De nieuwe iPhone 6 meet en monitort in combinatie met een smart watch je gezondheid en stuurt waar nodig bij. Nu nog een raar gegeven, over een aantal jaar heel normaal. Smartphones, nog niet eens tien jaar oud, zijn extensies van ons geworden. Zonder voelen we ons niet-compleet. Die dualistische houding ten aanzien van technologie heeft zijn weerslag in populaire cultuur. In de film 2001: A Space Odyssey (1968) van Stanley Kubrick, gebaseerd op het korte verhaal The Sentinel van Arthur C. Clarke, neemt boordcomputer HAL 9000 het heft in eigen hand. Bemanningslid Dave besluit de computer uit te schakelen. Dat lukt, onder luid protest van HAL die zo menselijk mogelijk over probeert te komen. Het blijkt een gouden greep: het doel van de missie wordt via een videoboodschap onthuld.

Androids-Hal9000goodwidefull02
Dave schakelt HAL uit

Ook in recentere popcultuur moet technologie vaak worden overwonnen om het typische menselijke – al dan niet positief – te tonen of terug te halen. De, al dan niet bewuste, terugkeer naar een pre-technologische maatschappij is een dankbaar onderwerp. In Revolution, een Amerikaanse scifi-serie op NBC en inmiddels toe aan seizoen drie, valt de elektriciteit plotseling uit. ‘The Blackout’ werpt de Amerikaanse samenleving terug naar een stammensamenleving waar overleven de belangrijkste uitdaging is. Ook in The 100 (2014), Defiance (2013) en Terra Nova (2011) wordt gezocht naar nieuwe manier van samenleving in een post-technologische samenleving. Ook hier geldt het recht van de sterkste en lijkt de boodschap: het verdwijnen van technologie haalt het dunne laagje beschaving dat over de maatschappij is gedrapeerd weg.

Robots zijn een krachtige representatie van technologie. Ze bootsen immers een menselijke eigenschap na en lijken in sommige gevallen, de androïde, ook nog eens op mensen. Dat maakt ze extra, eh, menselijk. Net als zombies roepen ze existentiële vragen op: wat is menselijkheid, wat is bewustzijn? Wanneer is een mens geen mens meer (zombie)? Wanneer wordt een machine een mens? In de Zweedse serie Äkta människor (Real Humans) uit 2012 vormen hubots – commerciële androïdes – een integraal onderdeel van de samenleving. Er is acceptatie, maar ook verzet. Hoe mens te blijven in een wereld die meer en meer draait om technologie, lijkt de het hoofdthema van de serie te zijn. In Almost Human (2013) kiest een politieman die zijn menselijke partner verloor voor een uitgerangeerd ouder model politierobot die te veel menselijke emoties vertoont. Ook hier is het thema duidelijk: wat betekent technologie voor onze definitie van menselijkheid?

Mooiste recente voorbeeld is zonder twijfel de Amerikaanse serie Extant (2014, CBS) waarin een astronaute een buitenaardse levensvorm naar de aarde brengt die de menselijke geest kan beïnvloeden en overnemen. De redding? De verguisde androïde, beschuldigd van te veel menselijkheid, waar de levensvorm uiteraard geen grip op kan krijgen. Technologie die bang maakt, maar de mens uiteindelijk wel redt van een veel groter gevaar. Het lijkt erop dat robots langzaam de plaats innemen van zombies die nog steeds immens populair zijn. Kijk vooral de uitstekende uitleg van Idea Channel over zombies die je hier kunt vinden. Waar zombies ons confronteren met het zelf kunnen verliezen van onze menselijkheid en de angst daarvoor, daar bedreigen robots onze menselijkheid van buitenaf. Belichamen robots onze grootste angst? Zijn robots de nieuwe zombies?

Extant Ethan
Adroïde Ethan in scifi-serie Extant

In hoeverre is technologie in staat om onze unieke eigenschap – het hebben van een bewustzijn – te kopiëren? Zijn wij mensen eigenlijk wel zo uniek? Zijn we simpelweg reproduceerbaar? De film Transcendence (2014) vertaalt die vragen in Hollywood-jargon. Will Caster sterft en uploadt, met behulp van zijn vrouw, zijn bewustzijn naar een quantum-computer. Vanaf dat moment gaat alles van kwaad tot erger totdat de Revolutionary Independence From Technology-beweging een einde aan de technologische superioriteit maakt. Boodschap: hoe slim technologie ook wordt, het menselijk brein blijft de baas. De, overigens bijzonder matige, film neemt een duidelijk standpunt in tegen de door Ray Kurzweil voorspelde en bejubelde singulariteit waarin mens en technologie versmelten tot een post-menselijk wezen (al wat ouder maar nog steeds een gouden kijktip: de docu Technocalyps van de Belgische filmmaker Frank Theys, hier te zien).

Ondertussen is Ray Kurzweil werkzaam bij Google dat onlangs Deepmind, het bedrijf van neurowetenschapper Demis Hassabis, voor 400 miljoen kocht. De combi Kurzweil en Deepmind is een interessante die op relatief korte termijn kan leiden tot een nieuw soort robots. Tot die tijd is het genieten van de oprukkende televisie-serie-robots.

Het Impakt Festival, dat woensdag 29 oktober 2014 van start gaat in Utrecht, besteedt dit jaar onder de noemer ‘soft machines’ ruim aandacht voor de impact van robots en technologie op onze samenleving. Meer info: www.impakt.nl.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!